Ries Moonen
Bijzondere uitstraling
(Een deel van een college-zaal, liefst amfitheatergewijs. De hoogleraar achter een soort werktafel, zoals in een natuurkundelokaal.)
Professor: Inderdaad, straling, dat is makkelijker gezegd dan gedefinieerd. En de definitie, de formule, daar gaat het om in de natuurkunde. Wat is straling... Is er iets, juffrouw, u zit zo vreemd naar me te kijken?
(De hoogleraar straalt minachting voor de studenten uit. Op de eerste rij zit een studente gebiologeerd en verheerlijkt naar hem te kijken.)
Studente: O nee, professor. O ja. Nee, gaat u alstublieft door.
Professor: U zou moeten zeggen wat u bedoelde, ja of nee. Exactheid! Maar dat is misschien te veel gevraagd. Studeren ja, maar elementaire kunde, nee. Straling dus.... Maar nu zit u weer zo eigenaardig naar mij te kijken, juffrouw.
Studente: Ja professor. Ik bedoel, nee, er is niets. Of eigenlijk wel. Trekt u zich maar niets aan van mij, professor.
Professor: Als u iets wilt opmerken, moet u dat zeker doen. Stoort u zich vooral niet aan mijn betoog.
Studente: Nee professor, ik wil u vooral niet storen.
Professor: U stoort mij niet. U kunt mij niet storen. Zelfs u niet, juffrouw, met uw gestaar. Hebt u wel eens gehoord van het echtpaar Curie?
Studente: O nee, professor.
Professor: Niet? Dat verbaast me nauwelijks. U kijkt anders, juffrouw, alsof u...nou ja, laat maar.
Studente: O professor...
Professor: Het echtpaar Curie hield zich bezig met het onderzoek van uranium en ontdekte een onbekende kracht, een straling.
Wat is straling? Neem ik deze slang en draai ik deze kraan open, dan komt er een gerichte bundel energie, een straal... (Hij heeft de waterstraal op een dommelende student op de derde rij gericht, die nu wakker schrikt)
Professor: Zo jongeman, ook bij de les? Energie dus, uit een bron, zoals deze straal uit een energiebron kwam, in casu de kraan. Een zeer gevaarlijke energiebron soms, zoals... Juffrouw, nu zit u me weer zo aan te kijken.
Studente: Professor, ik kan het niet helpen, u biologeert mij.
Professor: Ik doe wat?
Studente: U heeft zo'n uitstraling, ik weet het niet, ik kan het niet verklaren, maar ik kan me er ook niet aan onttrekken, het is sterker dan ikzelf.
Professor: Uitstraling zegt u?
Studente: Ja, het spijt me.
Professor: Kom, kom. Ik geeft toe, in uw blik is ook iets... tja, toch iets als een dwingende kracht, een uitstraling. Ik moet steeds uw kant uitkijken, of ik wil of niet.
Studente: Ik wil u echt niet hinderen.
Professor: U hoeft uzelf niets te verwijten. (Hij gaat bij haar staan, kijkt haar diep in de ogen)
Studente: Die ogen van u.
Professor: Vlak die van u ook niet uit. Dames en heren, het college is afgelopen, u kunt gaan. En wat ons betreft, juffrouw, mijn opvatting is dat de wetenschappelijke discipline van ons vraagt dit onderzoek voort te zetten. Ik bedoel, straling is ons onderwerp, nietwaar?
Studente: Professor...
Professor: Eerst samen een hapje eten en dan gaan we dit eens helemaal tot op de bodem uitzoeken. Nietwaar?
Studente: O ja, professor....