Brieven en commentaren
Open briefje aan Hans van de Waarsenburg
Beste Hans,
je had (Bzzlletin 122) je provinciegenoot Aafjes best steviger aan de tand mogen voelen over de infame onderkop van zijn tweede Elsevier-‘essay’ destijds in '53. Die luidt, zoals je kan weten: De SS de poëzie binnen gemarcheerd (met een achterbaks vraagteken). En dat kwam verrekt giftig aan, zo direct na WO II. Aafjes doet zelf uiterst vaag over zijn politieke aantijgingen met betrekking tot de jonge ‘experimentelen’, praat wat van ‘het kwaad dat we net achter de rug hadden’ en wentelt zich vervolgens, als talloze gênante keren eerder, in een schijnheilige huilerigheid. Ik noem het schijnheilig - gluiperig mag ook - omdat hij nog luttel wat jaren geleden, na van een journalist te hebben vernomen dat er wel meer mensen de Vijftigers niet moeten, met glimmende oogjes monkelt ‘ik had natuurlijk niet helemaal ongelijk, destijds, en Eddie Hoornik dacht er ook zo over...’ Nee, Hoornik is dood - vroegtijdig, dankzij het concentratiekamp - die zal het Aafjes niet heten te liegen. Maar zeker is dat dichter Hoornik, áls hij iets over vermeend fascisme zou hebben aan te merken gehad, dat gedaan zou hebben in Vrij Nederland, waarvan hij redacteur was.
Ondanks zijn hartverscheurende mea culpa's weigert Bertus Aafjes in te zien waarom hij, terecht, de achting van literair Nederland kwijtraakte. Niet dat hij een aanval lanceerde wordt hem kwalijk genomen (zoiets behoort tot de legitieme bijverschijnselen van het letterkundig tijdverdrijf) maar dat hij zich daartoe voor veel geld, van onplezierige herkomst, liet ronselen door een periodiek dat na '45 werd opgericht om de uit het verzet voortkomende pers te bestrijden: Elsevier, naar uiterlijk destijds naaste familie van Das Reich en door de satirische rubriek van bv De Groene steevast Ilsefünf genoemd. Dat hij juist daar en bovendien in termen van SS, Sieg Heil, gelaarsden over Lucebert, Campert en andere jonge collega's schreef en dat hij zijn verdachtmakingen en verdraaide citaten later ook nog eens tegen een leuke vergoeding liet afdrukken in een reclameboekje voor een papierfirma heeft zijn reputatie de blijvende schade toegebracht waarover hij al jarenlang tot vervelens toe ligt te ouwekoeien. Geen dank Hans, met hartelijke groeten, je Jan Elburg.