| |
| |
| |
Esther Polak
Waarom Darwin voor mij de messias is
De natuurlijke, oorzakelijke samenhangen zijn steeds indrukwekkender en boezemen meer eerbied in dan zelfs de mooiste mythische verklaring. Wie de natuur kent heeft niet het ondoorgrondelijke en bovennatuurlijke nodig om eerbied te voelen.
Lorenz in de vertaling van Hillenius ‘Over agressie bij mens en dier’ pag. 236
| |
1
Ik heb het verhaal geloofd omdat ik geen ander verhaal kende:
De eerste vrouw die een verboden appel pakt en een stuk aan haar man geeft. De eerste ondeugd. Het koppel wordt dan ook weggezonden uit de tuin waar zij wonen, het paradijs. Zij krijgen schaamte voor hun mooie blote lijfven ingeprent. De vrouw wordt door de God nagescholden: ‘In pijn zul je baren!’ En de man: ‘In het zweet des aanschijns zul je werken!’ Hun maaltijden moeten van nu af aan, buiten het paradijs, met moeite aan de aarde worden ontfutseld. En als zij daar niet in slagen hebben zij honger en zullen in het ergste geval sterven, een innovatie van het buitenparadijselijk bestaan. Al deze nieuwe moeilijkheden zijn een straf. Het zijn geen leuke uitdagingen voor Adam en Eva. De belangrijkste dingen in het leven: het krijgen van kinderen, eten en sterven, zijn een straf van God. Een afschuwelijke, hopeloze onmogelijkheid om gelukkig te zijn is het gevolg.
Geluk is gelijkwaardigheid. Gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, van mens en natuur, van de hongerige maag ten opzichte van het voedsel.
| |
| |
| |
2
Ik ben zo'n mens. Het enige dier dat bang kan zijn voor de dood. Dat maakt het niet gemakkelijk om te genieten van het leven. Ik ben mens. Ik ben zowat het enige dier dat ook wil vrijen als ik mij niet kan voortplanten. Ik ben mens. Ik ben een probleemwezen. Mijn stront en afvalberg doen de wereld verstikken, terwijl de lieve poep van wilde dieren een zegen is voor natuurlijke kringlopen.
Ik voel me slecht. Kasten vol lingerie heb ik gekocht om dat te overwinnen. Om goed voedsel en milieuvriendelijke stront te krijgen, heb ik een arbeidsintensieve moestuin aangelegd. Mijn angst voor de dood heb ik proberen te bezweren door een jachtgeweer te kopen. (Wie zelf doodt weet tenminste wat het is.) Ik heb de beste jaren van mijn leven besteed aan bh's passen, klei schoffelen en konijnen villen. Maar mijn vrienden hebben zich van mij afgekeerd omdat ik hun supermarktvoedsel niet bliefde, hun autobezit vervloekte en nooit mee wilde naar het palmenstrand.
| |
| |
| |
3
Dat weer is niet vol te houden.
Het duurde niet lang, of ik haalde weer kroketten op de hoek. Ik liet de lingerie verstoffen en de moestuin overwoekeren. Ik sloot mij op in mijn huis. Daar dronk ik vele potten thee en verslond de eindeloze pagina's van slechte boeken. Die thee bestelde ik per fax bij de supermarktthuisdienst en de boeken betrok ik met dozen tegelijk van de kringloopwinkel. Helemaal ontaard ben ik nooit.
Op een dag heb ik zo The selfish gene van Richard Dawkins in handen gekregen. Het zat per ongeluk in een van de ladingen boeken en ik heb het bij toeval gelezen. De schellen zijn mij woord voor woord van de ogen gevallen.
| |
| |
| |
4
Iedere kwaliteit kent zijn prijs, en gingen de kosten van mijn lectuur aanvankelijk die van het oud papier nauwelijks te boven, de stapels boeken van mijn nieuwe biologische helden als Darwin, Dawkins, Gould, Dennet, Wilson en Wallace doen mijn rekening schrikbarend rood staan. Ik maak mij de Darwinistische evolutietheorie en het daaruit volgende gedachtegoed meer en meer eigen. Ik zet de boeken vol verfrissende feiten en theorieën op een rij in een leeggeruimde kast en ik geef ze een keurig nummer. Ik ga geld verdienen om deze boeken, mijn verrekijker en een microscoop te kunnen betalen. Het leven lijkt opeens te kort om alles wat mij interesseert te lezen en te onderzoeken.
Met iedere regel besef ik beter dat ik alleen door het sterven van al mijn voorouders kan zijn wie ik ben. Niet alleen de seks van mijn eigen vader en moeder, maar de succesvolle voortplanting van alle organismen in mijn afstammingslijn, van de vroegste prokaryoten af, is voorwaarde voor mijn bestaan. Stukken in mijn genen stammen uit die tijd. Mijn lichaam is historie. Zonder de dood geen bacteriën, planten, zoogdieren, primaten en uiteindelijk geen mens.
| |
| |
| |
5
Voor het eerst sinds vele jaren pak ik mijn racefiets uit de gangkast. Ik laat het moestuingereedschap en jachtgeweer thuis en ik neem mijn nieuwe microscoop en verrekijker mee. Ik ga in mijn overwoekerde volkstuin zitten en kijk naar een nieuwe wereld. Ik zie koolmezen vliegen, drieblad onverwoestbaar groeien en slakken de laatste resten van de spruitjesplant opeten. Ik hoor het geluid van een benzinemotor in de verte. De natuurwetten die in de eerste de beste kiezel aanwezig zijn, dragen de mogelijkheid in zich tot het ontstaan van al het leven om mij heen. Ik pak zo'n kiezel op. Met die steen heb ik een volledige genesis in de hand. Er staan keiharde feiten in. Feiten die misschien gedeeltelijk weersproken zullen worden, maar die maken dat ik mij nooit meer uit het paradijs zal laten verdrijven.
| |
| |
| |
6
Seksuele feiten: ik weet nu dat het ontstaan van seksuele voortplanting zo'n duizend miljoen jaar geleden heeft plaatsgevonden. Op tweederde van de geschiedenis van het leven. Het verschil tussen mannen en vrouwen is in essentie heel eenvoudig samen te vatten: ‘De ene groep besluit veel te investeren in weinig, de andere groep besluit weinig te investeren in veel.’ Het vrouwelijke organisme maakt een paar grote eieren, die ieder veel energie kosten en een kostbaar bezit zijn. Het mannelijke organisme maakt veel, klein en goedkoop zaad. Binnen de vrouwelijke strategie is het belangrijk zuinig te zijn op haar investering. De mannelijke strategie vergt goklust en verspilling. Seks is niets dan dat.
| |
7
Wie zonder zonde is werpe de eerste steen.
Feit van het kwaad: zonder selectie zou evolutie niet mogelijk zijn. De dood is een vormende kracht. Voortplanting, voedsel en de dood zijn de gereedschappen waarmee de schepping de dode materie bewerkt.
Ik kijk naar de kiezel in mijn hand. Al het kwade staat als mogelijkheid in deze schuldeloze steen geschreven. Moord, verkrachting en oorlog, maar ook de gemanipuleerde sojabonen in de supermarkt, de koteletten van de kiloknaller, de benzinemotor die de rust langs de Amstel heeft verdreven en de chemotherapie die faalt bij mijn achterneef.
Feit van het ik: de eerste eencellige organismen waren eigenlijk groepje prokaryoten die in symbiose samensmolten. Mijn lichaamscellen stammen daar van af. Iedere cel van mijn lichaam bestaat uit meerder individuen. Ik ben nooit alleen.
| |
| |
| |
| |
| |
8
Ik kijk naar sekseverschillen als naar een vulkaanuitbarsting. Totaal geboeid, zijn vernietigende kracht kennend, maar onbelemmerd genietend van zijn schoonheid.
Alle narigheid is de prijs die we moeten betalen voor het simpele wonder dat we zijn ontstaan. Dat is geen straf van God, het kan niet anders. Het mechanisme dat aan dat ontstaan te grondslag ligt is doelloos. Het wordt door zichzelf voortgeduwd, maar kent geen streven. Het is als water dat niets wil, niets ziet, en toch zijn prachtige en vernietigende bedding naar zee gaat.
| |
Een keuze uit de kast:
Richard Dawkins The selfish gene, 1976 [vertaald als Onze zelfzuchtige genen]; The blind watchmaker, 1986 [vertaald als De blinde horlogemaker]. |
Daniel Dennet, Consciousness explained, 1991 [vertaald als Het bewustzijn verklaard]; Darwins dangerous idea, 1995 [vertaald als Darwins gevaarlijke idee] |
Stephen Jay Gould, Eight little piggies, 1993; The panda's thumb, 1993 [vertaald als De duim van de panda] |
Charles Darwin, On the origin of species by means of natural selection, 1859 [vertaald als Over de oorsprong der soorten]; Expression of the emotions in man and animals, 1872 [vertaald als Het uitdrukken van emoties bij mens en dier] |
C.Z. Lorenz, Das sogenannnte Bose, 1963 [vertaald als Over agressie bij mens en dier] |
Jhon Maynard Smith, Did Darwin get it right Essays on games, sex and evolution, 1993 Simon Le Vay, The sexual brain, 1993 |
Jared Diamond, Why is sex fun, 1997 |
E.O. Wilson, Sociobiology: The new synthesis, 1975 Frans de Waal, Peacemaking among primates, 1988 |
| |
| |
| |
9
Mijn ogen behoren tot dezelfde werkelijkheid als mijn steen. Het genot van de voortplanting, de noodzaak tot voedsel zoeken en de angst voor de dood zijn er. Dat is geen straf voor de eerste zonde, het is de voorwaarde voor mijn aanwezigheid. Ik hoef niet meer volmaakt te zijn. Het evolutionair ontwerp is nooit ideaal, maar altijd goed genoeg. Perfectie is verspilde energie. Ik kijk naar mijn ego zoals ik naar een cel in een uienschil kijk. Ik kijk naar een door parasieten geteisterde koolmeesfamilie die ver genoeg weg is om zonder die, door biologen verzamelde kennis, gezond en volmaakt te lijken. Zelfs voor de pijn van het baren is er een evolutionaire verklaring. Ik zie geen enkele reden meer om mij schuldig te voelen. Ik ben bevrijd van het verlammend gevoel van gestraft zijn. Al mijn zonden zijn van mij afgenomen.
|
|