[Nummer 275]
Voor de lezers
van de redactie
‘Het monster bestaat niet echt in de kunst, of liever: het bestaat voor ons op dit moment niet meer.’ Aldus begint J.K. Huysmans zijn opstel over monsters waarmee dit nummer van BZZLLETIN opent. De argumenten die Huysmans aandraagt voor zijn stelling dat monsters niet meer bestaan lijken overtuigend. Immers: de tijd waarin kunstenaars de collectieve angst voor het kwaad, voor de straffende god of goden, of voor ziekten en epidemieën een gezicht gaven in de vorm van het monster ligt ver achter ons. Het kwaad of het gevaar liet zich in de tijd waarin Huysmans zijn opstel schreef al niet meer verbeelden in een monsterlijk wezen. In de loop van de twintigste eeuw heeft het monster bovendien steeds meer een ‘menselijk’ gezicht gekregen.
Toch spreekt het monster nog steeds tot de verbeelding. Wellicht heeft dat iets te maken met de overzichtelijkheid van de wereld waar het monster z'n plaats heeft - de wereld van de mythe, het sprookje, het griezel- of kinderverhaal, een wereld waarin het reële plaats moet geven aan het boven- of onderwereldse, aan magie en betovering. Daar vinden monsters hun plaats, daar jagen ze schrik aan zonder ons werkelijk te bedreigen - daar zijn het soms zelfs wezens ‘om van te houden,’ zoals Frans van der Helm het stelt in zijn bijdrage over de op dit moment immens populaire boeken over tovenaarsleerling Harry Potter.
BZZLLETIN doet in dit nummer een poging tot (her)verkenning van de wereld van het monster. De redactie vroeg verschillende auteurs om een bijdrage over de rol van het monster in literatuur en beeldende kunst. De tekst van J.K. Huysmans, vertaald door Piet Meeuse, vormt de inleiding op dit nummer. Hafid Bouazza schreef over de legendarische ghoul, Rein Bloem volgde de omzwervingen van de draak in literatuur en beeldende kunst van middeleeuwen en (vroeg) renaissance en Yves van Kempen wandelde opnieuw door de fantastische tuinen van Bomarzo. Johanneke van Slooten gaat in haar bijdrage in op de monsterwezens in het werk van Wagner. Auteurs en publicisten als Lucas Hüsgen, Esther Polak, Arie Storm, Koen Vergeer en Jacq Vogelaar bekeken en beschreven hun favoriete monster, of de rol die het monster speelt in hun eigen werk.