komt er al gauw achter, dat Risto Rasta alias Cudjoe alias Zwarte Piet de scepter zwaait. Hij heeft de Nicolaïeten, die het leven als een spelletje zien en niet veel meer zijn dan een stelletje opgewonden kinderen, als het ware in zijn zak.
De apocalyps lijkt in 1990 nabij. De vrouw van president Dean Clift wordt geëlektrokuteerd als ze de lichtjes van de kerstboom in het Witte Huis wil aansteken (geen wonder, het is een heilige spar die de Indianen in Alaska als een levende heilige beschouwden) en de nucleaire dreiging is nauwelijks nog beheersbaar. Wat te doen? Zwarte Piet chanteert Oswald Zumwalt, die het monopolie op de kerstman bezit, ontvoert de voor kerstman spelende acteur Rex Stuart en laat een ‘valse’ (maar wat is vals in deze dolle maskerade?) kerstman een revolutionaire toespraak houden in de stad van Sinterklaas: New York. In die toespraak wordt de oorlog verklaard aan de winkelbazen, de ijskoude maatschappij, het winstbejag. Kerstmis zou weer voor de armen moeten worden.
Een van de opmerkelijke elementen in Reeds roman is, dat Zwarte Piet niet optreedt als knecht van Sinterklaas, maar dat het eerder andersom is. Bovendien verweeft Reed historische gegevens en mythes over de relatie Zwarte Piet-Sinterklaaskerstman in zijn, niet los van de huidige realiteit staande, toekomstroman. Zwarte Piet zou de haat van de Hollanders jegens de Spanjaarden symboliseren. Hij zou uit de legende van de kerstman zijn verdwenen omdat er in de Verenigde Staten geen plaats voor hem was wegens de raciale verhoudingen. Maar in The Terrible Twos is Zwarte Piet, als lijkenrover en kidnapper van kinderen (de blanke Amerikanen?), nadrukkelijk aanwezig. Hij deelt de lakens uit en laat de mensen zijn roe voelen... Ishmael Reed laat zien dat het in de naaste toekomst steeds moeilijker zal worden de zwarten te negeren in de VS. Ze eisen hun plaats in de geschiedenis op. Het wordt tijd, aldus Reed, dat de Verenigde Staten hun eigen luiers gaan verschonen. Als ze dat niet doen, komen ze misschien wel in de zak van Zwarte Piet terecht, door Sinterklaas gedragen.
Merkwaardig is, dat het in Nederland vertaalde werk van Reed over het algemeen met desinteresse en zwijgzaamheid wordt tegemoetgetreden. Klaas en Claus (The Terrible Twos) werd straal genegeerd, al schreef J.F. Vogelaar in zijn Pas uit-rubriek in De Groene Amsterdammer (13 maart 1985), dat Reed in Klaas en Claus de maatschappelijke waanzin tot hilarische hoogten opvoert. ‘Zoals in zijn andere boeken (...) draait Reed in hoog tempo de moderne samenleving in zijn satire dol.’ Er zijn gelukkig nog Nederlandse critici die kunnen lezen...
Terug naar de campus van de Universiteit van Californië, Berkeley. Wheeler Hall, 10 september 1984, hittegolf.
In de introduktie van uw essaybundel Shrovetide in Old New Orleans zegt u, dat het soort schrijven dat u voorstaat u leidt naar de plaatsen waar de oude, bijna vernietigde culturen weer zichtbaar worden, zich herstellen en weer aktueel worden. ‘Time past is time present. This is why writing is good to me. It has made me a better man. It has put me in contact with those fleeting moments which prove the existence of soul.’ Verleden tijd, heden, toekomst. In al uw boeken lopen die tijden door elkaar.
Dat is Voodoo, my dear. Veramerikaniseerde Afrikaanse religie. Ik ben zelf geen godsdienstige actieveling, maar ik gebruik wel de metaforen en sommige religieuze filosofieën. Eén element ervan is dat verleden en heden verwisselbaar zijn. Er is één tijd. Ik zie veel modes, vormen en idealen die men nu als nieuwe ervaart, maar die in wezen al heel oud zijn. De avantgarde of zoiets bestaat helemaal niet, omdat de ideeën ervan al veel eerder door anderen in praktijk zijn gebracht. Men weet het alleen niet, of niet meer. In de Voodoo-traditie ligt de nadruk op het voorgeslacht. Je voorouders zijn, als hoeders, altijd bij je. Bovendien draag je je geschiedenis met je mee, niet als een last maar als een richtingaanwijzer. Een van de functies van schrijven is het ontdekken van die geschiedenis. Er bestaat een Voodoo-literatuur, een complete folklore, die aan mijn schrijven voorafgaat. Ik heb er alleen maar een hedendaagse, moderne vorm aan gegeven. Mijn modernisering houdt meer verband met de Afrikaanse volkskunst dan met de moderne Afro-Amerikaanse literatuur, die zeer gestructureerd is en afhankelijk van Europese filosofieën zoals het existentialisme en het marxisme. Trouwens, ook die filosofieën zijn niet in Europa ontstaan. Het zijn veel meer Europese etiketten.
Hebt u het nu over blanke schrijvers?
Ik dacht meer aan iemand als Ralph Ellison. Het hoofdpersonage in zijn Invisible Man is een uitgewerkt personage. James Baldwin gebruikt in zijn boeken de mechaniekjes die ook de basis vormen van het Oude Testament. Metaforiek, symboliek. Erg judeo-christelijk, hoewel ik weet dat die twee termen eigenlijk niet bij elkaar horen. Toch is het gebruik ervan hier gemeengoed. Native Son van Richard Wright is een marxistisch-proletarische roman. Maar in de Black folklore kom je humor, fantasie en ritme tegen. In die traditie voel ik me thuis.
Kent u toevallig het werk van de Surinaamse schrijver Edgar Cairo, die ook sterk tegen de orale tradities van zijn land aanleunt?
Ja, ik houd van zijn werk. Cairo is een uitstekende schrijver. Ik voel me met hem verwant. Evenals met de Native Americans, de Indianen. Vooral in hun poëzie - ik denk aan Peter Blue Cloud en bundels als Back then Tomorrow en White Corn Sister - putten ze uit dezelfde bronnen als ik. Maar die uitstekende schrijvers - onder wie Leslie Silko en James Welch - worden totaal genegeerd door de culturele gezagdragers die tussen schrijvers en lezers instaan, de middelmatigen. Zij zijn het slachtoffer van de slechte literaire smaak die dit land heeft. Ze krijgen wel eens een prijs, maar ze worden niet zo vaak genoemd of geciteerd als de Amerikaans-Europese, mannelijke schrijvers.
Nog even terug naar dat tijdsbegrip. Mumbo Jumbo sluit af met de zinnen ‘Tijd is een slinger. Niet een rivier.’ Meer gelijkend op iets dat voortdurend rondtrekt en overal opduikt, dan een voorspelbaar stromende rivier (van hoog naar laag).
Daarom zei ik ook dat de avantgarde niet bestaat. Hier is dat een onzekere beweging die in feite bankroet is. Een term als postmodernisme is een supermarktreclamezin geworden, alhoewel ik me haast te zeggen dat ik schrijvers als Thomas Pynchon en Donald Barthelme hoog heb zitten. Luister, John Barth is totaal verschillend van iemand als William Gass. Postmodernisme? Een lege slogan van de middelmatigen, die alles overzichtelijk willen houden. Een kreet die vele ladingen dekt.
Muziek is niet weg te denken uit uw werk. En dan heb ik het niet alleen over het veelvuldig noemen van (jazz)musici, maar ook over de ritmiek van de zinnen.
Mumbo Jumbo heb ik mijn ragtime-roman genoemd. Onvoorspelbare ritmes duiken er in dat boek op. Het lichamelijke, spontane, geïmproviseerde. Bezetenheid. Jes Grew. Ik kan er alleen in losse woorden over praten blijkbaar.
U hebt het al even over Alice Walker gehad, toen we buiten liepen. Jullie hebben allebei een bundel essays gepubliceerd, Walker In Search of Our Mothers' Gardens en u Shrovetide in Old New Orleans. De overeenkomsten zijn duidelijk: het weer opsporen van de onzichtbaar geworden zwarte literatuur.
Ja, maar zij is lui als ze Zora Neale Hurston behandelt. Ze slaat het belangrijkste werk van Hurston over, haar Voodoo-research. Dat komt waarschijnlijk omdat Alice Walker van origine christelijk is. Ze is een produkt van het Westen en bezocht een zeer elitaire school. Haar pogingen om proletarisch taalgebruik te imiteren zijn zwak. Wat ik van zwarte wetenschappers en lezers hoor, is, dat ze er niks van begrijpen en dat ze het niet kunnen volgen. De kritiek die ze van zwarte critici krijgt, wijkt dan ook sterk af van de blanke en feministische kritiek. Ebony Magazine en Black Enterprise, belangrijke Afro-Amerikaanse bladen, moesten niets van The Color Purple weten. Terwijl de Amerikaans-Europese en feministische periodieken de roman omhelsden. Als ík al niet de zogenaamde zwarte dialogen in haar boek kan volgen en zwarte wetenschappers ook niet! Ik weet dat Gloria Steinem van het feministische Ms. het niet snapt. Ze doet wel alsof. Slechte lezers zijn het waarschijnlijk. Ik heb zo mijn gedachten over de achtergronden van de promotie van The Color Purple. Natuurlijk mag Alice Walker alles schrijven wat ze maar wil. Maar als ze een hele groep mensen als evil bestempeld, dan komt ze