Bzzlletin. Jaargang 12(1983-1984)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Dirk Kroon Gedicht Spiegel In de hal op marmerblad de witte lelies voor een spiegel. Oneven aantal altijd weer verdubbeld tot de volheid van een bloeiende illusie. Ze staan er even ongemoeid gelaten als het dalend water waaruit ze leefkracht halen. Bij avondval verspreiden ze hun geur, elk etmaal sterker, zwaarder. Alsof ze zich verzetten, vanavond al, doordringen ze de huisbewoner en zijn late gast van het moment dat nu eens afscheid nemen, dan weer doodgaan heet. Geen waan, geen langgerekt vertoeven. Wie het eind eenmaal beseft - geen werkwoord kan hem helpen; geen voegwoord sluit zich aan. Daar staan ze. Morgen zijn ze ijler, waas die niet meer wit is, vochtig. De kelken druppen tot ze leeg zijn. En breken. Vorige Volgende