Waar is dat dan?
Er is een aantal keren sprake van. Hij blijft bij haar slapen, en, weet ik veel, aan het strand.
Ik heb het er nog op door zitten lezen, maar...
Ha!, je kon het niet meer vinden! Nou, de daad vindt wel plaats hoor. De eerste keer wordt het erotische getransponeerd naar het passen en beschilderen van een jurk. Het zit er in, maar in steeds andere, niet letterlijke vormen. Het gaat erom dat er iets bij haar in werking is gezet. Hij is voor haar de vertegenwoordiger van dat chaotische, de onderwereld.
Waarom heb je de sex niet expliciet willen maken? In Jacobi's tocht is dat ook al zo. Een alinea weggelaten, lijkt het wel.
Dat weet ik niet precies. Dat is niet een bepaalde censuur of zo. Op het toneel zou ik het ook niet laten zien, want die daad op zich interesseert me niet, het eeuwenoude ritueel.
Dat is toch wel waar het hele boek om draait. Of kun je dat niet zo zeggen?
Het is niet het verhaal van een vrouw, wanhopig op zoek naar een neukpartij, of zo.
Het is een toch wel heel erotisch geladen boek.
Ja, maar op een niet-gestuurde manier. Daar mag je als lezer je eigen fantasie op loslaten. Maar dat het natuurlijk met erotiek te maken heeft, staat boven water. Dat waarschijnlijk heel veel dingen daarmee te maken hebben. In dat boek, maar überhaupt wel.
Maar ben je je ook bewust dat het door het sterke suggereren ook een mysificerende waarde krijgt?
Het suggereren van iets, dat is wel wat ik beoog, dat is welbewust.
Soms deed het me wat de erotiek betreft aan Marguerite Duras denken.
Ik bewonder haar erg. Zeker zo'n boek als De minnaar, waarin haar erotische thematiek veel explicieter dan ooit naar buiten komt. Zij speelt toch altijd met de versluiering.
Heb je het gevoel dat je met iets nieuws bezig bent?
Nee, dat geloof ik niet. Als ik daarnaar zou streven geloof ik dat ik niks uit mijn handen zou krijgen. Er is al zoveel gemaakt, hoezo iets nieuws.
Je denkt niet dat dit boek alleen in deze tijd geschreven zou kunnen zijn?
Ik geloof het niet. Het is misschien al een paar keer geschreven. Maar toch altijd net in een iets andere vorm. Waardoor het er niet echt op lijkt.
Omdat jij een ander persoon bent.
Ja. En omdat je net iets andere ingrediënten gebruikt. Het is toch het oude verhaal; er zijn maar een paar onderwerpen, een paar thema's, en die worden steeds weer op andere manieren toegepast. Ik denk dat je wél andere boeken aan kunt wijzen die alleen maar op dat specifieke tijdstip geschreven zouden kunnen zijn, die een breuk in de tijd maken. De avantgarde. De Becketts en de Joyces.
Het avantgardisme van nu, het postmodernisme, houd je niet zo bezig?
Het houdt me wel bezig. Zeker in het toneel is dat goed te volgen. We zitten er middenin, er is zeker wat aan het veranderen, maar iedereen doet zo ontzettend zijn best om het te benoemen. Men wil een stroming voor zijn, er heerst een neurotische haast. Laten we over twintig jaar maar benoemen wat er nu is gebeurd. Die haast maakt alles zo oppervlakkig, consumptief. Het ligt meteen in een pakketje, en je kan het daar en daar ophalen. Ik heb überhaupt een hekel aan hokjes. Ik ben nergens lid van, behalve van Amnesty International. Als iemand over mijn vorige boek schreef dat het Revisorproza was, dacht ik, waar heb je het over, ik weet niet eens wat dat is, ga weg!
Ben je nooit bij de vrouwenschrijvers ingedeeld?
Omdat je nu eenmaal vrouw bent, word je in dat kleine circuit meteen geannexeerd. Lesbische uitgeverij dit, vrouwendag dat, forum zus, vrouwelijke kunst zo. Voor rubricering voel ik niets. Ja, paarden hebben ook een andere manier van schrijven. Wat heb je eraan, als het maar goed is.
Je bent niet echt een extravert schrijver.
Ik kan me kan voorstellen dat volgende boeken van mij abstracter worden, of veel minder samenhangend, of minder plotmatig, wilder van vorm. Daar heb ik ook wel mijn gedachten over. Maar bij Het blauwe uur was er iets in mij dat zei: ‘Vertel jij eerst maar eens een goed verhaal.’