Verdwenen
In De Terugkeer blijkt de held luchtkoerier (in dienst van de Japanse firma Tsubane) te zijn geworden - een prachtige trouvaille van Hellinga. De vruchten liggen voor het oprapen: de onafhankelijke status, het makkelijke geld, het ongeregelde bestaan, de snelle verplaatsingen en de onverwachte ontmoetingen.
Manja Middleton, dochter van bloembollenkoning Van der Vat, is verdwenen, vijf jaar geleden alweer. Pa Van der Vat is er niet de man naar om zich bij deze gang van zake neer te leggen. Bij herhaling verschaft hij zich toegang tot Stefans woonboot - de Betonnia - om deze bij diens afwezigheid aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Hij vindt niets dat herinnert aan zijn dochter, die Stefan wel gekend heeft (dat had hij goed begrepen). De twee ontmoeten elkaar als Stefan een keer wél thuis is, en Van der Vat probeert de luchtkoerier te interesseren in zijn zoektocht. In een anonieme brief wordt gemeld dat Manja is gezien in een disco in New York, en kan Stefan dan niet, als hij toch in New York is... In een tiental bladzijden tekenen zich de contouren van een goede plot af, en de manier waarop Stefan voortbestaat strijkt niet tegen de haren in. Dat de held inmiddels ook een jaartje ouder is geworden merkt de lezer aan Stefans relatie met ene Jonneke, die weinig heldhaftigs heeft. Met het adres van een vriendin van het verdwenen meisje op zak begint Stefan aan een nieuwe serie werkopdrachten. Hoewel je al lezende wel aanvoelt welke kant het verhaal opgaat, lijkt het lang niet vanzelfsprekend dat Stefan zich daadwerkelijk gaat verdiepen in de lotgevallen van Manja Middleton.
Op een jet-set-receptie in New York stelt de vriendin Gina Sid Stefan voor aan een kunstschilder, Jerry Demon, die direkt al zo'n onsympathieke indruk maakt, dat de lezer begrijpt nog niet van hem af te zijn. Demon schildert excentrieke, agressieve doeken waarop vaak plaats is ingeruimd voor hemzelf, voorzien van een geslacht van ongekende afmetingen. Nu niet direkt een gewild artikel, dit soort schilderijen, zou je zo denken, maar een Amerikaan ziet dat anders. Hij koopt een doek, haalt de schilder naar New York, en helpt hem aan een atelier. Een stukje in de Time en de klanten stromen binnen.
Demon, zo weet Sid Stefan, heeft Manja Middleton gekend en geschilderd, maar op de één of andere manier lijkt zijn verhaal niet helemaal volledig. Een langdurige autorit die Stefan en Demon maken naar diens aan de Oceaan grenzende buitenhuis in Maine draagt voelbaar bij aan de zorgvuldig opgebouwde spanning. Het schilderij dat zal worden uitgewisseld aan het eind van de rit is voor beiden slechts een voorwendsel - het gaat in deze konfrontatie om gewichtiger zaken. De inmenging van Nederlandse politie en FBI-agenten legt extra gewicht in de schaal, de aard van de misdaad begint steeds duidelijker vormen aan te nemen. Opmerkelijk is dat het dramatische hoogtepunt van het boek niet samenvalt met het slot, dat nóg spannender is dan de aanvankelijke ontknoping. Hierover praat