Wie een kind knuffelt...
In ‘Nederlandse Jurisprudentie 1964’, blz. 234-238, wordt het volgende ‘geval’ besproken: No. 108
HOGE RAAD (Strafkamer), 28 Mei 1963.
(Mrs. Feber, Westerouen van Meeteren, Kazemier, Loeff, Eijssen [Rapp.]).
Uit het dagboek van Marijke Niemeijer-Hanlo.
‘Ontuchtige handelingen’ als bedoeld in art. 247 Sr.
Het door een man betasten van een vijftienjarige jongen aan diens blote lichaam, op de borst, kan geschieden op zodanige wijze en met zodanige bedoeling, dat dit betasten als oneerbaar en ontuchtig moet worden aangemerkt en oplevert het plegen van ontuchtige handelingen als bedoeld in art. 247 Sr. In het onderhavige geval maakte blijkens den inhoud der gebezigde bewijsmiddelen het betasten deel uit van een geheel van handelingen, hieruit bestaande, dat req. met den vijftienjarige in één strandstoel zittend, de knoopjes van diens blouse heeft losgemaakt, hem aan diens blote lichaam over de linkerborst en tepel heeft gestreken en onder den linkeroksel heeft gestreeld, hem heeft gezoend en hem schat heeft genoemd. Voorts heeft de Rb. tot het bewijs doen medewerken de verklaring van req., dat hij bovenvermelde handelingen heeft verricht ‘tot bevrediging van zijn sensuele gevoelens’.
(Sr. art. 247).
Op het beroep van J.B.M.R.H., te V., req. van cassatie
vervolg op 53