Bzzlletin. Jaargang 25
(1995-1996)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
Kitty van Sitteren
| |
The tree of hereThe Tree of Here, het eerste kinderboek van Potok, verscheen in 1993 en werd nog datzelfde jaar in het Nederlands vertaald onder de titel Mijn vriend de boom. Het thema komt in de jeugdliteratuur veel voor: verhuizen. De eerste zin zet meteen de toon: ‘Gaan we nu weer verhuizen?’ Vervolgens volgt Potok het typische stramien van verhuisverhalen: een hoofdpersoon, in dit geval Jason, wordt plotseling en zonder inspraak geconfronteerd met de beslissing van zijn ouders om te gaan verhuizen en moet afscheid nemen van school, vriendjes en vertrouwde omgeving. Jason heeft alle reden tot klagen: hij verhuist al voor de derde keer in vijf jaar. Door het gemis van een vaste plek raakt het kind ontworteld en worstelt het met de eigen oorsprong, met z'n roots. ‘Bij ons is het altijd verhuizen, verhuizen en nog eens verhuizen, steeds maar van de ene plek naar de andere [...]. Ik herinner me niet eens waar ik geboren ben.’ Deze ontworteling wordt door Potok heel treffend gesymboliseerd door een boom. Naast het huis waarin Jason woont staat een boom. Een kornoelje die, zoals de Nederlandse titel aangeeft, inderdaad Jasons vriend is. Het kind deelt met de boom zijn diepste gevoelens en geheimen. De kornoelje kan goed luisteren en wil altijd praten over ‘alles waar je maar aan denkt’. Toch dekt de oorspronkelijke titel The Tree of Here de lading beter: ‘Door deze boom heb ik het gevoel dat ik zelf wortels krijg. Hij geeft me het gevoel dat ik echt hier ben.’ Zoals wanneer de takken en wortels van de boom zich in een droom aan de vooravond van het vertrek vermeerderen, het huis binnendringen en zich erin nestelen. Ze ‘wortelden het huis stevig op zijn plaats. Stevig en grondig wortelden ze het - hier.’ Dat is de ware betekenis van de kornoelje voor Jason, het is de boom van-het-hier-zijn, van ergens thuishoren. Behalve voor wortels zorgt een boom voor schaduw en bloesem. Daarom wenst Jason dat er net zo'n boom op de begraafplaats van zijn grootouders stond, zodat er wat schaduw over de graven zou vallen. Het gaat hier om de ouders van zijn moeder, die hij nooit gekend heeft: ook in de keten der generaties kent Jason zijn wortels niet. Als de kornoelje op een dag gesnoeid moet worden, kan Jason het niet opbrengen dat te aanschouwen. Daarnaast heeft het planten van een nieuwe struik voor hem geen zin meer: ‘ik kan toch niet hier blijven om die struik te zien groeien.’ Hij gaat naar zijn kamer en reageert zich af door oorlogje te spelen met zijn speelgoedsoldaatjes. Een andere keer richt hij zijn | |
[pagina 35]
| |
frustratie op computerspelletjes, door buitenaardse wezens te doden. Het is niet zozeer woede, als wel angst. Jason is bang voor zijn onzekere toekomst. Zijn zorgen worden samengebald in deze ene vraag: ‘Als er nou eens geen bomen zijn waar wij gaan wonen?’ Als dan de dag van de verhuizing aanbreekt, krijgt Jason van de tuinman een twijg van de gesnoeide boom om bij zijn nieuwe huis te planten. ‘Zorg er goed voor,’ geeft de tuinman de verdrietige jongen als raad mee ‘dan zul je deze plek hier niet vergeten.’ Het definitieve afscheid is mistroostig, maar onderweg begint het jonge twijgje te praten en wat het zegt klinkt als de fijngevoeligheid van de grote kornoelje. Jason belooft hem te zullen planten zodra ze op hun nieuwe plek zijn aangekomen. ‘Je zult er je wortelen. Bloesems en schaduw en diepe wortels in een nieuw hier’. Met deze overdrachtelijke woorden voor zijn nieuwe leven spreekt Jason tegelijkertijd zichzelf moed in. Als de kleine kornoelje daarop antwoordt dat hij zich al wat beter voelt, weerspiegelt de boom de eigen gevoelens van het jongetje. Eenmaal in het andere huis lispelt het pasgeplante stammetje in de tuin: ‘Als je me nodig hebt - ik ben hier’ en met deze troostrijke zin eindigt het boek. Het thema ‘verhuizen’ is in Potoks literaire werk niet onbekend. In Mijn naam is Asjer Lev voert Asjer een strijd op leven en dood om niet met zijn ouders naar Wenen te verhuizen. Hij wil zelfs niet zijn vertrouwde straat verlaten. Zijn leraar, Jacob Kahn, tekent voor Asjer ‘de straat waar ik werkelijk geboren ben.’ Meer overeenkomsten in thematiek zijn te vinden in Davita's harp, waarin Davita van het ene huis naar het volgende gesleept wordt. De boom in The Tree of Here heeft een soortgelijke functie als de harp van Davita, die in ieder nieuw huis als eerste wordt opgehangen, ten teken van ‘thuiszijn’. | |
The sky of nowEen jaar na Potoks eerste kinderboek verscheen diens ‘tweelingboek’ The Sky of Now (nog niet in het Nederlands verschenen). Anders dan de rijmende titels doen vermoeden, staan beide verhalen los van elkaar. Dit tweede kinderboek gaat over het jongetje Brian, dat graag piloot wil worden, net als zijn oom Conor. Maar tijdens een uitstapje, wanneer hij met zijn ouders het Vrijheidsbeeld beklimt, blijkt dat Brian last heeft van hoogtevrees. Ook een bezoek aan het kantoor van zijn vader in het Empire State Building doet de kleine jongen duizelen. Hij staat op zijn tenen, met zijn neus tegen het raam en kijkt naar beneden. ‘He saw himself slipping through the window and falling, falling [...]’. Thuis bekent Brian aan zijn keramieke poppen dat hij echt heel bang wordt van hoogten. Deze poppen, beide cadeautjes van oom Conor, reageren heel coulant. De één, die Broomer heet omdat hij een bezem (broom) in zijn hand heeft, is clown. Hij glimlacht bedroefd om de hoogtevrees van Brian. Broomer is bekend met valangst, omdat hij als koorddanser zijn kunsten drie meter boven de grond uitvoert. Ook de andere pop weet er als piloot alles van. Deze Zoomer, zo genoemd omdat hij met een vliegtuig door de lucht | |
[pagina 36]
| |
‘zoemt’, vertrouwt Brian toe dat hij als kind bang was voor de afgrond van de Niagara-watervallen. Bij zijn schoolvriendjes vindt Brian iets minder gehoor. Paul vond de Grand Canyon ‘real neat’, maar diens kleine broertje moest wel overgeven. Voor Brians tiende verjaardag heeft oom Conor een grote verrassing in petto: een vliegtocht in een zweefvliegtuig. De aanstaande piloot met hoogtevrees weet niet wat hem overkomt. Voordat hij het beseft, zit hij in de lucht en wordt de sleeplijn afgekoppeld. Angstig vraagt hij zichzelf af wat hen weerhoudt te vallen. Oom Conor praat rustig op het jongetje in en legt van alles uit over het vliegen, maar Brian ziet vooral hoe hoog ze zijn en probeert niet naar beneden te kijken. Opeens blijken de poppen van keramiek de plaats van oom Conor te hebben ingenomen. Het gesprek dat de twee poppen voeren, verbeeldt de innerlijke dialoog van het bange kind. De wanhopige kreten van Broomer laten Brians eigen vertwijfeling zien: ‘What am I doing here?’ en ‘Hey, watch the bumps, will you?’ ‘Sorry, old chap,’ verontschuldigt de piloot zich, om daar direkt aan toe te voegen: ‘Ready for some real surprises?’ Nee, daar is Brian nog helemaal niet aan toe, en Broomer roept: ‘Wait a minute, wait a minute [...]. Let's talk about it first.’ Maar de piloot wacht het antwoord niet af en met een ‘Daar gaan we’ duikt de neus van het vliegtuig naar beneden en kan Brian zijn huis zien. Hij zwaait naar zijn vriendje Paul, vliegt over het Vrijheidsbeeld en het Empire State Building, maar het angstige gevoel is niet over. Dat gebeurt pas wanneer Zoomer hem wijst op een adelaar. Helemaal in de ban van het reusachtige dier dat naast hen door de lucht zweeft, vergeet Brian zijn angst. Hij concentreert zich op de vogel, geniet van diens schoonheid, drukt ongemerkt zelfs zijn neus tegen het raam van de cockpit. Hij denkt alleen aan de blauwe lucht en dit moment, ‘dit speciale moment van vliegen’. ‘He thought only of now’ en... is gelukkig. | |
De vluchtOpnieuw grijpt Potok terug op de traditie om het verhaal betekenis in te blazen en op te tillen boven een gewone vertelling, hoewel hij dit keer niet alleen geïnspireerd lijkt door zijn eigen joodse achtergrond. Met de keuze voor een adelaar verwijst Potok naar ‘Het lied van Mozes’: ‘Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijne jongen zweeft, zijne vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken; zoo leidde hem de Heere alleen’ (Deut. 32:11-12).Ga naar eind2. De adelaar verschijnt op meerdere plaatsen in de Schrift, ten teken van de zorg van God voor het volk Israël op zijn tocht door de woestijn. De uittocht is een gevaarlijke onderneming, een onzekere reis vol risico's. De woestijn is de plaats waar het volk, al gaande, opgroeit tot volwassenheid. Door te verwijzen naar een adelaar op het beslissende moment in de tekst, geeft Potok de vlucht van Jason al deze bijbetekenissen meeGa naar eind3.. De methode om je te concentreren op het nu, om je angst te overwinnen voor wat er - altijd in de toekomst - kan gebeuren, stamt uit een andere oude traditie. Zo bestaat er een Taoïstische vertelling over een man die op de vlucht voor beren in een ravijn valt en halverwege aan een wiebelige tak blijft hangen. De tak kan het ieder moment begeven en onder hem gaapt de afgrond. De man ziet binnen handbereik een rijpe braam. Hij neemt de tijd de braam te plukken en met smaak op te eten. ‘Het was de lekkerste braam die hij ooit had geproefd,’ eindigt het verhaal. De uitleg die er steevast op volgt, bevat als moraal: er zijn altijd beren op je pad en overal afgronden, maar richt je aandacht op de goede dingen in het nu en je angst verdwijnt als sneeuw voor de zon. Potok lijkt in dit boek de oplossing voor het overwinnen van Brians kinderangst te zoeken in deze oude methode. Net als bij ieder ander literair werk ligt ook in dit boek de kracht in de verwerking van het thema in - bijvoorbeeld - de (intertekstuele) verwijzingen, aangevuld met de functionele keuze voor het Vrijheidsbeeld en de symbolische naam Skynow van het vliegtuig. De mooie literaire vormgeving tilt The Sky of Now uit boven het moderne Amerikaans verhaal dat het verder is; met typisch Amerikaanse gebouwen en plaatsen, geschreven in een populair taalgebruik (met woorden als kiddo). Vliegangst is geen algemeen thema in de werken van-Potok, maar het komt wel voor. In De gave van Asjer Lev is de vrouw van Asjer, Devorah, bang in het vliegtuig wanneer het gezin Lev vanuit Frankrijk naar Amerika moet reizen. Anders dan Jason is het niet zozeer de hoogte die Devorah angst inboezemt. Ze heeft last van claustrofobie omdat ze tijdens de Tweede Wereld- | |
[pagina 37]
| |
oorlog van haar vierde tot haar zesde jaar in een afgesloten appartement in Parijs ondergedoken heeft gezeten. Voor haar geen katharsis tijdens de vliegreis. Toch vindt ook zij troost via een ‘nu-methode’. Devorah blijkt namelijk kinderboekenschrijfster te zijn! Eenmaal in Amerika krijgt ze het idee een verhaal te schrijven over een grot waarin alle goede gevoelens vastgehouden en bewaard blijven: de fijne gevoelens die we krijgen, blijven niet in ons. Of we zitten erop te wachten, of we hebben ze al gehad en ze zijn weer weg. We ervaren ze nooit als nu. [...] Ik schrijf een verhaal over een klein meisje dat een grot ontdekt waarin een voortdurend nu heerst. Het schrijven van dit verhaal zou als een tegengif kunnen werken voor haar angstige gevoelens. Potok laat Devorah voor het verhaal een titel kiezen met de typische structuur van zijn kinderboektitels: The Cave of Now. | |
VertalingOpvallend aan de beide kinderboeken van Potok is dat ze helemaal niet ‘joods’ zijn. Nergens is er een aanwijzing dat we hier met joodse kinderen of met een typisch joods probleem te maken zouden hebben. Zo legt de moeder van Jason bloemen bij het graf van haar ouders. Op geen van de tekeningen worden mensen met keppeltjes afgebeeld. Wat dat betreft, geeft de Nederlandse vertaling een vertekend beeld. Jason, de hoofdpersoon uit The Tree of Here, is in de Nederlandse versie ‘besneden’ en heet Ruben. Zijn vriendje Kevin is ‘omgedoopt’ tot David. De populair-Amerikaanse namen zijn niet alleen vervangen door namen die in Nederland populair zijn, maar tegelijkertijd verjoodst. De tuinman, die in datzelfde boek de naam Mr. Heally draagt, heet in Mijn vriend de boom ‘meneer Gaard’. Alhoewel Gaard eveneens een allegorische naam is, verdwijnt door deze benaming toch de bijbetekenis van ‘genezen’ en ‘helen’. Het was namelijk de tuinman die een nieuwe kornoelje aan Jason gaf.Ga naar eind4. Natuurlijk vallen er altijd nuances weg bij het vertalen. Toch is het jammer dat bijvoorbeeld dezelfde Engelse woorden niet consequent vertaald zijn. Wanneer op de eerste pagina twee keer het woord ‘swayed’ wordt gebruikt, schommelt de keukenvloer beide malen. Maar als aan het eind van het verhaal staat ‘The walls swayed’ en ‘Can't you stop the car from swaying?’ laat de Nederlandse tekst de muren ‘kantelen’ en de auto ‘slingeren’. Door de vertaalmisslag vervalt de spiegeling van begin en eind. Tot twee maal toe zijn zelfs enkele zinnen weggelaten. Misschien is het inderdaad een verbetering om de zinnen ‘How long have you lived here?’ asked Jason. ‘Me? I was born here,’ said Lisa' weg te laten. Maar de lezer mist een belangrijk deel van het verhaal wanneer hem aan het slot de vitale informatie onthouden wordt, dat een trieste Jason naar zijn vertrouwde boom toeloopt om steun te zoeken op het moment van de feitelijke verhuizing. Deze veelzeggende zin had in een vertaling niet mogen ontbreken. De keuze om in zinnen bepaalde cruciale woorden die van belang zijn voor het thema te cursiveren, zegt iets over de inschatting die men maakt van Nederlandse kinderen. Net zoals het vervangen van de rhodondendron door ‘een struik’. En blijkbaar mag de ijscoman niet getutoyeerd worden en met zijn voornaam ‘Sol’ worden aangesproken. De Nederlandse kinderen zeggen beleefd ‘meneer Sol’. Over vertalen gesproken: wist u dat Boston het Appelscha van Amerika is? Het is niet te hopen dat in de vertaling van The Sky of Now het Vrijheidsbeeld vervangen zal worden door de Martinitoren. | |
Een nieuwe PotokDe gave van Asjer Lev is de laatste roman van de klassieke Potok. Nadat hij (net als Asjer die vastzit in zijn schilderschap) veel kritiek kreeg, lijkt Potok als schrijver op zoek naar een nieuwe stijl. In de novellen, De troop-leraar, Het kanaal en De hand van de golem experimenteert hij met nieuwe vertelvormen door het gebruikelijke perspectief te doorbreken met bijvoorbeeld een monologue interieur. Het schrijven van de twee kinderboeken zou als een dergelijk experiment op te vatten zijn, op zoek naar een nieuwe vorm (hoewel de beide verhalen op zich gegoten zijn in een bekende vorm: ze worden chronologisch verteld vanuit een alwetend vertelperspectief). | |
[pagina 38]
| |
Wel lijkt zich inhoudelijk een splitsing voor te doen. In de teksten voor volwassenen presenteert Potok zich in toenemende mate als een auteur die steeds minder antwoorden heeft op dringende levensvragen. Hij houdt zich frequenter bezig met het vraagstuk van de theodicee en heeft gerichtere aandacht voor de Shoah. De hoofdpersonen in de novellen worstelen allen met pijnlijke herinneringen. Hiertegenover staan de ‘niet-joodse’ kinderverhalen. De lichte, optimistische toon vormt een prachtig contrast met de zwaarte van de novellen - alsof Potok als schrijver zijn zelfgeschapen wereld weer in evenwicht tracht te brengen. Op die manier vormen de kinderboeken een haast noodzakelijk tegenwicht; onmisbare pendanten in Potoks oeuvre en in de eigen boekenkast. |
|