drukt! Eén druk op de knop en het mes schiet in je vette reet! Je bent bang en tegelijk ben je zo geil dat je ploft! En ik haat je!
Albert denkt ik ben zo moe en toch ben ik helder. Ik ben niet bang en ik ben niet geil. Ik ben eerder compact. Ik ben niet in Chicago. Ze schreeuwt ik ga bellen om wijn! Ik moet eerst wijn! Ik geloof dat ik heel kwaad ga worden! Ik ga naar LA! Ik heb een mes!
De alligator doet alsof hij slaapt.
***
Ze zegt blijf zo liggen. Ik weet dat je wakker bent. Ik heb een pistool in mijn hand. Kijk niet. Als je kijkt dan schiet ik. Ik denk dat ik toch ga schieten. Ik weet het bijna wel zeker. Je kan geluk hebben dat ik je door je hoofd schiet en je gelijk de moord steekt maar ik kan ook, als je me heel boos maakt, weet je als je me heel boos maakt dan schiet ik je misschien wel eerst in je voet en dan schiet ik je daarna in je buik en dan gaat het allemaal nog heel lang duren.
Ik ga je eerst iets zeggen. Ik weet niet of het lang duurt. Misschien duurt het heel kort en dan heb je geluk gehad. Ik bedoel dan vertel ik die dingen kort en dan schiet ik je meteen daarna door je kop. Dat zou het mooiste zijn voor jou. Meer dan dat zit er niet in voor jou. Jij klopt niet. Je hebt een gezicht dat wegkijkt. Je wilt niet gezien worden maar je hebt nooit begrepen dat je zo direct zichtbaar bent. Je begrijpt het niet hè. Misschien hou ik nu wel op met praten en misschien schiet ik je nu wel in je buik. Ik voel daar heel erg veel voor. Dat wil ik je wel zeggen. Ik moet nu heel erg veel moeite doen om niet te schieten. Ik denk dat ik het pistool even naast me neer moet leggen. Niet kijken! Klootzak ik zei niet kijken!
Ik weet niets van je en ik weet alles van je. Ik weet dat je dit verdiend hebt. Weet je, dit wil ik je ook nog zeggen. Over dat je almaar vragen stelt. Je vraagt maar wat in het wilde weg. Je bent een blinde. Je zou een antwoord nog niet eens kunnen herkennen.
Je gaat er nu aan en je weet het. Je had naar dit moment uitgekeken, maar nu het eenmaal zover is nu weet je het ook weer niet zo goed. Nu denk je dat je misschien nog wat extra tijd nodig hebt. Omdat je er bijna bent. Ha! Dat is toch eigenaardig niet, dat iedereen dat meteen al aan je gezicht afleest. Alleen jijzelf herkent maar niets aan je gezicht. Je kijkt in de spiegel en je kijkt en je kijkt en er valt je niets op. En je doet maar weer wat. Want dan gebeurt er tenminste iets.
Ik denk echt dat ik het nu gaan doen. Ik denk dat ik niet meer kan wachten. Ik denk dat het sterker is dan mezelf. Ik denk best, ja, dat merk ik, eenmaal pratend denk ik best dat ik hier nog heel veel over te zeggen heb, wat ook allemaal zeer raak is. Maar hoe zeg ik dat, de hand die om dit pistool ligt, of nee, hoe zeg ik dat, de vinger die hier op de trekker ligt, het lijkt wel of die vinger een wil van zichzelf heeft. Het is jammer dat mijn vinger dat moet gaan doen omdat ik ook merk dat het goed voor mij is dat ik deze dingen tegen je zeg. Dat het is als de vervulling van iets. Ja, zo moet ik het denk ik wel zeggen. En van vervulling krijg je niet snel genoeg. Maar het is niet anders. Ik geloof dat het nu gaat gebeuren. Het komt er als het ware aanzetten. Heel interessant. Ik heb hier veel van geleerd. Ja, daar ga je dan. Nog even. Adem nog maar een keer diep in. Dat geef ik je gewoon.
***
Het is al drie uur 's nachts en Albert eet een lauwe pizza als ontbijt. Hij zit er kromgebogen bij en hij heeft de kartonnen doos op zijn schoot. Tussendoor, om weg te spoelen, drinkt hij wat uit het Bud Dry-blikje op de grond. De tv staat op een lang programma waarin een snelkookpan wordt aangeprezen. De presentator zegt u zult versteld staan, ziet u wel, nu gooi ik de aardappelen erin en ik sluit de pan, eerst water erin natuurlijk, en, werkelijk, zo snel als deze aardappelen gaar zijn, en zo vol van smaak!
Albert snijdt vanuit de rand pizzapartjes af en steekt deze dubbelgevouwen in zijn mond. Hij eet ook de pizzarand. Veel mensen laten de rand juist liggen. Hij niet. Albert wil het programma over de snelkookpan niet zien. Hij kijkt liever naar het gordijn dat dichtgetrokken is en waarlangs een kleine aap met lang zwart haar en een enorme staart zich lang-