Pijnlijk soort intimiteit
Als kind observeerde je de broer en zusters die in allerlei liefdesperikelen verwikkeld waren. In hoeverre heeft dat je beïnvloed?
De familieverhalen over liefde en scheiding betekenden voor mij een ontluistering van de volwassenenwereld. Wat ik gedwongen om me heen zag en hoorde was pijnlijk en stond lijnrecht tegenover mijn naïeve kinderwereld. Hun werkelijkheid was voor mij niet toegankelijk, maar beïnvloedde me wel omdat je als waarnemer nooit een buitenstaander bent. De dingen die je waarneemt worden stukjes van jezelf. In het eerste deel van de bundel is het meisje aan het woord dat kijkt, in het tweede deel de afstandelijke vertelster die ze door al dat kijken is geworden.
Het wezen van de mens wordt niet bepaald door dat laagje van zogenaamde beschaving, maar door erkenning van wat je drijft. Ik vind het hypocriet om net te doen alsof we die gevoelens van hebberigheid en bezitsdrang niet hebben. Dat toegeven en het met humor benaderen maakt je tot een volledig mens. Sommige begeertes vernielen of verwonden, andere herstellen of leveren tragi-komische situaties op. Daar schrijf ik over, want het is niet alleen schoonheid die liefde en aandacht verdient.
In het titelverhaal, waarin een jong meisje in een soort vreemdelingenpension door een buitenlander ontmaagd wordt, is het thema de intimiteit van het vlees. De onluisterende omgeving doet de lezer griezelen, terwijl de vertelster desondanks vrij laconiek de lust bij zichzelf bespeurt. Het knappe van Uphoffs vertelwijze is dat de lezer het mét haar ontdekt.
Bij sexuele intimiteit hebben we het ideale plaatje in ons hoofd van een man en een vrouw in bed. Maar als twee lichamen, dierlijk of menselijk, zich dicht bij elkaar in één ruimte bevinden, ontstaat er altijd intimiteit. Ook al is die niet warm, mooi of fijn, ze is er wel. Het is een pijnlijk soort intimiteit. Daarom kan dat zo schokkend zijn, dus praten we er niet over. Ik vind aangeraakt worden bijvoorbeeld heel betekenisvol. Maar aanraken kan strelen of slaan zijn, beide doen wat met je. Ik vind de achteloze aanraking van een veel grotere treurigheid dan verrot gescholden worden. Het belang van aanraking wordt door die onverschilligheid van al zijn dimensies ontdaan. In een bejaardentehuis zitten mensen die al tien jaar niet meer op een liefdevolle manier zijn aangeraakt. Als ik daar naar kijk, kan ik wel janken. Als je niet aangeraakt wordt, ga je dood.
Hetzelfde gebeurt in het verhaal ‘Vlees’ waar een kind zich angstig, maar toch vol nieuwsgierigheid en lust laat betasten door een zwerver in de bosjes. Ze beschrijft de spanning die deze met walging gevulde intimiteit toch oproept, op een heel eigenzinnige manier en door de verwarring van de hoofdpersoon voelbaar te maken, wordt deze ervaring ook voor de lezer verteerbaar.
Ik herinner mij zijn stoffige, zure lucht, de rode jam op zijn lippen. Toen hij zei dat hij in het wachtershuisje woonde, daar waar zijn tassen stonden, ‘Daar waar het altijd warm is’, drong het met een schok tot me door dat dit wel eens de man kon wezen waar de meiden in 't geniep over spraken. Die ze de Hazelaar noemden. Ik stond heel dicht bij de struiken. De blaadjes prikten in mijn huid en de zon brandde op mijn haren. [...] Ik kon onder zijn armen duiken en wegrennen, maar hij wiebelde almaar met zijn hoofd en zijn glimlach speelde zo weemoedig om zijn lippen. Zijn dunne, witte haar danste als het pluis van paardebloemen en hij legde zijn hand op mijn arm en zei: ‘Ik ben een zachtaardige man. Ik heb vaak en veel geleden. [...] Hij had treurige ogen, bruin en glanzend als kandij. Voorzichtig begon hij met zijn vingers over de binnenkant van mijn pols te wrijven en ik voelde hoe vochtig zijn hand was.
Je wilt een type lichamelijke intimiteit binnen de literatuur halen, die altijd weggemoffeld wordt?
Sexualiteit is niet alleen poezelig en teder, maar vaak ook gewelddadig, vervelend en buitengewoon