Bzzlletin. Jaargang 15-16(1986)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Koos Geerds Gedicht Hof-wyk De met het erf verbonden feiten gaan nog van mond tot mond; ze doet naar de vertrouwde trant de ronde met de hond, oplettend, jong in haar zeer dierbare legende, ofschoon de voortzetting van eigen bloei haar nooit voor ogen stond. De weide heeft nog even groene grond binnen de singel van de eiken - ze kijkt naar de restanten van het pad, dat met de jaren dunt; waarvan wij samen enen boer verdenken. Ze glimlacht om het stoere front, dat ongeschonden bleef achter de beuk en doorgetrokken heg; de beide loze posten van het hek, waarlangs men tot de voordeur reed, hadden zekere mesd'moiselles, gehecht aan opschik en galante sierrijtuigen, diep gekrenkt. Die zouden graag haar eer hebben verwed, dat dit geen pand werd van - zulk volk bleef buiten het beschaafd gesprek. Hier diende ze. Haar mare groeit naar de volkomenheid van wat geschreven stond. De levensboom zal niet altoos verblijven in de spiegeling, waar- onderdoor wij tot het jongste licht als huisgenoten binnen mogen gaan. Geen woord heeft ze verzuimd of toegedaan: Janna van der Werf. Van Hofwijk, zei ze er steevast bij. Van Zwolle naar Ankum. Van Alpha tot Omega. Vorige Volgende