de dodencellen van Florida. Hij hield nog steed vol onschuldig te zijn, maar in lange gesprekken met Aynesworth wilde hij wel speculeren over de motieven van de geheimzinnige man wiens daden hem in de schoenen werden geschoven. ‘Let's pretend to pretend’ noemen de schrijvers deze bijzondere bekentenissen; ‘ik probeer jullie te helpen met educated guesses,’ noemt Bundy het zelf. In de derde persoon vertelde hij over de feiten zonder zich ooit te verspreken, hoewel Aynesworth soms probeerde hem daartoe te verleiden. Eens was ‘dit individu’, aldus Bundy, bang geworden dat hij iets op de plaats van een moord had achtergelaten. Hij ging terug om te zoeken. ‘Vond hij iets?’ vraagt Aynesworth. ‘Dat weet ik niet,’ zegt Bundy.
De dader als fictionaliseerder van zijn eigen werkelijkheid - er is niet eens een thriller denkbaar waarin dat zijn weerga zou hebben.
Bundy vertelde hoe ‘hij’ stap voor stap tot zijn daden was gekomen. Van voyeren tot aanranden tot verkrachten: ‘De aandrift om te moorden was niet sterk. Het was een spel met het gevaar, een soort kijken hoe ver het zou gaan.’ Toen hij tenslotte moordde was het individu ‘ontzet door de ontdekking dat hij in staat was tot zoiets.’ Hij was een half jaar van streek, maar na zijn volgende moord duurde de walging korter. En de fascinatie van de daad zelf groeide. ‘Hij had zich moeten realiseren dat wat hem werkelijk fascineerde de jacht was, het avontuur van het zoeken van zijn slachtoffers.’
Van pure walging om Bundy breekt Aynesworth tenslotte de interviews af.
Het meest boeiende boek over Bundy is voorgoed onmogelijk.
Onmiddellijk na zijn laatste arrestatie in 1978 leek hij even te willen bekennen. In elliptische, algemene bewoordingen, zonder op details in te gaan, gaf hij de detectives gelijk dat hij zichzelf als het ware aan de gemeenschap moest doneren, om inzicht in zijn psyche te geven en herhalingen te voorkomen.
Bundy: ‘Ik denk dat dit heel belangrijk zou zijn voor de psychologen en de psychiaters (...). Het begrip dat je zou kunnen krijgen door kennis van mijn gedrag heeft niet direct iets te maken met misdadig gedrag. Jullie lezen het nog wel eens in een boek.’
Later zegt Bundy: ‘Ik ben niet bang om dood te gaan.’
Detective Chapman: ‘We hebben het er niet over of je bang bent om dood te gaan, je bent bang dat je dood gaat vóór je je verhaal hebt verteld.’
‘Sure,’ zegt Bundy.
‘Precies. En dan heeft Ted Bundy voor niets geleefd.’
In de elf jaar die daar vóór Bundy's terechtstelling nog op zouden volgen, is hij er nooit toe gekomen. Pas enkele dagen voor zijn executie heeft Bundy bekend. Zijn doel was duidelijk: het was de enige manier waarop hij nog kon hopen tijd te winnen. De autoriteiten zijn daar niet op ingegaan, en dat is jammer en begrijpelijk.
Zo heeft Bundy de kans gemist werkelijk inzicht te verschaffen in wat hem dreef. En, laat ik niet te deftig doen, de verhalen te vertellen die de oplossingen waren van de mysteries die hij schiep. Maar ik blijf op TIME geabonneerd, in de hoop op de kop: ‘Manuscript in Cel Gevonden’.