[Nummer 277]
Voor de lezers
van de redactie
Afgaande op de niet aflatende hoeveelheid historische en literaire teksten over, en verfilmingen van middeleeuwse legendes en verhalen die de afgelopen paar jaar het licht zagen en op de publieke belangstelling voor tentoonstellingen over onderwerpen als heiligenverering en relikwieverering, spreekt de middeleeuwse cultuur en levenswijze anno 2001 nog steeds tot de verbeelding. In dat beeld passen ook de hoge verkoopcijfers van studies als Dromen van Cocagne van Herman Pleij en Maerlants wereld van Frits van Oostrum - beiden hoogleraar in de middeleeuwse literatuur. Op de middelbare scholen in Nederland neemt de ruimte die aan de literatuur en cultuur van de Middeleeuwen kan worden besteed echter gaandeweg af.
De redactie van BZZLLETIN vroeg zich af welke plaats er in het literaire en culturele klimaat anno 2001 nog bestaat voor de literatuur en cultuur van de Middeleeuwen en vroeg academici, literatoren en uitgevers naar hun mening.
Yves van Kempen trekt in zijn inleidend artikel enkele lijnen vanuit de literatuur van de Middeleeuwen naar de literatuur van nu en komt tot verrassende parallellen.
Ron Elshout bekeek voor dit nummer aan de hand van een recent verschenen proefschrift welke ruimte er binnen het middelbaar onderwijs wordt ingeruimd voor de middeleeuwse letterkunde en Joris van Groningen vroeg verschillende uitgevers met een Middeleeuwenfonds naar de achtergronden voor hun uitgeefbeleid. ledere tijd heeft zijn eigen Middeleeuwen, zo lijkt het, en ieder haalt uit middeleeuwse thema's en verhalen wat van zijn gading is. Dat blijkt onder meer uit het opstel van historicus Ronald van Kesteren, die het Middeleeuwenbeeld reconstrueerde van de negentiende-eeuwse auteur Chateaubriand. Dat een contemporain auteur zich gesteld ziet voor geheel ándere problemen bij het concipiëren en schrijven van een roman die speelt in de Middeleeuwen, spreekt duidelijk uit de bijdrage van Jacques Kruithof. Henri Sepers zich liet zich voor zijn romans direct inspireren door middeleeuwse teksten. Van beide romanciers namen we een romanfragment op.
Rein Bloem keek opnieuw naar de liederen van enkele middeleeuwse troubadours en Olaf Zwetsloot nam de middeleeuwse liedcultuur als uitgangspunt voor een vergelijking met hedendaagse dichter/zangers. Beeldend kunstenaar Esther Polak vergeleek de wijze waarop middeleeuwse kunstenaars probeerden te komen tot de suggestie van driedimensionaliteit met het Renaissance-perspectief, dat ze uiteindelijk in navolging van de postmoderne kunstfilosofie ontmaskert als de ‘metafoor voor de zoektocht naar eenduidige waarheid’.
Ludo Jongen beschrijft in zijn bijdrage de Hollywood-visie op de Middeleeuwen en Willem Kuiper keek naar de manier waarop nieuwe media zoals het internet (kunnen) worden ingezet bij de studie van middeleeuwse teksten.