Robert-Henk Zuidinga
Taal in Letteren
Toen in najaar 1994 Asbestemming van A.F.Th. van der Heijden verscheen, werden voor de auteur traditiegetrouw een aantal signeersessies belegd. Een advertentie uit die periode laat hem tussen 29 oktober en 26 november plaatsnemen bij Scheltema Holkema Vermeulen (in Amsterdam), Atheneum (Haarlem), Kramer & Van Doorn (Zeist), Van der Galie (Utrecht), Comenius (Naarden), Dekker Van de Vegt (Nijmegen), Van Someren & Ten Bosch (Zutphen), Paagman ('s-Gravenhage), De Kler (Leiden), Harry Bek (Veghel), Atheneum (Amsterdam) en Vroom & Dreesmann (Amstelveen).
Wat aan dit lijstje opvalt, is de volstrekt ongeïnspireerde naamgeving van al die zaken. Het zijn zonder uitzondering - en ik heb er niet één uit de advertentie weggelaten - eigennamen, vermoedelijk van de oprichter, de eigenaar of diens grootvader. Wie verder kijkt dan het kunstkatern van zijn dagblad, vindt evenwel ook namen - veelal van een antiquariaat - waaruit spreekt dat de boekhandelaar enig besef heeft van wat hij te koop aanbiedt. Meestal is het de titel van een boek of gedicht danwel de naam van een personage. Zo kent Roozendaal antiquariaat Het Verboden Rijk, naar ik aanneem vernoemd naar Slauerhoffs roman uit 1932, zonder dat mij een bijzondere band tussen Slauerhoff en Roozendaal bekend is. In Amsterdam vindt u antiquariaat Titaantjes (naar Nescio's novelle uit 1915) en in Baarn antiquariaat Bavinck, genoemd naar een van die titaantjes. (Om de hoek bij Titaantjes zit trouwens Stichting Perdu, waarin ook zonder het toelichtende ‘De Verloren Tijd’ dat de stichting er aan toegevoegd heeft, wel Prousts A la recherche du temps perdu herkend kan worden.) Eveneens in Amsterdam zit antiquariaat Edigius (‘In- en verkoop van goede boeken’), dat voor zijn naamgeving een personage heeft gekozen uit een van onze bekendste Middeleeuwse gedichten:
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn,
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
(En sinds Gerrit Komrij's derde dikke bloemlezing verschenen is, weten we dat er aanzienlijk meer dan dit ene gedicht tot ene Egidius gericht zijn.)
Veel toneelstukken zijn er niet terug te vinden in deze boekhandelsnamen, maar in de Amsterdamse Oudemanhuispoort zit in Kast 1 De Wijze Kater, naar het toneelstuk van Herman Heijermans uit 1915. (En voor de volledigheid: in kast 10 zit de zaak van Th. van der Heijden; de overige voorletters zijn er blijkbaar afgevallen.)
Leuker - en eerlijk gezegd ook wat meer literair - vind ik het als de naam van een boekhandel volstaat met een verwijzing, daarmee de herkenning van de volledige titel aan de klant overlatend. Zo'n antiquariaat is De Keerking in Nijmegen, waarvan de naam verwijst naar twee romans van Henry Miller: Tropic of cancer (vertaald als Kreeftskeerkring) en Tropic of capricorn (Steenbokskeerkring). (Subtieler nog is in dit verband de naam van literair café Miller aan de Binnen Bantammerstraat in Amsterdam. Dat zou evengoed genoemd kunnen zijn naar de Amerikaanse toneelschrijver Arthur Miller, ware het niet dat Stichting de Keerkring er literaire workshops organiseert.)
Mijn favoriete naam onder de boekhandels is die van de winkel van Hinderickx en Winderickx in Utrecht, overgenomen uit mijn favoriete gedicht van Paul van Ostayen: