Tapani Ritamäki
Axel en Axel
Gezien vanuit een Fins perspectief
‘Niet weer hè,’ barstte Bo Carpelan (geb. 1926) uit, toen de Finlandia-prijs - het equivalent van de Franse Goncourt - waarvoor hij in 1986 voor de tweede keer genomineerd was, wederom aan zijn neus voorbijging.
Maar er zou toch nog een derde keer komen. In 1993 werd Carpelan met zijn roman Urwind (Oerwind) in het literaire kastenstelsel van Finland eindelijk verheven tot brahmaan. Het lijkt volstrekt redelijk om te zeggen dat Urwind met kop en schouders uitstak boven de andere Finse romans die in 1993 uitkwamen, zoals de motivering van professor Kai Laitinen bij de prijsuitreiking luidde. Maar in Carpelans eigen oeuvre haalt het boek het niet bij de roman Axel (1986). Wanneer je Carpelans oeuvre leest, valt het grote verschil in kwaliteit tussen de twee laatste romans en de vier voorgaande onmiddellijk op. Een middelmatige Finlandzweedse schrijver van middelbare leeftijd, die plotseling de stap naar de Nobelklasse maakt, het lijkt absurd.
Misschien heeft Carpelans katachtige sprong iets te maken met het feit dat hij tot 1980, toen hij werd benoemd tot hoogleraar kunstgeschiedenis, zijn tijd moest verdelen tussen schrijven en zijn eigenlijke broodwinning als onderdirecteur van de stedelijke bibliotheek van Helsinki, een baan die hij bijna twintig jaar lang zonder één dag ziekteverzuim schijnt te hebben vervuld.
Absurd en verbluffend - even verbluffend als het feit dat de critici kennelijk niet hadden gemerkt wat er aan de hand was. Wel hadden ze zich gerealiseerd, dat de vroegere lyricus ook iets anders dan gedichten kon schrijven en dat Axel als ‘een groots boek’ kon worden beschouwd. Maar net als de recensent van het grootste Finse dagblad, Helsingin Sanomat, zeiden velen dat ze ‘stukken ervan ronduit slaapverwekkend vonden’. Carpelans taalgebruik wordt ‘virtuoos’ genoemd, maar tegelijkertijd ‘(soms) te kunstzinnig uitgevlochten’. Het is de vraag of Carpelan niet een soort Finse James Joyce is geworden en Axel een Finse Ulysses, een boek dat bij veel mensen in de boekenkast staat, maar slechts door weinigen is gelezen. Aan het beeld kan nog worden toegevoegd, dat men in Finland enthousiast is over Axel's triomftocht door de wereld, het boek is tot op heden in het Frans, Engels en Fins vertaald, en nu ook in het Nederlands. Dat spelen maar weinig Finlandzweedse boeken klaar.
De titel van de roman slaat op de broer van de grootvader van de schrijver. De man was in zijn eigen familie persona non grata en de eerste keer dat Bo Carpelan met enig respect iets over zijn voorvader vernam,