Bzzlletin. Jaargang 11
(1982-1983)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
Peter J.A. Winkels
| |
Amsterdam Boerhavestraat 60. 17 juni '85Beste Jac. Hoe gaat het met de Macaroni? Zie - je er van binnen al uit als een Medusa-hoofd, vol witte slangen? en ben - je al van buiten als een bijenkorf van binnen? - van de weegluizen? - Zoolang als je zóó nog niet uitziet, ben - je nog geen fatsoenlijke lazaroni. Ik heb hier een Italiaan gekend, die zóóveel macaroni at dat hij na zijn diner op de kanapé moest liggen met zijn buik naast hem. Zóó moet - je het echter niet doen, want dan krijg je nog last van benauwdheden, die gevoegd bij de last die je al van de warmte zult hebben, zouden maken dat je genie geheel versmeltGa naar eindnoot10., en dat er daardoor even groote duisternis op je schilderijen zou komen, als op de briefkaartGa naar eindnoot11. die ik vanmiddag bij Veth heb gelezen. Ben je zóó ontevreden op de zon? Je moest dankbaar zijn dat je m'n profecie kan vervullen, die ik je gedaan heb op de promotiejool van ChapGa naar eindnoot12., namelijk dat je met een volle blaas zoudt terugkomen - een blaas met zón natuurlijk. Je moest vandaag maar eens hier zijn geweest, dan zou je wat veranderen! en tevreden zijn met je warme omgeving en den zonneschijn, want vandaag lekt het overal - van den hemel bij stroomen en uit een mensch zijn oogen bij druppels - dit laatste zoowel van de koû als van verdriet over den hemel, die een handel in grijs papier schijnt te hebben geopend. Maar zoo is 'n mensch. Hij verlangt altijd naar dingen die ie op het oogenblik niet heeft. Ik gaf er tenminste wat voor, macaroni met 'n | |
[pagina 72]
| |
zonnesteek te eten, en de zon te zien zooals jij 'm ziet, en niet door een zwarte bril die me overal beroemde halftintenGa naar eindnoot13. geeft, in mijn ziel in mijn hoofd, en in mijn omgeving. Die bril is dan ook de oorzaak, en misschien ook een beetje nijdige jalousie op jou (omdat jij veel meer geniet dan jij kan en mag genieten), dat ik je in al die tijd dat je weg bentGa naar eindnoot14. niet eens geschreven heb, en je een moreele macaroni heb toegediend. Vandaar ook (die zwarte bril dan) dat ik Veth's hand gebruik om dezen brief te pennen. De laatste drie maanden zijn voor mij gedeeltelijk halftint en beenzwart geweest. M'n oogen namelijk hebben in een staat van rotheid verkeerd, waarbij de drinkputten van Jerusalem, een toonbeeld van Hollandsche zuiverheid zouden zijn.Ga naar eindnoot15. Ik heb weer alles krom gezien, nog krommer dan ik het gewoonlijk doe. Ik heb dus niets uitgevoerd, heb geluierd, en heb een diepen blik gekregen in de doos van Pandora. Eén voordeel heb ik in die tijd gehad, en wel dat ik gezien heb dat er bij alle ongeluk nog wel een gelukkie is; dat gelukje voor me is geweest, de groote sympathie en de hulpvaardigheid die ik van het meerendeel mijner kennissen heb ondervonden. Dan houdt me tot nog toe op de been, en ware het niet dat ik soms beangst ben voor de toekomst, ik zou me liever gelukkig voelen. Maar als waar filosoof denk ik liever niet over wat er komen zal, en denk ik alleen over wat is. Vandaar dat ik aan jou nu denk omdat jij de meest versche indruk bent, die ik vandaag gekregen heb, door je briefkaart. Waarschijnlijk heeft Veth het je reeds geschreven dat-i m'n portret schildertGa naar eindnoot16. - onder ons gezegd - (hij schrijft hetzelf dus het is 'n harde slag voor 'm z'n eigen veroordeling op te schrijven) geeft hij blijks van zeer weinig smaak dat-i zoo den geheelen dag op m'n bakkens kan turen zonder onwel te worden. Maar jelui schilders hebben ‘altijd alevel wat raars’ - Jij voelt je niet prettig in de zon, en Veth vindt m'n bakkens goed! Nu zit ik elken dag voor 'm te pozeeren, en zie meer en meer hoe het beetje kleur op m'n gezicht ontleed wordt tot in de kleinste bizonderheden; en ik moet het verdragen dat AllebéGa naar eindnoot17. me met een eigenaardige artiesten-onbeschoftheid zit uit te meten en zit aan te staren, alsof ik een ‘article de Paris’ was. Nu heb ik nog kans dat ik ergens op 'n tentoonstelling kom te hangen en stekelachtige aanmerkingen zal moeten hooren over ‘het model’. Misschien wordt ik dan nog eris door de wet vervolgd, als miskramen-verwekker, want hoe onartistieke zwangere vrouwen gezond zullen blijven voor die schilderij - is mij een raadsel! De eenige hoop die ik nog heb is dat een dolle Engelschman het zal koopen om er een boek van Darwin mee te illustreeren, dan word ik nog eens beroemd en Veth zal zijn belooning krijgen in baar geld. Dat geld laat ik 'm houwen want dat mag-i wel hebben tot loon voor z'n werk en vergoeding voor de moeite die i zich geeft om telkens m'n voorlezer te zijn nà het pozeeren. Als i hetzelf niet schreef zou ik zeggen dat ik nogal met 'm op kan schieten, maar nu zeg [i.p.v. (doorgestreept: ‘schrijf’ - P.W.] ik 't niet, evenmin als 'n oordeel over talent enz. over hartelijkheid en andere diensten die-i me bewijst, want hij zou gaan denken dat ik uitmuntte in diplomatie en vleierij. Trouwens als-ik al die soort dingen ging zeggen, dan zou me den tijd gaan ontbreken om je belangrijker berichten te geven - voor mij, want jij kent Veth genoeg. Deze eerste brief is raar, waarschijnlijk, en zal misschien niet over die dingen handelen waarin je het meest belangstelt, omdat ik niet weet welke dat zijn. Ik weet niet b.v. of je belangstelt in Tweede-Kamernieuws, wat er niet is, of dat je misschien het interessanter zoudt vinden iets te hooren over den optocht bij de opening van het RijksmuseumGa naar eindnoot18. waarvan ook al niets te zeggen valt, omdat-i er niet is. Ook weet ik niet of je geest trekt naar Cholera-inenting of naar een afslag van melkprijzen, van een dubbeltje op zeven centen een kan. Je ziet, ik heb veel pijlen op mijn boog die ik naar je toe kon schieten als ik maar wist van welke je gediend was. Ik zal me daarom meer bij lokaal nieuws bepalen ofschoon ik hard kans loop dat je, wat ik je zal vertellen over de kennissen, al meer-malen zult gehoord hebben. Laat ik beginnen met Flanor. Van de laatste keer dat jij er was, staat me niet meer voor den geest dan een vuurwerk fontijn van sinaasappelen waarmeê je gooide.Ga naar eindnoot19. Ik geloof dat die laatste werkzaamheid van jou een van de beste is geweest, die er sinds de herlevingGa naar eindnoot20. zijn geweest. Veél is er niet gedaan. Ikzelf heb m'n werkzaamheid vervuld met een 2 1/2 uur-lange lezing over prostitutie die een succès d'estime, en misschien nog meer een succès de scandale heeft gehad.Ga naar eindnoot21. Vander Goes die 'n specialiteit in dit soort onderwerpen is, heeft 'n onafgewerkt lezinkje gegeven over iets waar hijzelf nog niets van weet.Ga naar eindnoot22. De avonden blijven gezellig ofschoon het souperGa naar eindnoot23. (wat nog het beste was) er langzamerhand bij inschiet. En ware het niet dat zich uit Flanor een Gulden Winckel ontwikkelt, Flanor zou niets praesteeren tegenover de buitenwereld. Ik voor mij moet je zeggen dat ik me deerlijk in Flanor heb bedrogen. Ik heb het. beschouwd als een Parnassus, en zie meer en meer dat het een duin is - niet eens de ‘Bunkert’, waarop een hoop boerenlui in plaats van goden en tusschen die boerenlui, hier en daar eris een mensch. Of ik onder de goden, de boerenlui of de menschen hoor, wil ik niet beslissen. Ik doe mezelf niet graag pijn. Die menschen vormen de Gulden Winckel. De G.W. doet me onwillekeurig denken aan het verhaal van de twee echtlieden, waarvan Mevrouw in een gezegende positie was, en die heftige ruzie hadden of de toekomstige spruit Jantje danwel Ammelezwimta zou heeten. De ruzie liep zóó hoog, dat Mevrouw een miskraam kreeg. De G.W. bestaat nog niet eens, of de naam wordt reeds veranderd, en is verdraaid in ‘Nieuws Gids’. Verdeeldheid zal er wel niet onder de Redacteurs komen, maar ik ben toch bang dat de ‘Nieuwe Gids’ niet zal uitwerken wat de G.W. had gedaan, vooral omdat van het oorspronkelijk plan moest afgeweken worden. Immers in plaats van elke maand een aflevering, zal er elke twee maanden een verschijnen, en ik ben hard bang, dat men in het tijdverloop tusschen de eerste en de tweede aflevering de eerste zal vergeten. De redacteurs zelf: v.d. Goes, Paap, v. Eeden, Verwey en Kloos, hebben goeden moed en zijn zo vol vuur, tenminste de vier eersten. Van Kloos weet ik het niet omdat-i in de laatste weken verdwenen is. Ik had 'm namelijk onder behandeling, omdat z'n zenuwgestel geschokt was. Je weet dat 'n jong medicus zonder praktijk erg trouw een eenigen patiënt opzoekt! zoodat ik ook geregeld bij Kloos kwam, tot ik opeens hoorde dat Kl uit de stad was. Dwarstegen m'n raad, of liever zonder m'n raad! Zou-i m'n aanstaande rekening ontvlucht zijn? Ik weet het niet, evenmin als Verwey het weet, de eenige die 'n bericht van 'm ontvangen heeft, namelijk dat-i in Voorburg bij 'n tante zit te werken. Of Verwey nog in de laatste dagen bericht van 'm heeft gekregen weet ik niet, want Verwey is zoo schaarsch als de aardbeien en de warmte! Het eenige dat ik van Verwey weet is dat-i van morgen als een dolleman bij KeesGa naar eindnoot24. is komen opvliegen, en daar het bericht heeft achtergelaten dat-i vandaag examen deed. Kees lag te bed (hij heeft een eigenaardige gewoonte om de morgenstond te genieten!) en heeft hemzelf niet gesproken, maar de informaties die we met ons tweeën hebben ingewonnen aan de Universiteit en aan het Gymnasium hebben ons geleerd dat er geen sprake is van examen. Of Verwey aan bundelmanie lijdt, een kwaal waarmee vele jongelui behept zijn tegenwoordig!Ga naar eindnoot25. - Ik weet het niet - zeker is z'n gedrag hoogst vreemd vandaag. Die bundelmanie is 'n nieuwe ziekte, getuige de Heer CosmanGa naar eindnoot26., die jezelf kent, en Cornelis Paradijs, 'n jongeling die de lier van Beets, Helmers, Bilderdijk en andere Hollandsche dichters heeft geleend. Z'n bundel zal waarschijnlijk in het najaar verschijnen. Kloos zal daar voor een voorrede schrijven van het standpunt van oud-vriend terwijl ik er een hartig woord aan toe zal voegen als Christelijk jongeling.Ga naar eindnoot27. Ik ben bang dat de bundel meer opgang zal maken dan ‘de Kleine Johannes’ vanvan dezelfden,Ga naar eindnoot28. omdat het publiek veel meer voelt voor God en deugdzaamheid dan voor waarheid en gevoel. De Kleine Johannes is nu geheel af en zal in de Nieuwe- | |
[pagina 73]
| |
Gulden-Gids-Winckel verschijnen.Ga naar eindnoot29. Gelukkig dat het af is, want Kees zit voor z'n artsexamen, waarvoor-i elken dag 'n oproeping kan thuiskrijgen, en waarvoor-i nu toch al werkt zooals dat z'n gewoonte is, namelijk heel weinig. Het is echter niet de Nieuwe Gids die 'm veel tijd wegneemt, maar 'n stilleven dat-i bij Veth op het atelier zit te konterfeiten, en waarop het portret van PaapGa naar eindnoot30. welgevallig kijkt, want Paap wordt ook vereeuwigd in olieverf, wat ik 'n betere vereeuwiging vind dan door ‘Bombono'sGa naar eindnoot31., of door andere ‘stukken’ die-i onvoorzichtig zal trachten te schrijven over dingen waar-i meent verstand van te heben. Gelukkig dat-i getemd zal worden door z'n mederedakteurs, die aan den anderen kant een grooten steun aan 'm hebben. Want hij werkt veel voor het nieuwe Tijdschrift en is zeer praktisch, praktiescher dan vanderGoes, die zich op de redakteursvergadering nu en dan wel eenigszins laat meêslepen, door weinige sympathie met Paap. Nu ik van vanderGoes spreek als litterator komt me onwillekeurig de laatste vergadering van ‘Flanor’ in de gedachten, waarop-i (héél leelijk) met de conventie van een vierde rangs theater, zooals Veth zegt, een stuk uit ‘Ruyl Blas’ het voorgelezen, ter eere van de nagedachtenis van Victor Hugo.Ga naar eindnoot32. Of de cher maitre daarmeê gediend zou zijn geweest, als-i het bij zijn leven nog gehoord had, betwijfel ik. Echter, de wil was goed, en de vereering mocht niet ontbreken op 'n vergadering van Flanor, waar indertijd met algemeene stemmen is aangenomen, den beroemden dichter 'n gelukwensch te sturen.Ga naar eindnoot33. Waarschijnlijk zul-je wel alles van Hugo's dood weten, niet alleen omdat Italië een deputatie naar z'n begrafenis heeft gestuurd, maar ook wijl z'n dood samenviel met die van Terenzio MammianiGa naar eindnoot34. die in Italië hoog vereerd werd, zooals de couranten schrijven en met die van NeuvilleGa naar eindnoot35., waarin jij als ‘schilder en glazenmaker’ vanzelf belang moet hebben gesteld. Als je eenigen lust hebt om meer van z'n begrafenis en z'n dood te weten, zal ik je in een volgenden brief daarover schrijven. Je zult echter wel in Rome genoeg gehoord hebben - M'n oordeel wil ik niet zeggen - alleen dát - dat het me spijt dat in onzen tegenwoordigen tijd, waarin de Lantaarn van Diogenes een duur betaald artikel zou zijn, er weer een vuurbaak is omgevallen die niet licht vergoed kan worden door 'n andere. Je moet die Lantaarn van Diogenes niet gaan versurrogaten met ‘de Lantaarn’ het Maandblad dat BiederlackGa naar eindnoot36. een ‘letterkundige’ noemt en dat, trots op z'n bestaan, de meest woeste moppen tapt op de Nieuwe Gids en op Kloos. Frederik van Eeden, geschilderd door Jacobus van Looy (1884)
Jacobus van Looy; getekend door Willem Witsen (1881)
Wat het schildersgebied aangaat, waarop ik me ook langzamerhand ga bewegen, door de massa techniesche termen die ik langzamerhand leer kennen, en het eigenaardige duimmanuaal wat ik van Allebé en Veth overneem (hij schrijft hetzelf!) - behalve Veth en vander ValkGa naar eindnoot37. zie ik alleen WitsenGa naar eindnoot38., die zich terug heeft getrokken op z'n atelier in Maartensdijk, waarvan uit hij schilderstukken de wereld instuurt die op de tentoonstelling te Rotterdam terecht komen en daar genoemd worden ‘de beste onder de voortbrengselen van de jongere school’. Ik zie Witsen nooit met z'n penceel maar wel met z'n bas gewapend op de Vrijdagavondtrio's bij Chap, waar ik Veth nooit anders ontmoet dan zich oefenend om een boa-constructor te worden (hij schrijft hetzelf!) en waar Chap de eerste viool speelt in dubbele zin.Ga naar eindnoot39. Chap heeft die afleiding wel noodig, want hij is nog altijd trouw bezig om zich te wennen later een inwoner te worden van een ‘stankdal van Java’. Trouwens dat mag-i wel doen om z'n naam van doctor in de chemie op te houden, want het zomerpak dat-i zich heeft aangeschaft, komt zóó weinig overeen met z'n waardigheid, dat Veth van plan is er een caricatuur van te maken. Ziehier waarde Jac. eenige verspreide nieuwtjes, zóómaar voor de hand weggegrepen, en nu jijzelf! Hoe gaat het met je Italiaansch? heeft je kamergymnastiek op taalkundig gebied in de Govert FlinckstraatGa naar eindnoot40. je genoeg geoefend om niet, wanneer je brood noodig hebt, in vergissing te vragen om een waterpot? en heb-je al de spijzen reeds genuttigd wier vreemde namen je deden watertanden, toen je ze verwrong en bedierf bij het uitspreken. Heb-je buiten je schilderijen nog andere indrukken gekregen van het citroenenland? Hoe is het met de vuilheid, en heeft de nieuwer- | |
[pagina 74]
| |
wetsche brievenbus tegen het eeuwenoude Kapitool gespijkerd je een even ellendigen indruk gegeven, als Thorbecke toen ze hem indertijd een flambard hebben opgezet? Heb je al bravi ontmoet? of ben-je trouw in je rol van Frans-HalsGa naar eindnoot41. voortdurend bezig langhalzige flesschen OrVietroGa naar eindnoot42. te leêgen? Breng-je serenades op citroenkleurige mandolinen aan blauwe linten? of mijmer-je op witmarmeren trappen, bespoeld door 'n diepblauwe zee, onder een flonkerenden sterrenhemel over Neerlands modder en de prijs van een winterjas? Of doeje nies dan schilderen? Ik voor mij heb een voorstelling van je als een klein dik mannetje met een rood bieten-neusje, in de eene hand een veel geroemde macaroni, in de andere een flesch Lacrimae ChristiGa naar eindnoot43. en neergezegen in een achterbuurt van Roma, terwijl je je teekenstift tot tandenborstel gebruikt! en je schetsboek tot het schrijven van minne-epistels van de een of andere zwartoogige chitana die uit een bovenverdieping goed te drogen hangt. Misschien bedrieg ik me, en ben-je nog dezelfde korte sinaasappelgooier van hier. Nou zou-ik toch oppassen met sinaasappelen, met het oog op de buikpijn en de kleurenblindheid die je van al dat oranje krijgt, dat zie je aan de politieke toestand van Nederland, die in het geheel geen kleur meer heeft. Wat m'n vermoeden wettigt van je dweeperige stemming, bewijzen me je sonnetten die ik in een brief bij Kees heb gezienGa naar eindnoot44., maar pas op dat je je schilderezel niet vervormt tot een harp met snaren van macaroni want dan wordje nooit een Corregio.Ga naar eindnoot45. maar je brengt het niet verder dan Manus uit de Duvelshoek. Als het je niet verveelt, schrijf me dan eens wat over je leven en over je indrukken, die je van het verhutspotte Rome krijgtGa naar eindnoot46.. Als het te warm is om te schrijven, ga dan naar een serivario en dikteer het hem, zooals ik het nu Veth doe. Dat herinnert me meteen dat ik eens moet uitscheiden want z'n hand zal wel lam worden en hij moet morgen weer het penseel voeren. Dus Jac. houw me ten goede dat ik niet meer praat, en wees dankbaar aan je vriend Veth die me in de gelegenheid stelt je weer eens een Hollandsch papiertje toetezenden. Ik breek af met de pen maar niet met il cor. Dag Jac tt Sam
Noot van secretaris Ik heb dit geschreven hoorende niet gehoord en ziende niet gezien hebbende. Comme une machine J.V. | |
[pagina 75]
| |
|