| |
| |
| |
Marja Brouwers
Het verraad van Danny Saunders
Over Uitverkoren
Ik heb eerder over Potok geschreven en ben daarbij steevast tot dezelfde conclusies gekomen. Zijn vroege romans worden beheerst door religieus-didactische, in plaats van door esthetische bedoelingen. Zijn personages zitten gevangen in een monothematische opzet, die zich gemakkelijk uitbreidt, maar weinig ruimte laat voor ontwikkeling. De confrontatie van orthodox jodendom met westerse moderniteit heeft bij Potok een uitkomst die niet door middel van een verbeeldend talent hoeft te worden bevochten, omdat die uitkomst, anders dan bij Bellow of Philip Roth, bij voorbaat vaststond. Het boek dat mij indertijd het meest te zeggen had, was het debuut The chosen (Uitverkoren). Ik herlees het, en ga na hoe het duo Danny Saunders/Reuven Malter als een soort surrealiteit aan Potoks nadrukkelijke traditionalisme is ontstegen.
| |
Tussen twee culturen
Uitverkoren opent met een meesterstukje van parabelconstructie. We zijn in Williamsburg, het joodse getto in New York. Naast orthodoxe families van Poolse en Russische afkomst wonen daar ook een paar Chassidische sekten, elk met hun eigen rabbi. eigen synagoge, eigen jesjiwa en eigen boze gedachten over de ideeën van de buren, waarbij men de confrontatie wellicht tot in lengte van dagen uit de weg zou zijn gegaan, als dit niet Amerika was in de jaren van de Tweede Wereldoorlog.
In die samenloop van plaatselijke en tijdelijke omstandigheden is het denkbaar dat de docenten van joodse parochiescholen sportwedstrijden organiseren om te bewijzen dat hun leerlingen, in weerwil van de lange uren Talmoedstudie, net zo fit zijn als alle andere gezonde Amerikaanse jongens. In het eerste hoofdstuk van Uitverkoren treden twee jesjiwa-teams als een wandelend staaltje absurdistische poëzie tegen elkaar in het veld. Met een nauwkeurige beschrijving van uiterlijkheden nodigt Potok de lezer uit de scène te visualiseren.
Het team van de orthodoxe school onder leiding van een gymnastiekleraar draagt op het sportveld als teken des geloofs alleen de keppeltjes. het chassidische team, met als coach een jiddisch sprekende rabbi, verschijnt in uniform en draagt behalve die keppeltjes ook de slaaplokken en de zichtbare franje van het traditioneel voorgeschreven onderhemd, de tzitzit, die losfladdert in onderworpenheid aan een Bijbels gebod. De sport - hoe kan het anders in de jaren veertig - is baseball, een sport die in zijn mythische dimensie verschillende associaties uitlokt, niet alleen met
| |
| |
grote zakken popcorn en blikjes coca-cola, maar met patriottisme, Americanism. Op deze tribune ontbreken cola en popcorn. Terwijl de orthodoxe gymnastiekleraar zijn leerlingen aanvuurt met een opmerkelijk krijgzuchtige soldatentaal, beperkt de chassidische rabbi zich tot het lezen van een boek.
Ik-verteller Reuven Malter bevindt zich onder de thuisspelers van de orthodoxe school. Dat hij een ster is in de Talmoedklas en ook in andere opzichten hoogbegaafd, horen we later. Voorlopig wil hij alleen kwijt dat hij op het sportveld een werptechniek heeft geoefend waar normaal gesproken geen slaghout tegenop kan. Maar in de verhalen van Chaim Potok lopen naar de maatstaf van het normale leven meer hoogbegaafden rond. In het chassidische team valt meteen een lange jongen op. Zijn gezicht, ‘als uit steen gebeiteld’, is uitdrukkingsloos. De manier waarop hij het slaghout hanteert, is ook al steenhard. Zelfs een pitch waarvan de wiskundig berekende boog op anderhalve meter afstand van de vanger plotseling versneld daalt, kan hij raken en wat meer is, hij slaat de bal recht op het hoofd van de werper af. Deze gevaarlijke speler is Danny Saunders.
Met het aantreden van de twee teams voor een honkbalwedstrijd is de grondslag gelegd voor een terugkerend onderwerp van Potoks boeken: de mens tussen twee culturen, in concrete details gelegd. In vervolgromans wordt het geasfalteerde sportveldje in New York op een soms wat geforceerde manier in de geografische breedte gerekt, tot het in Het boek van het licht een gebied beslaat van Harvard tot Japan en Korea, terwijl de aanvankelijke interculturele controverse tussen honkbal en tzitzit ondertussen is ggeëvolueerd tot een filosofisch contrast tussen het doodslicht van de atoombom en het mystieke licht van de Kabbala. Als thema belangrijker, maar met het artistieke bezwaar dat wie de probleemstelling kent, wel kan raden hoe Het boek van het licht zichzelf naar zijn conclusies toeschrijft. In het zoveel beslotener bestek van Uitverkoren blijven zulke conclusies voorlopig ongrijpbaar.
| |
Apikorsim
Reuven Malter kan een moeilijke bal gooien en Danny Saunders kan een moeilijke bal slaan. Naarmate het spel vordert, openbaart zich tussen de teams een vijandigheid waarvan de dodelijke ernst vreemd afsteekt tegen het opgeroepen decor van de oorlog in Europa. Het is een vijandigheid die niets menselijks lijkt te hebben en die ergens verborgen onder de wedstrijdkreten in een soort sub-taal uitgesproken wordt, een taal waarvan de niet Talmoedisch georiënteerde lezer denkelijk weinig zou verstaan, als de schrijver niet bij monde van zijn ik-verteller tussen de innings door uitgelegd had dat er in de kringen van al deze gelovigen diepgaande verschillen van mening bestaan, zowel wat betreft het aantal uren dat op de jesjiwa besteed dient te worden aan Talmoedstudie, als ook over allerlei tekstwetenschappelijke kwesties die aan bestudering van die omvangrijke Rabbijnse literatuur verbonden zijn.
Van deze kwesties weet Danny Saunders blijkbaar meer af dan goed is voor een jongen van veertien. Onder het suizen van de bal en het struikelen van het veldteam richt hij zich op vlakke toon tot Reuven:
‘Jouw vader is David Malter, de man die artikelen over de Talmoed schrijft?’
En als Reuven dit bevestigt, deelt hij hem kalm mee: ‘Ik heb mijn team gezegd dat we jullie vanmiddag gaan afmaken, you apikorsim.’
Reuven kent genoeg Hebreeuws om het ultieme scheldwoord (atheïsten) in de volle reikwijdte te vatten. Met apikorsim duidde men oorspronkelijk op die joden die, opgevoed in judaïsme, fundamentele leerstellingen als het bestaan van God, de openbaring of de wederopstanding ontkenden. Maar voor sommige preciezen zou een jood die bijvoorbeeld Darwin las en geen slaaplokken en tzitzit droeg, ook al apikoros zijn. Ongemerkt is de interscolaire competitie in een Heilige Oorlog veranderd, die er voor Reuven Malter mee eindigt dat Danny Saunders hem het ziekenhuis in slaat.
De verwonding die Reuven oploopt, mankeert het niet aan symbolische betekenissen. De chassidische bal, met de volle kracht die een goedgeslagen bal kenmerkt op het korte baanstuk tussen slagman en werper, heeft zijn bril versplinterd, waarvan een scherf is achtergebleven in zijn linkeroog. Er is een oogoperatie nodig om de schade te herstellen. Even dreigt blindheid.
| |
| |
| |
Vaders en zonen
De mooiste vondst van dit baseball-preludium is de stenen Danny Saunders. Zijn bestaan is al verbazingwekkend, maar het zit ook nog eens vol met allerlei raadselachtige intonaties uit de draaikolk van een duister Europees verleden. Hij is de zoon van reb Saunders, afstammeling van Russische rabbi's wier familiedynastie teruggaat tot de tijd van de Ba'al Sjem Tow, de achttiende-eeuwse grondlegger van het Chassidisme. Danny is door geboorte voorbestemd zijn vader te zijner tijd als geestelijk leider van zijn gemeente op te volgen. Als spil en leider van het onwaarschijnlijke honkbalteam wordt hij door zijn coach en teamleden behandeld als een ikoon en zijn gedrag is daarmee in overeenstemming. Hij is de archetypische vertegenwoordiger van een geschiedenis die het karakteristiek-Amerikaanse baseball niet alleen verbindt met het religieuze geruzie van joden onder elkaar, maar, onvermijdelijk, met de historische achtergronden van de joodse immigratie in Amerika, de achtergronden van getto, pogrom en vernietigingskamp.
Potoks lezers hoeven niet bang te zijn dat ze van tijd tot tijd worden opgescheept met een bladzijde waar iets zomaar eens gebeurt. In het ziekenhuis, waar het oog gelukkig goed geneest, merkt Reuven in halfslaap dat er naast zijn bed iemand ‘in het licht’ is gaan staan. Hij doet zijn ogen open en ziet de persoon die het al eerder op het licht daarin gemunt scheen te hebben: Danny Saunders, nog steeds voor driekwart uitdrukkingsloos en voor het overige kwart berouwvol. Het kost Reuven eerst moeite te geloven dat Danny die bal niet met opzet tegen zijn hoofd geslagen heeft, maar als Reuvens Talmoedgeleerde vader hem eraan herinnert dat er volgens de Talmoed twee dingen zijn die je in je leven moet doen: een leermeester accepteren en een vriend vinden, ontstaat de vriendschap die Potoks eerste variant wordt op een terugkerend thema van Vaders en Zonen.
Potok als leider van een zomerkamp (1948)
Want Danny Saunders wordt in nog hogere mate dan Reuven Malter bepaald door het feit dat hij de zoon is van zijn vader. Terwijl Reuven als romanpersonage tamelijk oninteressant blijft - de ik-verteller is een vriendelijke en bovenal erg redelijke jongen die in zijn orthodoxieën precies zoals zijn vader naar het wat liberalere neigt en voor geen cent nieuwsgierig wordt naar de niet-joodse segmenten van de Amerikaanse samenleving - is Danny voorlopig wel iemand om de aandacht vast te houden. In tegenstelling tot Reuven is Danny tegen zijn eigen vader in verzet. Weliswaar is het een verzet waar een opstandige jongere van het Catcher-in-the-Rye-type nog altijd niets dan
| |
| |
de grootst mogelijke volgzaamheid in zou kunnen ontwaren, maar het is verzet. Binnen de contouren van de wereld die Potok hier schetst en die je als lezer door middel van deze Danny langzamerhand als bestaanbaar en zelfs als waardevol gaat accepteren, is het misschien buitengewoon radicaal, en in ieder geval buitengewoon, dat Saunders zonder medeweten van zijn vader de gewoonte heeft middagen door te brengen in een openbare bibliotheek om daar de ene plank na de andere leeg te lezen.
Indachtig de raad der wijzen dat men een leermeester zou moeten accepteren heeft hij in zijn leeshonger het verstand gehad zich hierbij te laten adviseren door een oudere, eveneens frequente bibliotheekbezoeker. De scène waarin Danny Saunders ontdekt dat zijn aanvaarde leermeester David Malter is, schrijver van artikelen over Talmoed waarin historisch beredeneerde tekstcorrectie van moeilijk te interpreteren passages wordt aanbevolen volgen een wetenschappelijke gewoonte van verdachte apikorsim - die scène had Potok wat mij betreft wat subtieler mogen aanpakken. Zoals daar Reuvens Vader dat ziekenhuis binnenstapt en Danny hem stomverbaasd aanstaart, dat is een van die gelegenheden waarbij de schrijver zijn voorbedachte rade wat al te kras laat zien. Interessanter is de geheimzinnige relatie die Reuven Malter noodgedwongen voelt ontstaan tussen hemzelf en Reb Saunders.
| |
Stilte
Het blijkt Reuven al gauw dat de eigenaardige hardheid van Danny Saunders geen onvriendelijkheid is, maar een mengsel van arrogantie, veroorzaakt door een bovenmatig intellect, en eenzaamheid, veroorzaakt door een ongewone opvoeding. De eerste schrik die reb Saunders Reuven bezorgt is een ritueel in zijn synagoge, waar Danny ten overstaan van de hele gemeenschap aan de tand wordt gevoeld betreffende zijn kennis van Talmoed.
Danny is dit blijkbaar gewend. Zonder een spier te vertrekken geeft hij al kruisrefererend en bronciterend de indruk de hele Talmoed uit zijn hoofd te kennen. Hierna ontdekt Reuven dat dit soort gesprekken de enige zijn die reb Saunders ooit voert met zijn zoon. Thuis voedt hij hem op in stilte, gesteund door het motto uit de Zohar dat Potok vooraf doet gaan aan Boek Twee van Uitverkoren: ‘Stilte is overal goed, behalve in verband met Tora.’ Was Reuven Philip Roth geweest, hij zou naar huis zijn gerend en Portnoy's Complaint hebben geschreven. Maar Reuven is de zoon van de (tot de berichten over de Poolse kampen beginnen los te komen) onverstoorbare David Malter en diens geduld in het leveren van verontschuldigende tekst en uitleg bij de merkwaardige gebruiken en gewoonten van reb Saunders is onuitputtelijk.
Zo wordt aannemelijk gemaakt dat de stilte die reb Saunders tegenover Danny handhaaft niet liefdeloos is of wreed, maar een overgeleverde wijsheid van de opvoeder die merkt dat het aan zijn opvoeding toevertrouwde kind intellectueel begaafd is en waarschijnlijk in staat zich snel alles eigen te maken, behalve een idee van het lijden in de wereld. En voor iemand als reb Saunders, die niet alleen met de geestelijke, maar ook met de psychologische en materiële problemen van zijn gemeente wordt geconfronteerd, is dát nu juist de meest noodzakelijke kennis. Al leerde iemand de talen van mensen en engelen of vond hij een atoombom uit, als hij het medelijden, het ware, niet leerde, zou het allemaal nog steeds niets waard zijn. In het zwijgen van zijn vader zal Danny een mystiek gehoor ontwikkelen voor het lijden in de wereld. Ruim voor het slot van Uitverkoren is reb Saunders verschoond van alle westerse psychologismen. We horen terloops dat hij als jonge rabbi ergens in Rusland zwaargewond overeind krabbelde, zijn door lokale fanaten vermoorde vrouw en zoontje begroef en met de resterende leden van zijn sekte naar Amerika vluchtte, waar Danny's moeder zijn tweede vrouw werd.
Verbannen en van alles beroof heeft deze man in het getto van Williamsburg een tweede gezin gesticht, waarover hij waakt als een jaloerse oudtestamentische god die zich geen tweede keer laat ringeloren. Hieraan ontleent hij het persoonlijke recht Reuven Malter te dwingen in de positie van Danny's verklikker. Reb Saunders weet allang dat zijn zoon middagen in de bibliotheek rondscharrelt. De wetenschap kwelt hem, maar omdat hij op goede gronden vermoedt dat Danny zich daar niet bezig houdt met Tora is zijn zwijgen langzaam maar zeker de mistbank geworden waarin Danny rustig zijn gang kan gaan. Als
| |
| |
reb Saunders tenslotte via Reuven met zijn zoon begint te spreken, is Reuven zo onzeker over de rol die zijn eigen vader hier gespeeld heeft, dat hij zwijgen kan noch liegen.
| |
Moreel verraad
De karakters van Potok zijn anders, hebben een andere wordingsgeschiedenis dan de doorsnee-immigrant. Een van hun problemen is dat de geringste vorm van aanpassing aan de westerse wereld al iets krijgt van een moreel verraad. En gering is het niet, wat Danny Saunders naast zijn Talmoed weet te absorberen. Hij leest psychologie, niet-joodse filosofie, wereldgeschiedenis, Darwin, Freud, met een leestempo dat alleen goed te begrijpen is voor wie zelf onder leescensuur is opgevoed. Bovendien heeft hij het door Talmoedstudie goed getrainde geheugen, dat niet meer zal vergeten wat het las. Maar uiteindelijk is het reb Saunders, en niet Danny, Reuven of David Malter, die op dit kruispunt van historische tendensen transformeert tot een nieuwe menswaardigheid, als hij met majesteitelijke zelfbeheersing Danny's besluit aanvaardt om de familietraditie van rabbijnse zelfopvolging te breken en psychologie te gaan studeren.
De literaire kritiek heeft bij Potok nooit om journalistieke kwalificaties verlegen gezeten. Uitverkoren is een roman over vriendschap, een Bildungsroman, een roman over vervreemding door migratie enzovoort. Maar eigenlijk is het geen roman maar een parabel. Wat die ‘Bildung’ betreft is het alleen Danny Saunders die zichtbaar enige vorming ondergaat. De lezer wordt geen moment betrokken bij wat er nu precies in Danny omgaat en daarmee bereikt Potok het effect van een geheim, een of ander niet helemaal te doorgronden mysterie, waarin de figuur van Danny Saunders gehuld blijft. Reuven Malter is het door de schrijver niet gegeven om in zijn rol van verteller nog zoiets als een ontwikkeling door te maken. Geconfronteerd met de zeden en loyaliteiten van het chassidische milieu beperkt hij zich er hoofdzakelijk toe, van de ene verbazing in de andere te vallen.
Een opkomende interesse van Reuven in wiskunde, logica en calculus, op te vatten als het signaal voor een eersteklas brein, schijnt hem te beletten reb Saunders werkelijk te begrijpen. Als Duitsland capituleert en de omvang van de genocide duidelijk wordt, begaat hij nietsvermoedend in de huiskamer van Saunders een opmerking te maken over het Zionisme, waar hij in hartelijke eensgezindheid met zijn eigen vader een fervent voorstander van is. Maar voor reb Saunders is het Zionisme een ongepast werelds initiatief, een onvergeeflijke inbreuk op de Messiaanse gedachte. Telkens weer is iedere romantechnische overweging ondergeschikt aan het leerstellig systeem, waarin Reuven en Danny als Kafkaeske wetsovertreders schuldig moeten blijven zonder een misstap te hebben begaan.
Uitverkoren werd geschreven in de jaren zestig, toen de schrijver en zijn lezers beschikten over alle feiten van Nazi-Duitsland, feiten die een veel algemenere bekendheid hebben gekregen dan de meer incidentele vervolgingen en slachtingen waardoor de joden vooral in Polen en Rusland eerder met een zekere regelmaat waren bedreigd. Sinds 1945 is iedere romanfiguur met een joodse identiteit onvermijdelijk een soort overlevende. De joodse romanschrijver, die voor deze verschrikking geen speciale aandacht opeist, maar er niet omheen kan dat het toevallig de zijne is, wordt door de geschiedenis voorlopig gedwongen tot een hoeveelheid realisme. Bij de massamoord op het Europese jodendom staat de dichterlijke fantasie stil. Potok heeft er alleen impliciet iets over te zeggen, omdat zijn oeuvre zich concentreert op de overlevenden en misschien nog meer op een overtuiging dat in Amerika juist datgene zou kunnen overleven, dat in Europa aan de meest effectieve vernietiging heeft blootgestaan, namelijk de hoge en strenge geestelijke discipline van de Rabbijnse tradities. Maar zo'n voortzetting van de joodse cultuur op Amerikaanse bodem zou dan toch iets anders moeten zijn dan een loutere verplaatsing van getto naar getto. Anders dreigt die verstarring, waarmee Danny Saunders het aanvangstafereel van Uitverkoren betreedt. Een gevaarlijke verstarring, zoals al blijkt uit de manier waarop Danny's honkbal te recht en te laag het veld in werd gestuurd.
|
|