ling die later, na het gymnasium is verrezen en wel speciaal met het oog op ingenieurs en dergelijken. Langzamerhand is dit ding echter ontaard en wordt ervan gebruik gemaakt door aanstaande medici, wisen natuurkundigen, biologen, geologen en wat dies meer zij, waarvoor het oorspronkelijk absoluut niet bedoeld was. Gewoonlijk hebben de Hoogere Burgerscholen een vijfjarige cursus, zoo ook de mijne en men ontvangt er onderwijs in de voornaamste vakken, wis- en natuurkunde, scheikunde, kosmografie, de moderne talen, plant- en dierkunde, aardrijkskunde en geschiedenis, schoonschrijven, boekhouden, gymnastiek en staatswetenschappen, zoo men ziet een heele cul.
Een dergelijk instituut heb ik gedurende drie jaren bezocht en met vrij goed gevolg zonder een van de knapsten te zijn kon men mij ook niet bij de allerdomsten indeelen.
Ik heb nog vergeten melding te maken van een belangrijke operatie die ik destijds in het ziekenhuis onderging. Bij een of andere gelegenheid had ik namelijk een breuk opgeloopen, dewelke snel en handig door een bekend chirurg is genaaid zodat ik na een week weer uit het ziekenhuis kon worden ontslagen. Het was er anders erg gezellig dus speet het me wel, ook vanwege de mooie boeken die er te lezen waren, o.a. Stuurman Flink; het heugt me nu nog als de dag van gisteren hoe mooi ik dat vond, vooral hoe handig stuurman Flink het allemaal op dat eiland wist in te richten. En dan nog allerlei andere boeken, maar enfin dat doet er minder toe. Gelukkig bleek de operatie afdoende geweest te zijn, tenminste, na dien tijd heb ik van het euvel niets meer vernomen. 't Is natuurlijk niet gezegd dat, wanneer men van een kwaal gedurende vrij lange tijd niets meer merkt, deze kwaal zonder enige twijfel genezen is, maar men kan het toch met vrij groote zekerheid in dit bijzondere geval aannemen. Ik voor mij heb althans de moed dit te doen en ik geloof dat deze houding eveneens de goedkeuring van mijn arts wegdraagt.
Na dit lichamelijk avontuur, waarover ik misschien een beetje verder heb uitgewijd dan strikt noodzakelijk was, ben ik nog ongeveer twee jaar op de Hoogere Burgerschool geweest, ben toen ziek geworden, welke ziekte drie jaar heeft geduurd, maar waarin ik toch tijd vond de overschietende twee schooljaren bij te werken en mij zodoende onder de groenen van het jaar 1921 te bevinden en dezen avond speciaal hiervoor dit geschreven heb.
De ‘levensbeschrijving van H.P. Schönfeld Wichers’ werd afgedrukt met toestemming van de senaat van het Amsterdams Studenten Corps en de Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (met dank aan Roeland Wijs en Louisette Peters).