Voorwoord
In dit nummer aandacht voor drie bijzondere Franse auteurs: Raymond Queneau, Georges Perec en Raymond Roussel. Queneau is in Nederland vooral bekend vanwege zijn Stijloefeningen (vertaald door Rudy Kousbroek) en - misschien - door Zazie in de metro. Van Georges Perec verscheen vorig jaar Het leven een gebruïksaanwijzing in Nederlandse vertaling - het boek dat door literaire critici unaniem werd uitgeroepen tot ‘de grootste literaire gebeurtenis van dat jaar. Zowel Perec als Queneau maakten deel uit van de OULIPO-groep; hun werk blinkt uit door humorvolle vorm- en stijlexperimenten.
Raymond Roussel is waarschijnlijk een van de meest enigmatische en intrigerende Franse auteurs. Van hem verscheen onlangs een tweede roman, Afrikaanse impressies, in Nederlandse vertaling. Roussels werk balanceert, zoals vertaler en Roussel-kenner Sjef Houppermans in dit nummer aangeeft, tussen traditie en moderniteit. Zijn werkmethode, waarin homofonie en homonymie een belangrijke rol speelt, heeft die van de OULIPO-auteurs duidelijk beïnvloed.
In dit nummer treft u, naast artikelen over bovengenoemde auteurs, ook werk aan van jonge beeldend kunstenaars die zich door Roussel en/of OULIPO geïnspireerd of beïnvloed voelen.
In Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam is tot midden maart een tentoonstelling te zien over het werk van Roussel en zijn invloed op Marcel Duchamp, Francis Picabia en Salvador Dali. Het Rotterdamse CBK organiseert begin maart een OULIPO-manifestatie (zie daarvoor de aankondiging elders in dit nummer).
rectificatie
In het vorige nummer van BZZLLETIN zijn bij het artikel van Katalin Herzog twee andere afbeeldingen afgedrukt dan bedoeld. Op pagina 79 staat niet Der Mönch am Meer afgedrukt, maar Morgen im Riesengebirge en op pagina 83 niet The Wild Bunch, maar My Subjectivity. Helaas ontbreekt in dit nummer de ruimte om de afbeeldingen die in het artikel van Katalin Herzog worden besproken, alsnog af te drukken.