munistische samenzwering’ tegen zijn land te ontleden. In Nederland had de communistenvreter Jacques de Kadt het wel gesnapt. Op zijn manier dan.
‘De gelaarsde Kadt’ wijdde in het Parool van 28 februari 1958 een lange, steeds onvriendelijker wordende recensie aan ‘The Naked God’. Daarin kwam hij tot de conclusie, dat Fast nog altijd geen oog had ‘voor het sterk pathologische karakter van het milieu, waaraan hij zich zo lang vastklemde’. De Kadt sprak van de ‘onbeholpenheid en onnozelheid’ van de auteur en merkte op dat ‘iemand met normaal gezond verstand, met normaal eergevoel en met normale moraliteit, vrij snel de onverenigbaarheid van dat milieu met de eigen gevoelens en inzichten zal beseffen’.
Fast had niet aan ‘zelfonderzoek’ gedaan en geen akte van berouw afgelegd. Hij voelde zich bedrogen en misleid en verloochende de partij, waarvan hij zo lang een prominent lid was geweest. Zijn humanitaire en democratische idealen verloochende hij niet. ‘The Naked God’ wordt gekenmerkt door de innerlijke tweestrijd van een man, die geen ‘renegaat’ wil zijn, maar het in de ogen van CP-leden natuurlijk toch is.
In onze tijd bestaat veel meer begrip voor een dergelijke houding van ongebonden links zijn dan in de periode van de Koude Oorlog. Je was vóór of tegen het communisme en ten aanzien van Fasts boek liet hier te lande alleen Het Vrije Volk iets van waardering blijken.
Howard Fast is in Nederland buiten kringen van communisten en linkse socialisten nauwelijks bekend geworden. Toch zijn er sinds 1945 niet minder dan veertien boeken van hem in het Nederlands vertaald. Aanvankelijk verschenen ze bij communistische uitgeverijen, ‘Pegasus’ en de later opgeheven ‘Republiek der Letteren’, maar daarna ook bij de Wereldbibliotheek en b.v. bij Het Spectrum en Elsevier.
Hij is nooit een schrijver geweest van het kaliber van een Ernest Hemingway of een William Faulkner. Geen stilistisch virtuoos, geen geniaal vernieuwer van compositorische technieken en geen Nobelprijswinnaar.
Zijn verteltrant is recht toe - recht aan, zijn woordkeus en stijl zijn tamelijk sober en zijn psychologisering is niet al te ingewikkeld. De verhalen zijn spannend en vaak vol actie, die pittig wordt beschreven. Van een zuiver literair standpunt gezien was hij nooit sensationeel en bleef hij altijd één van de ‘boys in the backroom’, zoals de essayist Edmund Wilson dat noemde.
Dat hij hier nooit de erkenning heeft gekregen, die hij verdiende, is niet in de eerste plaats een gevolg van gebrek aan talent, maar van de strijd tussen ‘progressie’ en ‘reactie’ rondom hem in zijn eigen land in zijn beste en vruchtbaarste jaren. Al in '49 constateerde Hans Konigsberger aan het eind van een waarderend artikel over Fast in De Groene: ‘De jaren dat men hem zonder meer op zijn schrijverschap proefde heeft ons land helaas gemist’.
Helaas, want in de radicaal-linkse letterkunde in de VS staat Fast op één lijn met Upton Sinclair, die in Nederland wel roem heeft verworven met b.v. een klassiek werk als ‘The Jungle’ over stakingen in de vleesindustrie te Chicago.
Wat Sinclair betekende in de jaren twintig en dertig, betekende Fast in de jaren veertig en vijftig. In zijn grote studie over de radicale roman in de VS tussen 1900 en 1954 vergelijkt de literatuurwetenschapper Walter Rideout de positie van de twee auteurs in het Amerikaanse literaire en politieke leven en hij vindt allerlei overeenkomsten.
Zowel Fast als Sinclair hebben aanleg voor het opwindende avonturenverhaal, zijn begaafde pamflettisten en beschouwen hun romans in de eerste plaats als middel om een boodschap te brengen.
Rideout slaat overigens Fasts vakmanschap hoger aan dan dat van diens voorganger. Beiden hebben hun werk als schrijver nooit los willen zien van hun privéleven en waren politiek agitator op grond van hun overtuiging. Ze zijn ook alletwee in de gevangenis beland omwille van die overtuiging. Zowel Fast als Sinclair zijn bij tijd en wijle zeer populair geweest in de VS en daarbuiten vooral in de Sovjet-Unie. Beiden hebben bijzonder veel geschreven.
Rideout stelt vast dat deze twee schrijvers vernieuwers zijn geweest in de moderne Amerikaanse literatuur. Sinclair door de romans over de geschiedenis van zijn tijd, ‘contemporary history’, en Fast door zijn gebruik van een traditioneel genre, de historische roman, voor radicaal-linkse doeleinden.
Howard Fast is vooral een schrijver van historische romans. Dat genre is in Nederland nooit zo populair geweest en ‘contemporary history’ spreekt een in letterkunde geïnteresseerd publiek in het algemeen meer aan dan ‘historical fiction’. Naast de handicap van de McCarthy-periode heeft dus ook het ‘specialisme’ van Fast belet, dat hij in ons land soortgelijke erkenning kreeg als Upton Sinclair. Toch hebben we hem niet aan ons voorbij laten gaan.
Fasts historische romans zijn hier vooral in de openbare bibliotheken te vinden. Ze worden vrij veel uitgeleend. Het grote publiek trekt zich er niet zoveel van aan of een roman als lectuur of als literatuur geldt. Het wil graag een spannend, vlot geschreven verhaal dat psychologisch niet al te diep graaft. Historische romans beantwoorden vaak aan die eisen, waarbij tevens een nostalgisch-romantische blik op het verleden velen blijkt aan te spreken. Fasts boeken vallen bij de wat minder kieskeurigen eerder in de smaak dan bij de snobs, die uitsluitend literatuur wensen te lezen.
In de VS en de Sovjet-Unie wordt de historische roman wel als een literair genre beschouwd en door critici serieus genomen. Bij de verschijning van ‘Conceived in Liberty’ (1939), ‘The Unvanquished’ ('42) en ‘Citizen Tom Paine’ ('43) zag men snel dat zich met Howard Fast een bijzonder schrijver had aangediend. De Amerikanen vonden dat hij de geschiedenis van de VS nieuw leven had ingeblazen. In de tijd dat deze drie romans verschenen vochten ze een harde, bittere strijd tegen Nazi-Duitsland en alle krachten van de natie moesten daarvoor worden in gezet. Fasts pogingen om de democratische idealen van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog weer onder de aandacht van de bevolking te brengen pasten in het officiële streven het Amerikaanse patriottisme op te peppen.
Dat hij daarnaast beoogde om in ‘Conceived in Liberty’, ‘The Unvanquished’ en ‘Citizen Tom Paine’ de onafhankelijkheidsoorlog voor te stellen als het begin van een revolutionaire ontwikkeling in de geschiedenis van zijn land werd op de koop toe genomen. Het was tenslotte de tijd van de grote alliantie met de Sovjet-Unie en een revolutionaire visie op de geschiedenis mocht best samengaan met een glorificatie van het nationale verleden.
De Amerikaanse communisten van hun kant probeerden in de Tweede Wereldoorlog om zich op te stellen als goede patriotten en de werken van de communist Fast pasten tegelijkertijd ook in hun politiek.
De critici, last but not least, bewonderden vaak het vermogen van de auteur om het vertrouwde beeld van een heroïsche vrijheidsstrijd te verenigen met een realistische en veel minder bekende schildering van omstandigheden vol ontbering en bruutheid. De overwinning was zwaar bevochten en juist daardoor des te meer waard.
Fast moffelde niets weg. In zijn romans wordt met grote moed en dapperheid gestreden, maar ook geleden en gedeserteerd. De eenheid van de natie wordt gesmeed, maar officieren, soldaten en burgers haten elkaar vaak en werken elkaar tegen. Hun verschillende sociale, etnische en religieuze achtergronden leiden tot allerlei spanningen en conflicten en Fast laat ook vormen van klassestrijd zien. De oorlog voor nationale onafhankelijkheid draagt bij hem al de kiemen van een maatschappelijke revolutie, die tot op de huidige dag doorgaat.
De Sovjets prezen dit beeld van klassestrijd en vooral het streven van de schrijver om ‘de scheppende rol van de volksmassa's in de geschiedenis’ te onthullen. Inderdaad wordt in deze boeken de hoofdrol niet gespeeld door vorsten, aristocra-