Brieven en commentaren
Uruguayaanse schrijver niet ‘verdwenen’.
In haar artikel over Juan Carlos Onetti (BZZLLETIN 84) schrijft Barber van de Pol dat een andere Uruguayaanse schrijver, Nelson Marra, zou behoren tot de trieste Latijnsamerikaanse kategorie: ‘verdwenen’ personen.
Gelukkig kan ik op grond van mijn informatie deze onheilstijding zonder enig voorbehoud tegenspreken, hoewel de feiten omtrent Marra nog steeds een treffend voorbeeld vormen van de repressie waaraan in sommige Latijnsamerikaanse landen ook schrijvers blootgesteld zijn.
Nelson Marra werd in 1978, na vier jaar gevangen te hebben gezeten in de strafgevangenis van Punta de las Carretas, vrijgelaten en verblijft sindsdien in Europa, behorend tot die andere omvangrijke Latijnsamerikaanse kategorie: die van de ballingen.
Arie Sneeuw
In tegenstelling tot wat wordt gesuggereerd in mijn artikel over Francisco de Quevedo (BZZLLETIN 86) is de derde druk van Dolf Verspoors Okeren Sonnetten van Quevedo gelukkig nog steeds alom in de boekhandel verkrijgbaar.
In het slot van het zelfde artikel is sprake van een gedicht dat Jorge Guillén aan Quevedo wijdde. Het gedicht in kwestie begint met de versregel:
‘Este nombre designa sólo un hombre?’ (Duidt deze naam alleen op een mens?) Guillén schreef meer gedichten op de gouden eeuwer, niet alleen de in het artikel genoemde korte reeks Al margen de... (Terzijde van...).
B. van de Pol