Chrysallis. Jaargang 1978
(1978)– [tijdschrift] Chrysallis– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |
[pagina 87]
| |
Eventjesvoor Maja ik ga eventjes werken zegt ze tegen de kinderen
eventjes
moeten jullie me niet storen
en de precieze beelden die ze maakt
zijn de schrijnende en
levenslange
bronsgeworden veelheid van gevoel
van iemand die als ze het niet langer uithoudt
eventjes
in de auto voor de deur alleen moet zitten zijn.
| |
[pagina 88]
| |
Zomerweerdit is de tijd van het jaar waarin moeders doodgaan
omdat het buiten eindelijk een beetje zonnig wordt
ik loop langs
ziekenhuizen en zomerkleren
ik ben somber
dit is de tijd van het jaar waarin mensen zich
uitkleden, moeder:
rokken, blouses en sandalen
kikkers weer en boterbloemen
ik ben naakt
(jij stuurde me
te schaatsen
naar winterijs vol dubbeltjes en kwartjes
omdat je zelf niet schaatsen kon
ging je niet met me mee
mijn enkels waren zwak
we schaamden ons beiden)
sommige vrouwen zijn zwanger
ik ben zo bang dat ik je stem niet meer kan horen
ik ben zo bang zo bang dat ik je zal vergeten
omdat het dan zal zijn of jij niet hebt geleefd
omdat het dan zal zijn dat ik niet echt besta
negen maanden heb ik in je lijf gewoond
maar
de dertig jaar van onze woede scheidden ons
totterdood -
maar nu, nu wil ik je de bloemen in mijn tuin laten zien:
gele, witte
| |
[pagina 89]
| |
dit is de tijd van het jaar dat je me
bezoekt, moeder
in pijnlijke dromen
en meestal ben ik opgelucht als ik je zie:
dus was het een vergissing, lach ik tegen je
(je had je eigen termen
met de goeie buik zei je bij het naaien van beleg
en je had zoveel pijn
dat ik je moeder niet kon zijn)
dit is de tijd van het jaar dat de blauwe lucht
mij niet de bescherming meer biedt van een bovenkant
er is iets met me, mammie
wanneer geef je eindelijk je antwoord op mijn vragen
ik ben alleen.
| |
[pagina 90]
| |
Jokastehet is of hij mijn zoon is en mijn zoon niet is
hij heeft voor mij nog nooit een vrouw gehad
hij is zeventien
en ik ben de goden zij dank nog jong genoeg
om hem te boeien
er is zoveel dat hij niet weet.
ik ben niet oud, mijn lichaam is vol sap
ik ben een koningin onder de vrouwen
ik baad me als hij nadert en hij komt met aarzelende stap
Oedipus
ik weet niet wat hij denkt achter zijn ogen
hij is blind van liefde.
hij die de man versloeg die mij
mijn baby heeft gedood
zoons en dochters zal ik hem baren
uit
de plaats waar ik hem ontvang waar ik hem heb ingewijd
de moederplaats.
|
|