[Nummer 276]
Voor de lezers
van de redactie
Het All Ireland festival dat eind januari/begin februari 2001 in Utrecht plaats heeft, vormde voor BZZLLETIN aanleiding om een themanummer uit te brengen over de Ierse literatuur.
In dit nummer nu eens niet aandacht voor uitsluitend de grote namen uit de Ierse literatuur, zoals Beckett, Heaney, Joyce en Yeats, maar veel ruimte voor in Nederland minder bekende auteurs en - vooral - voor enkele nieuwe visies op alom bekende oeuvres.
Perro de Jong en Jan Frans van Dijkhuizen presenteren, behalve een nieuwe vertaling van twee sonnetten van Seamus Heaney (in samenwerking met Frans en Stijn Hoppenbrouwers), ook een nieuwe visie op het werk van deze Noord-Ierse dichter. Perro de Jong bespreekt daarnaast in een overzichtsartikel de jongste lichting Ierse dichters en Wim Tigges boog zich over de - marginale -positie van de Ierse taal en literatuur in de hedendaagse Ierse cultuur. Yves van Kempen bespreekt het pas in vertaling verschenen debuut van Beckett en zet dat in het kader van diens latere en meer bekende werk. Onno Kosters concentreert zich in zijn artikel op het werk van Jack B. Yeats en op diens vriendschap met Beckett en de wederzijdse invloed die de toneelschrijver en de broer van de bekende dichter op elkaar uitoefenden. Roselinde Supheert keek naar de receptie van het werk van Yeats in Nederland - een receptie die vooral in het teken stond van een romantische, en in die zin nogal clichématige visie op Ierland en de leren.
Dit nummer van BZZLLETIN besluit met een deel uit De Leenane trilogie, een lers ‘dorpsdrama’ van de spraakmakende toneelschrijver Martin McDonagh in een (werk)-vertaling van Peter Verhelst. Dit toneelstuk zal binnenkort op het repertoire verschijnen van het Toneelhuis in Antwerpen en in het najaar in Nederland te zien zijn bij Hollandia/Het Zuidelijk Toneel.