tie - die er ook mag wezen. Zulke nog voor het boek van start gaat opgelopen verwondingen geven reliëf aan een hoofdpersonage en stellen de schrijver in staat diens verleden uitgebreid en dramatisch in te kleuren. Eventueel behaalde successen winnen aan betekenis, daar er ook nog eens een lichamelijke handicap moest worden overwonnen.
In Domein van de Beulis Jerusalem de voornaamste plaats van handeling. Als het boek begint is ‘de Grijze Man’, een weinig subtiele seriemoordenaar, al enige tijd druk bezig. Hoofdinspecteur ‘Pakad’ Sharavi heeft bij gebrek aan werkbare aanknopingspunten nog maar bitter weinig vooruitgang geboekt in zijn onderzoek als de stad wordt opgeschrikt door de vondst van een nieuw slachtoffer. Het jonge Arabische meisje - misdaad is in Israël per definitie een politiek gegeven - is om zeep geholpen op een manier die sterk afwijkt van de modus operandi van ‘de Grijze Man’: de moordenaar heeft meteen voor begrafenisondernemer gespeeld en de kleine Fatma ondanks gapende wonden zonder een spoor van bloed achtergelaten. Ook het haar van het meisje is goed gewassen. Aanvankelijk denkt het in allerijl samengestelde onderzoeksteam nog aan een noodlottige ontknoping van een familievete, omdat het gezin het meisje vanwege afwijkend gedrag uit haar midden had verstoten, maar het gebruik van verschillende messen, van het soort dat door chirurgen gebruikt wordt, maakt een dergelijke gang van zaken erg onwaarschijnlijk. Prachtig getroffen is de scène waarin de vader door de politie verhoord wordt en desgevraagd zegt in plaats van vier nog maar drie dochters te hebben. Dat is feitelijk op dat moment juist, maar voor vader telde het kind voor haar dood al niet meer mee.
De multi-raciale samenstelling van de Israëlische bevolking is ook terug te vinden bij het onderzoeksteam dat zich bezighoudt met de moord, en is voor de schrijver een onuitputtelijke bron van inspiratie geweest. Kellerman laat de orthodox-Joodse Sharavi een team samenstellen waar onder meer de ‘Chinees’ Yossi Lee en de Arabier Elias Daoud deel van uitmaken. De Arabisch-Israëlische belangentegenstelling krijgt fraai en wrang gestalte in het contact tussen Nahum Shmeltzer en Elias Daoud, die absoluut niets van elkaar moeten hebben, maar wel verondersteld worden innig samen te werken. Commissaris ‘Tat Nitzav’ Laufer, de boven Sharavi gestelde autoriteit, is weer eens een heerlijk voorbeeldexemplaar van de middelmatige, omhooggevallen bureaucraat. Niet gehinderd door kennis, ervaring of inzicht kiest hij onveranderlijk voor verkeerde voortzettingen bij het onderzoek en speelt het zelfs klaar een recidiverend kinderverkrachter op vrije voeten te stellen omdat de man beschikt over invloedrijke kennissen - ‘Proteksia’ heet dat daar.
Een week na de eerste moord wordt Juliet, het tweede slachtoffer, gevonden. Zij is op vergelijkbare wijze aan haar eind gekomen: bewerkt met messen na met heroïne verdoofd te zijn. Nu krijgt Laufer, die reeds een perscommuniqué had doen uitgaan waarin hij zichzelf alle lof toezwaaide voor de oplossing van een naar zijn idee op zichzelf staande moord, er eerst goed de pest in. Zelfs de burgemeester komt Sharavi even influisteren dat de voortdurende en onopgeloste moordzaken een zeer nadelige invloed hebben op het voor de stad zo onmisbare toerisme.
Bij het onderzoek komt telkens weer het Amelia Catherine-ziekenhuis ter tafel, vanwege de centrale ligging en de mogelijke medische connectie met de misdaad. En passant laat Keilerman geen gelegenheid onbenut om de Verenigde Naties (het ziekenhuis hoort hierbij) door ondergeschikte personages te kijk te laten zetten als een ondoelmatige, overgefinancierde elite-instelling, waar niemand iets aan heeft, terwijl de nood die moest worden gelenigd onaangeroerd blijft voortbestaan.
Keilerman heeft in Domein van de Beulgekozen voor een ambitieuze en riskante benadering: naast de hierboven beschreven dagelijkse realiteit van het politie-onderzoek is er plaats ingeruimd voor een zorgvuldig opgebouwd psychologisch portret van de moordenaar. Met regelmatige tussenpozen onderbreekt de auteur het verhaal om - met veel gevoel voor betekenisvolle details - de verwrongen jeugd van de ‘Beul’ in kaart te brengen. Er moet wel ontzettend veel loos zijn in de relatie tussen ouders en opgroeiend kind om de drang tot het aanrichten van allerhande gruwelijkheden op latere leeftijd te kunnen verklaren. Nou, dat is inderdaad het geval, en als we ervan uitgaan dat zo'n verklaring in ieder geval gedeeltelijk aannemelijk maakt hoe de