Vader Sahar heeft zestien kinderen. Acht daarvan wonen in Nederland, de anderen in Marokko. Thuis golden de strenge wetten van de Koran, het heilige boek. Pal voor we beginnen met het interview heeft Hans een exemplaar van de Nederlandse vertaling cadeau gekregen van zijn uitgever Ronald Dietz. Aan alles is te zien dat hij met het cadeau zeer in zijn nopjes is, want de godsdienst betekent toch nog veel voor hem: ‘De Koran geeft je het gevoel dat er over je gewaakt wordt. Nu kan ik hem eindelijk zelf lezen’, verzucht hij, ‘want ik spreek geen Arabisch, alleen maar Berbers.’
Tegenover de wetten van de Koran stonden de wetten van de straat in de povere Haagse buurt waar Sahar opgroeide: ‘Als er gescholden wordt, er op losslaan’, want je mannelijke trots is het enige wat je hebt. Twee werelden die elkaar moeilijk verdragen.
Als ik met het gesprek wil beginnen, waarschuwt hij me dat hij soms over dingen even moet nadenken. Dat blijkt achteraf een overbodige mededeling want Hans Sahar formuleert snel, is een rappe verteller en heeft een duidelijke mening over zijn positie hier in Nederland.
‘Abi voelt zich evenzeer Marokkaan als Hagenaar’, staat er op de achterflap van je boek. Dat betwijfel ik. Voelt hij zich niet in de eerste plaats Hagenaar?
In sommige opzichten wel, maar Abi is geboren in Marokko en de eerste vier jaar van zijn leven bracht hij in deze cultuur door. Marokkanen zijn sterk op het behoud van hun eigen cultuur gericht. Mijn vader leest elke dag voor uit de Koran en brengt zijn dagen door in de moskee. Je wordt met de Islam geboren en groot gebracht. Ik moest naar een Koranschool en drie keer per dag naar de moskee om te bidden. Het mooie ervan is dat je ergens bijhoort, de religie geeft je een identiteit. Aan de andere kant kun je als jongen in een Nederlandse samenleving de wetten van Allah niet naleven.
Hoe sterk zijn die wetten van de Koran?
Je mag geen foto's in huis hebben, geen televisie; helemaal geen afbeeldingen. Maar je wilt wél televisie kijken en woensdag 's middags gaan zwemmen met je vriendjes. Of je wilt zaterdagavonds naar de disco en dan moet je naar de moskee. Om maar niet te spreken over sex. Mijn vader begreep wel dat ik liever ging zwemmen met mijn vriendjes dan naar de Koranles en die zei dan ook ‘Hier heb je vijf gulden, ga maar lekker zwemmen’, maar de meeste Marokkaanse vaders zijn niet zo verlicht. Heb je een minder soepele vader dan krijg je thuis een enorme strijd.
Hoe moet je als Marokkaans kind in die twee werelden leven?
Je kunt twee wegen bewandelen. Die van je vader en moeder, wat bijna onmogelijk is omdat de wetten van de Koran niet passen in een land vol discotheken, vrienden en mooie meiden. Die strenge religieuze Marokkanen ontmoeten elkaar dan ook in de moskee en houden de wereld, de Nederlandse cultuur, helemaal buiten hun eigen leefwereld. Of alles laten wat een grote strijd met je vader oplevert, die je op een gegeven moment het huis uitgooit. En dat is het punt waarop alle problemen beginnen. Ik ben ook de straat opgegaan en had overal schijt aan. Je kiest voor de Nederlandse cultuur en je wil je aanpassen, maar je vindt geen baan. Daarom kiezen de meeste Marokkaanse jongeren geen van beide wegen, ze blijven er tussen in zitten, zien geen uitweg en komen in het criminele circuit terecht. Ik hoorde bij een Haagse straatbende want alleen bij die jongens kun je je verhaaltjes kwijt. Die hebben ook geen zin om met hun ouders stom voor de televisie te zitten. Ze hebben dezelfde ervaringen, dus daar ga je een balletje mee trappen en in een snackbar hangen om een patatje te eten.
Het hele stel hing bij de snackbar rond. Dat was de vaste ontmoetingsplaats als ze niet onder het afdakje op het schoolplein stonden. Zwart, blank, bruin, iedereen kwam er na schooltijd en 's avonds. Sommigen zaten op hun brommer met elkaar te praten. De rest stond binnen aan de bar te wachten op een patatje of een broodje shoarma, en zette een blikje cola aan de mond. Abi hoorde bij de vaste klanten. Hij schoof aan bij een paar bekenden uit de buurt die naast de jukebox zaten. Om boven de herrie van dat muziekbeest uit te komen werd er altijd keihard geouwehoerd over niks, of over een stom baseballpetje, en vooral werd er veel opgeschept, over de nieuwste sportshoes van British