| |
| |
| |
[Nummer 83]
Arnold Heumakers
Chronologisch overzicht van het leven van de markies de Sade
1740
2 juni - geboorte van Donatien-Alphonse-François de Sade te Parijs. Zijn moeder, geparenteerd aan de koninklijke familie, is een hofdame van de prinses de Condé; zijn vader, een edelman afkomstig uit de Provence, staat als diplomaat in dienst van de koning.
| |
1740-1755
Periode van Sade's opvoeding; tot 1744 in het Hôtel de Condé, vervolgens in de Provence, waar een oom van vaderszijde, de abbé de Sade, zich over zijn neefje ontfermt. Van 1750 af verblijft Sade opnieuw in Parijs, vermoedelijk als leerling van het jezuïeten-college Saint-Louis.
| |
1755-1763
Sade bezoekt de cavallerie-school te Versailles en neemt, eerst als onder-luitenant en daarna als kapitein, deel aan de Zevenjarige Oorlog tegen Pruisen. In Duitsland doodt hij de tijd tussen de gevechtshandelingen op aangename wijze met gokspel, drinkgelag en amoureuze avonturen. Na het sluiten van de vrede, op 10 februari 1763, wordt Sade uit het leger ontslagen.
Portret van Sade's vader.
| |
1763
17 mei - Sade treedt in het huwelijk met Renée-Pélagie Cordier de Launay de Montreuil, de 21-jarige dochter van de president van het Gerechtshof van Parijs. Het huwelijk is tegen de zin van Sade, die zelf op een ander verliefd was, door zijn vader en zijn schoonmoeder beklonken. Renée-Pélagie vindt hij al gauw ‘te koel en te vroom’
18-19 oktober - Sade geeft zich samen met een prostitué, Jeanne Testard geheten, over aan godslasterlijke libertinage. In een kamer die vol hangt met zwepen, pornografische prenten en religieuze artikelen vraagt hij Jeanne hem te geselen. Als dat door haar wordt geweigerd ontsteekt Sade in razernij, vertrapt een van de twee Christusbeelden en masturbeert boven het ander. Onder bedreiging dwingt hij vervolgens zijn gezellin op haar beurt hetzelfde te doen en luidkeels de Heilige Maagd Maria te beledigen. Gedurende de rest van de nacht leest Sade haar voor uit voor pornografische werken.
Sade's kasteel te Lacoste (1980). Foto: M.B. van IJzeren.
| |
| |
29 oktober - na een aanklacht van Jeanne Testard wordt Sade gearresteerd en opgesloten in het kasteel van Vincennes, waaruit hij op voorspraak van zijn invloedrijke schoonfamilie weer wordt vrijgelaten op 13 november. De politie zal zijn gedrag van nu af aan echter nauwlettend in het oog houden.
| |
1764-1767
In Parijs gaat Sade een liaison aan met een actrice, die hij vervolgens meetroont naar zijn kasteel in Lacoste (Provence), waar hij haar door laat gaan voor zijn echtgenote. Grote verontwaardiging bij zijn schoonmoeder, de présidente de Montreuil. Terug in Parijs maakt een bruisende aktiviteit in de hoofdstedelijke bordelen de verhouding tussen beide er niet beter op. Sade's oprechte droefenis over de dood van zijn vader (24 januari 1767) verzoent Madame de Montreuil weer met haar schoonzoon, die bovendien plechtig belooft zijn leven te zullen beteren. Op 27 augustus van dat jaar wordt Sade's zoon geboren.
| |
1768
Trappenhuis in de woning te Marseille waar Sade en Latour in 1772 hun orgie hielden.
Het kasteel van Vincennes.
3 april - Sade slaagt erin, op Paaszondag nog wel, de bedelares Rose Keller ertoe te bewegen met hem mee te gaan naar zijn huis in Arceuil, vlakbij Parijs. Daar wordt zij tegen haar zin gegeseld terwijl Sade zichzelf luidruchtig bevredigt. Opgesloten, weet zij vervolgens via het raam te ontsnappen en dient onmiddellijk een aanklacht in tegen de markies, die niet lang daarna wordt gearresteerd. De zaak die veel publiciteit trekt vestigt Sade's reputatie als libertijn voorgoed, tot groot misnoegen uiteraard van zijn schoonmoeder.
16 november - Sade wordt weer vrijgelaten nadat Rose Keller een ruime schadevergoeding is betaald.
| |
1769-1771
Op 27 juni 1769 wordt Sade's tweede zoon geboren. In september van dat jaar maakte hij een reis door de Nederlanden. Op 17 april 1771 bevalt Renée-Pélagie van een dochter. Sade kampt gedurende deze tijd met ernstige financiële moeilijkheden en moet in september 1771 zelfs een week in de gevangenis doorbrengen wegens onbetaalde schulden.
| |
1772
Het kasteel te Miolaus waar Sade bijna een half jaar opgesloten zat.
27 juni - samen met zijn knecht Latour organiseert Sade in Marseille een wonderlijke orgie, waarbij vier jonge prostitués betrokken zijn. Sade geselt en laat zich geselen, hij copuleert
| |
| |
De Bastille.
Titelblad van de eerste druk van Justine (1791).
De gevangenis in het kasteel van vincennes.
| |
| |
met Latour en verlangt ook van de prostitués dat zij zich ‘onnatuurlijk’ laten bezitten. Omdat zij van de bonbons gevuld met Spaanse vlieg, die Sade in grote hoeveelheden ronddeelt, ziek worden dienen zij de volgende dag een aanklacht in wegens vergiftiging en homosexualiteit. Sade en Latour zijn dan inmiddels weer teruggekeerd naar Lacoste.
4 juli - tegen beiden wordt een arrestatiebevel uitgevaardigd. Samen met zijn schoonzusje Anne-Prospère, op wie hij verliefd was geworden, vlucht Sade naar Italië.
3 september - Sade en Latour worden bij verstek ter dood veroordeeld. Een week later verbrandt men hun afbeeldingen in Aix-en-Provence.
8 december - nadat Anne Prospère weer is teruggekeerd naar Frankrijk slaagt de présidente de Montreuil, razend op haar dochter maar vooral op haar schoonzoon, erin Sade te laten arresteren te Chambéry, dat destijds tot het koninkrijk Sardinië behoorde. Sade wordt opgesloten in het kasteel van Miolans.
| |
1773-1777
Een van de twee bekende portretten van Sade. Een tekening van Van Loo omstreeks 1760-1762.
Na met de hulp van Renée-Pélagie uit Miolans te zijn ontsnapt (1 mei 1773) trekt Sade zich terug op zijn kasteel in Lacoste. Tevergeefs laat de présidente daar een inval doen: Sade blijkt zich tijdig uit de voeten te hebben gemaakt. Daarna volgt een periode van relatieve rust, evenwel niet op sexueel gebied. In de omgeving van Lacoste verspreiden zich vele geruchten over wat zich allemaal achter de kasteelmuren afspeelt. Bedreigd door een nieuw schandaal vlucht Sade in de zomer van 1775 voor de tweede maal naar Italië, waar hij een lange rondreis maakt. Een jaar later is hij weer terug op Lacoste en krijgt het dan aan de stok met de vader van een van zijn keukenmeisjes, die hem ervan beschuldigd zijn dochter sexueel te hebben misbruikt en in een woedeaanval zelfs enige schoten op de markies afvuurt. Het conflict wordt bijgelegd. Het jaar daarop reist Sade naar Parijs om zijn zieke moeder op te zoeken, die bij aankomst echter al blijkt te zijn overleden. Deze reis wordt Sade fataal want zodra de présidente lucht krijgt van zijn aanwezigheid laat zij hem, op 13 februari 1777, arresteren. Een lettre de cachet zorgt ervoor dat hij wordt opgesloten in het kasteel van Vincennes.
| |
1778
juni - Sade wordt voorgeleid aan het parlement van Aix-en-Provence dat het eerdere vonnis, waarbij hij ter dood was veroordeeld, vernietigt. Hij wordt echter niet in vrijheid gesteld, omdat hij zich op grond van de lettre de cachet officieel nog
| |
| |
Twee pagina's uit het manuscript van Histoire Secrète d'Isabelle de Bavière.
Cahiers met het manuscript van Histoire Secrète d'Isabelle de Bavière.
| |
| |
steeds in koninklijke hechtenis bevindt. De présidente de Montreuil zou om de opheffing daarvan moeten verzoeken om hem vrij te krijgen en dat ligt geenszins in haar bedoeling. 15 juli - op de terugweg van Aix naar Vincennes weet Sade aan zijn escorte te ontsnappen, hij verbergt zich in Lacoste, waar men hem een maand later weer gevangen neemt.
7 september - Sade zit opnieuw in zijn cel, te Vincennes, wanhopiger dan ooit tevoren, omdat hij zich nu realiseert volledig afhankelijk te zijn van de willekeur van zijn schoonmoeder.
| |
1778-1784
Gevangenschap in het kasteel van Vincennes. Sade beklaagt zich over het ongedierte in zijn cel en over de geringe lichaamsbeweging die men hem toestaat. Wel krijgt hij er de beschikking over pen, inkt en papier en om stoom af te blazen begint hij te schrijven: talloze brieven, maar ook literair werk. Op 12 juni 1782 voltooit hij de Dialogue entre un prêtre et un moribond, zijn eerste geschrift in de gevangenis.
| |
1784-1789
Titelblad van de eerste druk van Aline et Valcour.
Op 29 februari 1784 wordt Sade overgeplaatst naar de Bastille, waar hij onder nog ellendiger omstandigheden dan in Vincennes tussen 22 oktober en 28 november 1785 op een 12 meter lange rol papier zijn roman Les Cent Vingt Journées de Sodome schrijft. Eveneens in de Bastille komen de eerste twee versies van Justine ou les Malheurs de la Vertu tot stand, een groot aantal toneelstukken en novellen, later uitgegeven onder de titel Les Crimes de l'Amour, en voorts de lijvige roman in brieven Aline et Valcour ou le Roman Philosophique.
| |
1789-1790
Wanneer het Parijse gepeupel zich op 2 juli 1789 verzamelt voor de Bastille, roept Sade uit het venster van zijn cel dat men binnen de gevangenen aan het vermoorden is. Volgens hemzelf hebben deze kreten de bestorming van de Bastille, op 14 juli, veroorzaakt. Tijdens deze bestorming, die Sade persoonlijk niet heeft meegemaakt omdat men hem in de tussentijd had overgebracht naar het hospitaal van Charenton, gaan vele van zijn manuscripten en bezittingen verloren, waaronder de rol papier met Les Cent Vingt Journées de Sodome. Na zijn invrijheidsstelling op 2 april 1790, huilt Sade om dit verlies ‘bloedige tranen’.
| |
1790-1794
Titelblad van de eerste druk van La Philosophie dans le boudoir (1795).
Nadat het huwelijk met Renée-Pélagie is ontbonden wordt Marie-Constance Quesnet-Renelle, een jeugdig actrice, Sade's maîtresse. Zij zal hem tot aan zijn dood trouw blijven. In deze jaren probeert Sade zijn toneelstukken opgevoerd te krijgen en een enkele keer is dat ook gelukt. Op 22 oktober 1791 wordt zijn Oxtiern ou les Effets du Libertinage gespeeld in het Théâtre Molière te Parijs. Een ander stuk, Le Suborneur wordt echter door een jacobijnse publiek weggejoeld vanwege de aristocratische afkomst van de auteur. Eerder in dat jaar was
| |
| |
de roman Justine ou les Malheurs de la Vertu verschenen. In september 1792 wordt het kasteel in Lacoste door de dorpelingen verwoest en treedt Sade in Parijs voor het eerst op als secretaris van de Section des Piques, een onderafdeling van de Garde Nationale. In deze hoedanigheid zal hij verscheidene teksten redigeren, o,m. een Discours aux mânes de Marat et Le Pelletier en een rapport over de toestand in de Parijse hospitalen. Al deze revolutionaire aktiviteiten kunnen echter niet verhinderen dat Sade tijdens het Schrikbewind toch wordt gearresteerd, op verdenking van moderantisme, en vervolgens ter dood veroordeeld. Onvindbaar geraakt in de gevangenissen ontsnapt hij slechts door een toeval aan de guillotine. Na de val van Robespierre en Saint-Just stelt men hem weer in vrijheid, op 15 oktober 1794.
| |
1795-1801
Een periode van grote armoede vangt nu aan. Door een noodlottig toeval is Sade's naam op een emigrantenlijst terecht gekomen en omdat op alle bezittingen van emigranten wettelijk beslag wordt gelegd, staat hij plotseling zonder inkomsten. Sade zal er nooit in slagen het misverstand, dat door de tijdelijke emigratie van zijn beide zoons is onstaan, uit de wereld te helpen. In 1795 verschijnen zijn romans Aline et Valcour en La Philosophie dans le Boudoir, twee jaar later La Nouvelle Justine ou les Malheurs de la Vertu, suivie de l'Histoire de Juliette, sa Soeur, ou les Prospérités du Vice. Sade's ellende is inmiddels zo nijpend geworden dat hij in februari 1799 gedwongen is een baantje te accepteren bij het theater van Versailles, waar in december van dat jaar ook een reprise van Oxtiern wordt gegeven. In 1800, het jaar waarin Les Crimes de l'Amour verschijnt, sterft Sade bijna letterlijk van de honger en wordt opgenomen in het hospitaal van Versailles. In verschillende Parijse kranten valt men hem aan vanwege de obsceniteit van zijn boeken. Sade verweert zich tegen de beschuldigingen, ondermeer door te ontkennen dat Justine en Juliette door hem zouden zijn geschreven.
| |
1801-1814
Vanwege de zedeloosheid van zijn romans, met name van Justine en Juliette, wordt Sade op last van Napoleon gearresteerd (6 maart 1801) en opgesloten in de Parijse strafgevangenis Sainte-Pélagie, vanwaar hij op 27 april 1803 wordt overgeplaatst naar de krankzinnigeninrichting te Charenton. Daar zal hij tot aan zijn dood verblijven. Hij schrijft er tal van nieuwe werken, o.m. La Marquise de Gange, een Histoire Secrète d'Isabelle de Bavière en Adelaîde de Brunswick, drie historische romans waarvan alleen de eerste tijdens Sade's leven werd gepubliceerd, in 1813. Het merendeel van zijn werk uit deze tijd is echter verloren gegaan of op last van zijn jongste zoon vernietigd door de politie, waaronder het zeer omvangrijke manuscript van Les Journées de Florbelle ou la Nature Dévoilée. Daarnaast heeft Sade zich in Charenton bezig gehouden met het organiseren en regisseren van toneelvoorstellingen, opgevoerd door de patiënten van de inrichting voor een select publiek uit de Parijse beau monde.
| |
1814
2 december - Sade sterft, 74 jaar oud. Op het kerkhof van Charenton wordt hij begraven onder een steen, waarin niet zijn naam staat gegraveerd maar alleen een kruis.
|
|