Ach, zal men roepen, Carr is dus een romanticus, die zijn heil in het verre en onbereikbare verleden, in dagdromen, zoekt. De tegenpool dus van Carey. Maar in A Month in the Country is dat toch niet zo. Want hoewel Birkin, de verteller, inderdaad naar die verre, idyllische zomer die hij op het land doorbracht, terugkijkt en de zoete pijn van de nostalgie ervaart, blijft hij zijn hele relaas door een optimistisch realist. In zijn laatste regels schrijft hij: ‘We can ask and ask but we can't have again what once seemed ours for ever - the way things looked, that church alone in the fields, a bed on a belfry floor, a remembered voice, a loved face. They've gone and you can only wait for the pain to pass.’ De droom heeft hij gekend, maar hij blijft de feiten in het oog houden.
Wat het contrast tussen deze twee boeken zo buitengewoon interessant maakt, is het feit dat ze elkaar - zonder dat de betrokken auteurs dit hebben kunnen weten, of bedoeld kunnen hebben - aanvullen. Dat wil zeggen: Carr beschrijft alle verrukkingen die die zomer op het land voor de jonge ex-militair Birkin met zich meebracht, en Carey schept denkbeeldige toekomstwerelden, waarin een ieder ongelukkig en gefrustreerd is, precies omdat de dingen die Birkin gelukkig maakten (zijn werk, de prachtige natuur, de vrouwelijke charme van de domineesvrouw) in zíj́n werelden zijn verdwenen. Ze zijn vernietigd of verbannen door onmenselijke stelsels, door de zucht naar geld en macht, door de aanbidding van machines en wapentuig, endoor de vernedering van de mens en zijn degradatie die uit al deze dingen voortvloeien.
Het lezen van deze twee boeken, het ene na het andere, kan dus een heel bijzondere ervaring worden: er is hier meer te leren, meer stof voor overpeinzing, dan men in menig leerboek over de economie, of de sociale of politieke wetenschappen zal kunnen vinden. Er is gevoel; er is inzicht; en, zoals ik zeker reeds duidelijk heb gemaakt, er is hier ook leesgenot... dat uit twee heel andere wijzen van vertellen voortvloeit.
Terug naar de griezelige toekomst van Carey: ‘terug naar een toekomst gaan’ is op zichzelf al een soort ontwrichting van de norm, die deze auteur vooral zou kunnen apprecieren.
De tien verhalen van Carey in zijn eerste Londense uitgave komen uit zijn twee vorige bundels, The Fat man in History en War Crimes, die respectievelijk in 1974 en 1979 in Australië zijn verschenen. Deze nuchtere feiten meld ik onder andere om de onjuiste informatie die enkele maanden geleden in de NRC-Handelsblad stond (te weten, dat deze Faber-uitgave Carey's eerste boek is, dat hij een ‘jonge’ Australiër is, en dat Ian McEwan mogelijk als zijn literaire peetvader gezien kan worden) te corrigeren. Het laatste kon trouwens alleen maar juist zijn als vaders ná hun zoons geboren worden. Een beetje juiste informatie kan dan ook geen kwaad.
In hetzelfde blad kon men ook onjuiste en misleidende gegevens over J.L. Carr lezen: de recensent (Reinjan Mulder) wist niet eens dat A Month in the Country de vijfde roman van Carr is en dacht dat al zijn vorige romans boeken voor kinderen waren! Bovendien liet hij in de recensie, waarin bijzaken steeds weer als hoofdzaken zijn gereleveerd, op een pijnlijke manier zien, dat hij de strekking van de roman gewoon niet begrepen had, terwijl hij verschillende bedoelingen van de auteur fout interpreteerde. De verrukkelijke humor van Carr's schrijven, waardoor hij soms aan de meester Charles Dickens doet denken, is deze recensent blijkbaar óók niet opgevallen.
In Carey's eerste bundel stond het verhaal ‘American Dreams’. Dit betrekkelijk eenvoudige verhaal laat de andere, latere verhalen als het ware in embryonale vorm zien. Hier zijn het niet futuristische wezens uit een andere planeet die een hel op aarde maken, maar de Amerikanen. Een bewoner van een klein, onbeduidend stadje sluit zich van de andere bewoners af en bouwt een muur om zijn terrein. Na zijn dood wordt de muur omvergehaald en een prachtig model van het stadje, waarin alles perfekt is, komt te voorschijn. Voor het stadje zelf hadden de bewoners alleen maar verachting: ‘For years we have watched the films at the Roxy,’ schrijft Carey, ‘and dreamed, if not of America, then at least of our capital city. For our own town we have nothing but contempt. We have treated it badly, like a whore. We have cut down the giant shady trees... We have left big holes all over the countryside from which we have taken brown coal and given back nothing.’ Maar iedereen is vol ademloze bewondering voor het model van de stad en dit model wordt dan ook een toeristenattraktie. De Minister van Toerisme zegt dat men goede zaken zal doen: ‘We would be famous. Our businesses would flourish. There would be work for guides and interpreters and caretakers and taxi drivers and people selling soft drinks and ice cream. The Americans would come... and bring wallets bulging with dollars. American dollars.’
Het resultaat is echter misère. Het stadje verliest zijn karakter en wordt door kiekjesmakende Amerikaanse toeristen bijna onder de voet gelopen... en een ieder wordt ongelukkig. De Amerikanen worden ook boos en achterdochtig als ze ontdekken dat de bewoners ouder worden en dat het veranderde uiterlijk van het stadje niet meer precies met het model klopt. In andere woorden: het ònechte wordt bewonderd en het echte wordt versmaad - ‘Amerikaanse dromen’!
(Dat deze situatie niet geheel toekomstmuziek is kan iedereen voor zichzelf bevestigen door op een zondag in de zomer Madurodam in Den Haag te bezoeken, dat wil zeggen, als hij zich een weg door de barricaden van auto's kan banen).
De andere verhalen in Carey's bundel zijn lang niet zo eenvoudig als dit vroege verhaal, maar Carey schrijft op zo'n gelukkige wijze dat alles heel toegankelijk blijft. Hij schrijft - en dit lijkt paradoxaal, want hij is tegen beïnvloeding van zijn land door Amerika - in een stijl die veeleer Amerikaans is, veel vlotter en alledaagser, dan Engels. Hij maakt een veelvuldig gebruik van de historisch-tegenwoordige tijd, waardoor hij een effekt bereikt, als ware alles door een camera gadegeslagen, as it is happening. Hierdoor wordt de spanning verhoogd en een sensatie van onbehagen geschapen. Het is alsof alles te fel wordt belicht. (Zie ook hiervoor Muriel Spark's korte romans uit het begin van de jaren zeventig, met name het moordverhaal The Driver's Seat).
Een filmisch effekt bereikt Carey ook door sommige verhalen uit heel korte episodes, en zelfs uit flitsen, op te bouwen. Het eerste verhaal in deze bundel, het 25-bladzijden lange titelverhaal ‘The Fat Man in History’, over een commune van dikkerds die in een toekomstige samenleving gediscrimineerd worden, is bijvoorbeeld in twintig ‘takes’ of ‘shots’ onderverdeeld, waarvan vijf maar een regel of drie, vier lang zijn. Het verhaal ‘Do You Love Me?’ is op een dergelijke manier in veertien ‘stukken’ verdeeld en ook hierdoor wordt een gevoel van onbehagen bereikt, want men krijgt niet alles in logisch verband te horen, maar alleen maar via losse mededelingen.
In dit verhaal raakt een samenleving min of meer in de greep van kartografen die alles op papier moeten registreren. Wat niet geregistreerd wordt, wat niet door een censor van de bevolking wordt vastgelegd, telt eigenlijk niet meer. En inderdaad, hele stukken van de omgeving en daarna zelfs mensen, met inbegrip van de vader van de jonge verteller, beginnen op te lossen en te verdwijnen. In deel 7 van dit korte verhaal, dat de ondertitel ‘Some Theories that Arose at the Time’ draagt, leest men onder andere: ‘The world is merely a dream dreamt by god who is waking after a long sleep. When he is properly awake the world will disappear completely. When the world disappears we will disappear with it and be happy.’ (Cursivering door J.B.) Een toekomstverhaal? mag men wel vragen of een verhaal over de wereld als zij thans is? Heeft zo'n theorie vandaag niet een overbekende klank? Voordat de vader begint op te lossen en te verdwijnen zegt hij: ‘We no longer love one another. When we realize that we need one another we will stop disappearing.’
De lange verhalen ‘The Chance’ en ‘War Crimes’, beide uit Carey's tweede bundel uit 1979, lijken mij de beste, of