vrijdenker die zich tegen allerlei -ismen van de twintigste eeuw verzette, hij verbeeldt het verhaal van de loser en hij streefde literaire erkenning na. Een erkenning die hij bovendien op eigen kracht wilde bereiken. Voor Klaus Mann stond literair succes gelijk met persoonlijk geluk.’ Zijn exli-tijd was voor Klaus Mann in zekere zin een buitenkans. Van Esch: ‘Hij kon daardoor middels het tijdschrift Die Sammlung in ieder geval bereiken dat hij enigszins voor vol werd aangezien. Via dat tijdschrift kon hij zich een positie binnen de Duitse literatuur verwerven, een positie die hij voor zijn vlucht nog niet had.’
Tot welk genre rekent Van Esch zijn ‘docudrama’? Van Esch: ‘Het is een documentaire, omdat het over werkelijke gebeurtenissen gaat. De vorm is in het begin van de film ook heel sterk die van een traditionele documentaire. Dat heb ik bewust gedaan om de kijker op een bepaald spoor te zetten. Bovendien verschafte mij die objectiverende toon aan het begin van de film juist de vrijheid om verderop meer drama toe te laten. Mede door die geënsceneerde stukken wordt duidelijk dat ik de film naar mijn hand zet, dat het míjn visie op Klaus Mann is. In een meer traditionele documentaire ontstaat vaak het gevoel bij de kijker dat hij met een soort hermetische werkelijkheid te maken heeft, terwijl de werkelijkheid natuurlijk niet zo gesloten is. Als filmmaker manipuleer je de kijker altijd. Je kunt dit wegmoffelen, maar in mijn film laat ik als het ware juist zien hoe hij gemaaktis. Ik houd van kunstwerken waarin je de vorm door de inhoud heen ziet schemeren.’
In Bitter is de verbanning worden niet overmatig veel jaartallen genoemd. Ook dat blijkt een bewuste keuze. Van Esch: ‘Als je niet weet over welke oorlog het gaat, al kan ik me dat nauwelijks voorstellen, dan maakt dat misschien niks uit. Het ging mij erom de beleving van Klaus Mann weer te geven. Er komen op de archiefbeelden weliswaar veel nazi's voor en aanvankelijk wilde ik zelfs dat niet, maar voor die eerste periode in Amsterdam had ik tegenover Klaus Mann, om dramatische redenen, een tegenspeler nodig. Dat zijn in zekere zin die nazi's geworden.’
Het zwaartepunt van Bitter is de verbanning ligt niet op de relatie tussen Thomas Mann en Klaus Mann. Van Esch: ‘Als je zelf problemen met je vader hebt, ben je misschien geneigd om op die relatie zwaarder de nadruk te leggen, maar het verhaal van Klaus Mann is veel complexer dan een eenvoudig vader-zoon-conflict. Die verhouding tussen vader en zoon is een soort basisgegeven, ik voer Thomas Mann dan ook meteen in het begin van de film op, dan gaat men daar niet op zitten wachten. Misschien komt Thomas Mann in mijn film wel als een soort ploert over, maar ik heb hem niet willen veroordelen. Die man was zoals hij was, dat kun je hem verder niet kwalijk nemen.’
Aan de nagespeelde scènes vallen een paar dingen op. Zo lijkt bijvoorbeeld de acteur, Steven Vanwatermeulen, die Klaus Mann neerzet, niet als twee druppels water op Klaus Mann. Van Esch: ‘Daar heb ik ook niet overdreven mijn best voor gedaan. Vanwatermeulen verbeeldt Klaus Mann wel, maar mocht hem van mij niet spélen. Hij moest er wel íéts van weg hebben, om middels de verschillende uitbeeldingen van Klaus Mann - de voice-over van Bruno Ganz, de foto's, de archiefbeelden én de scènes met de acteur - toch duidelijk het beeld van één persoon op te roepen.’ Verder hanteert Van Esch scherpe contrasten, die soms zelfs iets weg hebben van bewust gebruikte clichés. Zo zien we hoe Klaus Mann in een gedramatiseerde scène die zich in New York afspeelt achter zijn schrijfmachine zit, terwijl hij fysiek wordt aangetrokken door een glazenwasser. Van Esch: ‘Film moet bigger than life zijn. Daar zet je een sfeer mee neer. Voor enkele mensen gaan sommige scènes misschien te ver. De documentaire sluit overigens wat dit aspect betreft aan bij Klaus Mann zélf: hij ging dergelijke contrasten óók niet uit de weg. Ik heb al met al een suggestieve documentaire willen maken.’
Arie Storm (1963) is redacteur van BZZLLETIN.