Bzzlletin. Jaargang 18
(1988-1989)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Nummer 161/162]Net als voor het Annie M.G. Schmidt-nummer (september 1987) vond het Platform voor Kinder- en Jeugdliteratuur bij de redactie van BZZLLETIN een gewillig oor, toen het voorstelde een nummer samen te stellen rondom Willem Wilmink. Een auteur die herhaaldelijk heeft betoogd elk principieel onderscheid tussen literatuur voor kinderen en die voor volwassenen onzinnig en geforceerd te achten, omdat slechts vakmanschap en ontroering tellen. De jury die hem in november 1988 de Theo Thijssenprijs (voorheen de Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur) toekende voor zijn complete oeuvre voor kinderen, prees in zijn werk juist het veelzijdige en grensoverschrijdende karakter. En ook in zijn proefschrift Het verraderlijke kind, over de interpretatie van enkele gedichten van de door hem zo bewonderde Hendrik de Vries, boog Wilmink zich over het al dan niet kinderlijke vertellersstandpunt in diens gedichten. In dit nummer onthullen (literaire) vrienden, collega's en critici de wortels en veelzijdige kwaliteiten van Willem Wilmink: zanger, dichter, essayist, prozaïst, tekstschrijver, docent en neerlandicus. Dat leverde een al even veelzijdig beeld op van de kwaliteiten van deze hoogst eigenzinnige auteur. Zijn eerste contacten met de literatuur, zijn ervaringen als docent, zijn gedichten in Tirade, de ontwikkelingen in de na-oorlogse kinderpoëzie, Wilminks schriftelijke cursus dichten en een complete discografie vonden in dit nummer een plaats. Alsmede enkele ongepubliceerde teksten van Wilmink zelf. Wellicht dat het tekort van het oosten hiermee is hersteld. |
|