en verstuurd, weer uitwiste.
Nu begrijp ik dus van jou dat ook jij, iedere keer als de asbak vol is, een nieuwe auto koopt; dat je, telkens als je schijfje vol is met stukjes, die stukjes allemaal wist om er nieuwe stukjes op te kunnen zetten. Ja, je hebt van al het werk dat je in vijf jaar op de computer hebt gedaan niets meer op floppy!
‘Waarom formatteer je niet gewoon een nieuw schijfje als het oude vol is?’ vroeg ik je.
‘Nee, dat doen ze voor me in Den Haag.’
‘Heb je dan geen harde schijf om je stukjes op te bewaren?’
‘Ja, eh, nou... jawel, maar, eh, nou ja, het is maar wat je onder een harde schijf verstaat.’
Nico, dit kan echt niet. Dit is niet meer naar de garage gaan en ‘hij doet het niet meer’ zeggen - dit is naar de drogist gaan met je kapotte auto. Maar ik zou je niet als computeranalfabeet aan de schandpaal hebben genageld als er niet onder de computerbezitters in mijn omgeving nog verschillende anderen waren die óók niet weten wat een makro is, ja, zelfs niet of hun computer nou een harde schijf heeft of niet.
Nu kan ik me ook mijn eigen angst voor de computer van het begin maar al te goed herinneren. Iedere gebruiksmogelijkheid brengt een instructieboek van minstens vierhonderd pagina's met zich mee. Het is de beginnende computergebruiker te moede alsof hij op een open plekje staat tussen zes oerwouden van ieder waarvan hij weet dat alleen beproefde gidsen met een mes tussen de tanden er een kans van overleven hebben. Mijn eerste computer, een Schneider/Joyce, speelde heel handig in op deze angst door in advertenties te beloven dat hij alléén maar een tekstverwerker was. Ammehoela, het was een volwaardige PC, compleet met alle oerwouden! Ja, als er dan iemand in Den Haag is die schijfjes voor je kan formatteren, dan dank je die bibberend van geïntimideerdheid natuurlijk op je blote knieën.
Er zou een computerboek moeten komen van het niveau van het kookboek dat mijn moeder ooit voor me maakte: hoe kook ik een aardappel. In dat boek zou dan nog niet eens iets over makro's staan maar ik verzeker je: makro's zijn handig en leuk. Het zijn kleine elegante oplossinkjes van dingen waarvan de schrijfmachineschrijver nooit wist dat het problemen waren.
Een makro is een automatisering; een korte toetsenvolgorde die in de plaats komt van een lange toetsenvolgorde; die die langere toetsenvolgorde oproept. Als ik weet dat zo'n lange toetsenvolgorde zich in een bepaald stukje vaak voor zal gaan doen, bijvoorbeeld de toetsenvolgorde ‘toetsenvolgorde’ in een stukje over computers, dan maak ik daar een makro voor, bijvoorbeeld ‘Alt-T’. Ik hoef dan nog alleen maar de Alt-toets samen met de ‘T’ in te drukken in plaats van 15 letters, en het woord staat er, zonder spelfouten ook nog. Ik kan op die manier hele zinnen tot makro maken, mijn briefhoofd bijvoorbeeld, maar ook acties. Mijn macro ‘sw’ verwisselt bijvoorbeeld een woord met het voorgaande; ‘kp’ verandert de eerstkomende komma in een punt en kapitaliseert de eerste daaropvolgende letter; ‘pk’ doet het omgekeerde; ‘nm’ (voor naam) zorgt ervoor dat de voornaam van de geadresseerde in mijn briefhoofd in een aanhef met ‘Beste’ terecht komt, en dat de cursor wacht op het punt waar ik de brief wil beginnen. Enzovoort enzovoort, de mogelijkheden zijn onbeperkt.