laten ze zich teveel afleiden door het onbeholpen en irritante gestamel van kleine Potterfans op de Kinderpagina van NRC Handelsblad.
De critici hebben blijkbaar geen enkel oog voor de intertekstualiteit in de Potterboeken. Rowling leent net als Vogelaar een hele serie thema's en motieven van voorgangers: het weeskind Harry dat bij onaardige familieleden opgroeit, de kostschooljongen Potter die vrienden en vijanden krijgt en onderwezen wordt door aardige en akelige leraren, door domme en ambitieuze medeleerlingen en uitblinkt in een competitieve sport - zwerkbal -die de scholieren op een bijna hysterische manier volgen. Het kostschoolleven ook dat de ritmiek van de serie bepaalt, net als Malory Towers van Enid Blyton. De traditie van geheimschriften en schatkaarten. De Angelsaksische manie voor ongezond, maar exotisch snoepgoed. De hele fantasy-traditie van spoken, draken en andere fabeldieren. De maatschappijkritiek op de kleinburgelijke familie van Potter, maar ook op oppervlakkige tv-goeroes. De Britse humor tenslotte die trouwens in veel van de genoemde traditionele genres een rol speelt. Noem maar op.
Het kan trouwens nog erger dan tuttige Nederlandse critici. Zware Angelsaksische christenen willen de Potter-boeken zelfs uit de schoolbibliotheken verwijderen omdat ze tegenstrijdig zijn met de bijbel. Kennelijk is hun de positieve boodschap van de boeken ontgaan: liefde en vriendschap zijn het belangrijkste waar het in dit leven om gaat.
Zo'n cocktail uit traditionele genres hoeft natuurlijk niet direct tot een interessante en succesvolle serie te leiden. Dat kan alleen als de auteur de ars combinatoria beheerst. Al die thema's en motieven weet Rowling op een spannende manier met elkaar te vervlechten en dat is de basis van het Potter-succes. Rowling weet motieven uit het ene genre binnen een ander een cruciale rol te laten spelen. Harry Potters preoccupatie met zijn dode ouders bijvoorbeeld maken hem kwetsbaarder tegenover de duistere wezens die hij op zijn pad vindt. Eenzelfde ars combinatoria laat Vogelaar zien in Het geheim van de bolhoeden. De uitvindingen à la Bram Vingerling, de loyale vriendschap tussen Thomas en Claire (met de ontluikende aantrekkingskracht voor het andere geslacht), de vreemdelingenhaat van dorpsbewoners en de surrealistische vondst om alles te laten vliegen, alles is met elkaar verbonden. Grappig is ook dat Vogelaar ‘negentiende-eeuwse’ samenvattingen van de hoofdstukken (‘Waarin Thomas Maandag... enzovoort’) niet aan elk nieuw hoofdstuk laat voorafgaan, maar pas na het romanverhaal laat afdrukken.
De stijl van Vogelaar is kaler dan die van Rowling, maar het genoegen in de taal speelt bij hem zelfs een thematische rol, zoals in de ‘huismond’. Vooral in de namen van zijn personages heeft hij zich uitgeleefd. Thomas Maandags grootvader heeft een Franse achternaam, maar het dorpje heet Hete Bliksem en de burgemeester Ratsmodee.