[Nummer 203]
Voorwoord
Reizen is, aangezien het uiteindelijke doel altijd de thuiskomst is, de meest tijdrovende manier om zich van A naar A te begeven. Eeuwenlang was deze omslachtigheid het vrijwel exclusieve voorrecht van mannen, maar sinds het eind van de vorige eeuw begonnen ook vrouwen er gebruik van te maken. Hoe verschillend de motieven van deze vrouwen konden zijn om op reis te gaan en hoe uiteenlopend de ervaringen waren die zij tijdens hun reizen opdeden, blijkt uit de verhalen aan het begin van dit nummer.
De afgelopen jaren is het aantal reizende schrijfsters aanzienlijk toegenomen - en daarmee is de thematiek van hun verhalen flink uitgebreid. In het tweede deel van dit nummer schrijven vrouwen over hun ervaringen anno nu: in India en Egypte, in Ierland en Italië, in Joegoslavië en Haïti. Of terwijl: verhalen over verlichte vrouwen en kamelen, over liefde en liesbreuk, over aanranding en zombies.
En ten slotte: hoe staat de literaire kritiek tegenover het reisverhaal? Gerrit Jan Zwier keek naar reisverhalen van vrouwen én mannen en houdt de literatuurkritiek tegen het licht.
De redactie
In BZZLLETIN 201/202 is helaas de naam van een van de gastredacteuren niet vermeld, daarom alsnog: het Spanjenummer is tot stand gekomen dankzij de gastredactie van Maarten Steenmeijer en Ger Groot.