Rein Bloem
Op de plaats rust
In de elfde eeuw komt, na een lange tijd van stilstand in Europa, vooral in Frankrijk, Italië en Spanje hier en daar beweging op gang. De ‘Renaissance van de twaalfde eeuw’ zal weldra op allerlei terreinen vruchten afwerpen. Handel en wandel bij de vleet, grenzen gaan open, met welke doeleinden dan ook, en in de steden zie je van verre het geld al rollen naar grootse en imponerende kerken, bakens voor de reizigers.
Daar moet je het eerst naar toe, om je te vergapen aan de nieuwste versieringen aan de gevel. Volk, boeren, prelaten, paters, voor ieder is er iets van zijn gading.
Ze komen de pelgrims tegemoet en wijzen van verre op de mooiste aanwinsten: portalen met reliëfs, beelden, kapitelen.
Wat niet begrepen wordt, moet uitgelegd en ontcijferd: daar zien we links een gulzige rijkaard, rijp voor de hel, en rechts een uitgemergelde arme ziel die uit zijn graf stapt, omdat hij naar de hemel mag, Lazarus natuurlijk. We zijn met z'n allen in Toulouse, die rooskleurige stad.
Het portaal voor de ingang van de reusachtige St. Sernin trekt met zijn grote tympaan (halvemaan) en de steunbalk daaronder de meeste aandacht. Het is een vroeg, origineel en afwijkend pronkstuk: Christus in de wolken wendt zich naar omhoog, zijn boodschap is reeds voltooid, zes majesteitelijke engelen wuiven hem na en de Apocalyps is achter de rug, elevatus est assumptus est. De twaalf discipelen kunnen hem op de linteau (balk) niet zien, maar twee toegevoegde gedienstigen, links onder, ontvangen het boek, dat wordt doorgegeven en de laatste twee apostelen rollen het boek uit, ze moeten, met andere woorden, op aarde verder gaan.
Drievoudige beelden, links en rechts, omringen de heilige voorstelling. Twee apostelen, Jakobus de Meerdere (de zwerver en pelgrim met de schelp) en Petrus (de sleutelbewaarder) zijn de hoofdpersonen; boven en beneden spelen muzikanten, soldaten, feestvierders, er is een Don Juan met gezelschap, vrouwen met schapen op schoot, twee dames met leeuwenkoppen...
De kapitelen op pijlers tot de grond, laat ik nu rusten, vóór het een ratjetoe wordt.
Toulouse werd in een mum van tijd een metropool, een kruispunt van wegen, met sponsors die opdrachten uitdeelden en het voor het zeggen hadden.
Het ging in de elfde eeuw ook anders, namelijk bij de coming out van de kloosters. Een aantal vermetelijke abten wilde de architectuur van hun kerk