Dit gedicht schreef Rutger Kopland speciaal voor de bundel Morgens aan de rivier, een bloemlezing uit zijn dichtwerk die in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij werd gemaakt. Hij draagt het gedicht op aan Gerrit en Paula Kouwenaar.
Rutger Kopland (1934). Meest recente publicatie: Het mechanisme van de ontroering (essays, 1995)