ten op de envelop geroepen had. Ik heb het reeds over de spontaniteit van Jan gehad en misschien heeft deze spontaniteit een rol in al de vreemde latere ontwikkelingen gespeeld. Misschien heeft die spontaniteit hem parten gespeeld. Misschien is hij ook tegen anderen al te spontaan geweest. In ieder geval besloot ik, me nu niet verder met Nederlandse auteurs te bemoeien. Financieel was het altijd een verliespost geweest... maar er zijn toch andere dingen in het leven en ik zat niet om die andere dingen, en ook niet om werk, verlegen.
Uit wat hierboven staat, blijkt dat vertalen niet louter om woorden gaat. Het gaat ook om mensen, persoonlijke dingen, ambities, karakter, wedijver, koppigheid, betweterij, allerlei dingen waardoor men van de woorden zelf wordt afgehouden, en die daarom bijzaak en hinderlijk zijn. Laten wij dus even naar de woorden teruggaan. Laten wij kijken naar een paar problemen die zich bij het vertalen van het verhaal ‘Vivisectie’ voordoen. Die problemen zijn niet talrijk en ook niet moeilijk. Het proza van Wolkers is sterk, krachtig en helder. Ook heel plastisch en visueel. Maar Holland is Engeland niet en Nederlands is ook geen Engels. Slechts ondeskundigen en onnozelen denken, dat goed vertalen letterlijk, woord voor woord, vertalen betekent en hopen daarna vertalingen in een vooraanstaand literair blad als het London Magazine te kunnen plaatsen.
Neem nu de allereerste drie woorden van ‘Vivisectie’ en daar heb je het al onmiddellijk. In het Nederlands luiden die woorden: ‘Ik hoor niks’. Wie denkt dat die woorden met ‘I hear nothing’ te vertalen zijn, moet terug naar de kleuterklas voor vertalers. Dat zou een jongen in een situatie als die aan het begin van het verhaal, in het Engels nooit zeggen of denken. De situatie is namelijk, dat twee broers op dezelfde kamer slapen en de jongste van dit tweetal, de verteller, weet dat zijn broer bezig is, zijn keep-fit oefeningen te doen.
In de eerste plaats geven wij er in het Engels meestal de voorkeur aan, het werkwoord in de ontkennende vorm te bezigen. Dus niet ‘I hear’ maar‘I don't hear’. In plaats van ‘I hear nothing’ krijgen wij dan in het Engels: ‘I don't hear anything.’ Dat zou kunnen, maar natuurlijk en alledaags Engels is het nog niet. In natuurlijk idioom zou zo'n jongen: ‘I don't hear a sound’ zeggen. En zo heb ik die drie eerste woorden vertaald. Op deze wijze wordt het alledaagse van het Nederlandse ‘niks’ ook weergegeven.
Hierdoor ziet men, dat goed vertalen niet letterlijk vertalen is - hoewel de uitdrukking in het Engels precies weergeeft wat Wolkers met ‘Ik hoor niks’ in het Nederlands heeft bedoeld. Wat in Nederland als ‘vrij vertaald’ wordt gezien, of zelfs als ‘beunhazerij’, is in feite ‘exact vertaald’. Vertalen is een veel subtielere bezigheid dan de buitenstaander, die zich toch als oordeelkundige ziet, beseft. ‘There are more things between heaven and earth, Horatio, than are dreamt of in your philosophy.’ Ook op vertaalgebied.
De Nederlandse journalist die blijkbaar nachtmerries van mijn vertaling kreeg, citeerde het gebruik in een zin (in slechts één zin) van ‘immediately’, waar ‘plotseling’ in het Nederlands staat, als een voorbeeld van beunhazerij. Het was, integendeel, een voorbeeld van zeer zorgvuldig te werk gaan, in het belang van de Nederlandse auteur, want ‘immediately’ was met opzet gekozen, omdat ‘suddenly’ reeds verschillende malen gebruikt was. Een ieder weet dat iemand - een kind bijvoorbeeld - die iets heel spannends te vertellen heeft, al te vaak het woord ‘plotseling’ bezigt, om de spanning op te voeren. Daarom heb ik het woord ‘suddenly’ op déze plaats met opzet vermeden. Wat een bewijs van zorgvuldig te werk gaan was, werd alweer door de Nederlandse criticus, die zich als deskundige voordeed, niet begrepen.
In de allerlaatste zin van ‘Vivisection’ heb ik - zoals ik dat bij de allerlaatste zin van Heeresma's novelle Een dagje naar het strand ook heb gedaan - een paar woorden ingelast. Deze woorden hebben de plaats ingenomen van een paar woorden die ik - alweer met opzet - heb weggelaten. Hoe zat dat? Absoluut niet zoals de aan nachtmerries lijdende Nederlandse criticus heeft gedacht: niet door slordig vertalen en ook niet door het werk van een ‘beunhaas’, maar, na veel overpeinzingen, met opzet. Waarom? Het ging als volgt.
Aan het eind van het verhaal - een bijzonder knap, zelfs geniaal bedacht en uitgewerkt slot, waarin naveel turbulentie in het verhaal alles tot rust en stilte terugkeert - staat de ik-figuur, een kleine jongen, buiten. Hij gluurt naar binnen en ziet hoe zijn moeder in een crapaud zit te slapen. De jongen heeft een kleine zaklantaarn bij zich, die hij in zijn mond heeft gestopt, zodat een ‘rood kolenvuur’ achter zijn wangen ging gloeien. Helemaal aan het eind van het verhaal haalt hij dezaklantaarn uit zijn mond en dan schrijft Wolkers als volgt: ‘Terwijl ik naar de deur loop veeg ik het glazen bolletje, dat nat geworden is van speeksel, droog in de palm van mijn hand’.
Die zin heb ik eerst letterlijk vertaald. Daarna, bij het overlezen, merkte ik dat de letterlijke vertaling bij de Engelse lezer enige verwarring zou kunnen veroorzaken, juist waar dit vooral niet mocht - een verwarring die het prachtige slot van het verhaal had kunnen bederven. Want het Engelse woord voor dat glazen bolletje is ‘knob’ en op dat ogenblik loopt hij naar de deur en in het Engels heeft een deur ook een ‘knob’. Om verwarring te vermijden, vond ik het nodig, een paar woorden in te lassen om het overduidelijk te maken, dat het om de ‘knob’ aan het eind van de zaklantaarn ging en niet om de ‘door-knob’. Anders had de Engelse lezer op het laatste ogenblik kunnen denken: ‘Waarom in hemelsnaam was de “deurknop” nat van zijn speeksel?’
Maar een zin bestaat uit meer dan een rij woorden. Een zin bestaat ook uit klanken en ritme. Met die kleine inlas was het ritme niet meer goed en daarom zocht ik naar woorden die ik misschien zou kunnen weglaten en vond: ‘dat nat geworden is van speeksel’. Natúúrlijk was het nat van speeksel geworden - hoe zou het anders kunnen? Zodoende schreef ik: ‘I wipe the glass knob at the top of it dry on the palm of my hand.’
Deze formule heb ik, op verzoek van Jan, toch veranderd in een letterlijke vertaling, maar, zoals ik reeds heb gezegd, was het ai te laat, om alle veranderingen in de drukproef op te nemen.
De nieuwe versie luidt als volgt: ‘I switch off the torch and take it out of my mouth. Its glass knob had become wet with saliva. As I walk to the door I wipe it dry on the palm of my hand.’ Maar dat is nog niet letterlijk vertaald, zal de Nederlandse lezer misschien zeggen. Dat lijkt gevaarlijk op ‘Creative vertalen’. Nee, dat is het toch niet. De kleine verandering wordt door de Engelse voorkeur zinsbouw veroorzaakt, die niet altijd met de Nederlandse voorkeur strookt. Als ik ‘het glazen bolletje, dat nat geworden is van speeksel, droog in de palm van mijn hand’ letterlijk, met die beschrijvende bijzin erbij, had vertaald, zou men een lelijke zin in het Engels gekregen hebben - helemaal aan het eind van het verhaal. En dát - terwille van de Nederlandse auteur, en dáárom alleen - mocht niet.
Op 6 oktober 1964 gaf Jan mij een exemplaar van Serpentina's petticoat cadeau met het opschrift: ‘with friendship deep and true’. Ik had een beetje van die vriendschap ‘diep en echt’ best kunnen gebruiken, toen die jonge, listige redacteur bij Secker & Warburg in 1965 ermee bezig was, mij als vertaler eruit te werken. Gelukkig, echter, heb ik in 1982, na een zeventien jaar lange verwijdering, alles een beetje met Jan kunnen lijmen. Hierdoor is de vertaling van ‘Zwarte Advent’, na een oponthoud van maar liefst achttien jaar, eindelijk in Londen verschenen, echter niet in het London Magazine maar in het Fiction Magazine. Ook die Wespen van Jan hebben een Engels (wespen)nest gevonden - dat verhaal zal hoogstwaarschijnlijk nog dit jaar in Engeland verschijnen - dat wil zeggen negentien jaar nadat ik het vertaald heb. Maar ja - is het niet algemeen bekend, dat vertalen geduld vergt? Olé dan.
Om met een serieuzere noot te eindigen: Jan Wolkers heb ik steeds op zijn best in zijn korte verhalen gevonden. Die schrijft hij niet meer - of eigenlijk wel: ze zijn nu aan elkaar geregen... in zijn romans. Hoewel zijn ervaring bij het vertalen van zijn werk lang niet altijd even gelukkig is geweest - er was soms veel ellende... voor mijzelf, wel te verstaan - heeft dit nooit enige invloed gehad op mijn oordeel omtrent zijn literaire gaven. Wolkers is een kunstenaar zoals Nederland er maar weinig kent. Bij het vertalen van zijn werk heb ik steeds weer - en juist daardoor - heel wat literair genot beleefd.
‘Dat zit er weer op.’
‘Dat zit er weer in.’