James Brockway
Engelse kroniek
Zoals ik al in een vorige kroniek heb vermeld, is de romanschrijver C.P. Snow (Lord Snow) in de loop van de zomer overleden. Naast het schrijven van romans, waarin hij zich meestal bezighield met het beschrijven van het leven binnen de instellingen van de Britse samenleving, b.v. de universiteiten of de regering, werkte Snow een tijd voor de regering, (in vroeger jaren was hij nogal pro-Russisch) en jarenlang, tot aan zijn dood, was hij ook een van de vooraanstaande literaire recensenten van de boekenpagina van de Financial Times.
Zelf heb ik Snow's romans nooit op hun juiste waarde geschat, aangezien dat type roman mij niet erg ligt (ik heb iets tegen het georganiseerde leven op aarde). Wel vond ik zijn recente bundel literaire essays The Realists (1978) buitengewoon leesbaar. Hierin bespreekt hij het leven en werk van figuren als Balzac, Dickens, Dostojewski, Proust, Stendhal en Tolstoi op een vanzelfsprekend beknopte, maar niettemin stimulerende wijze. Vooral interessant is het verband dat Snow bespeurt tussen leven en werk van de auteurs; daarna vallen enkele details op zoals de werkwijze van Dostojewski en zijn verspilling - door gokken - van het geld dat hij met zoveel inspanning had verdiend.
Terug na een bezoek aan Holland vernam ik dat nog een auteur min of meer van Snow's generatie plotseling overleden was, en dit deed mij verdriet, daar ik haar de laatste jaren had leren kennen en waarderen. Het overlijden van Olivia Manning valt samen met het verschijnen van het laatste deel (The Sum of Things) van haar nieuwe trilogie, The Levant Trilogy, waarover ik hier eerder geschreven heb.
Niettegenstaande het succes van haar Balkan Trilogy, over Britse vluchtelingen uit dat deel van Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog... (de Levant Trilogy is hiervan het vervolg), was Olivia Manning steeds van mening dat haar werk werd onderschat. Weliswaar heeft Anthony Burgess haar indertijd ‘our most considerable woman novelist’ genoemd, maar zij schitterde nooit zoals enkele wat jongere Engelse schrijfsters uit de jaren vijftig en zestig dat deden, auteurs als Iris Murdoch, Muriel Spark of Edna O'Brien. Zij bleef teveel op de achtergrond. Spectaculair was haar schrijven òòk niet.
Ikzelf echter - en ik ben hier lang niet de enige - had grote waardering voor haar koele, wijze ironie, voor haar precieze, relaxed proza, en ook voor de kundigheid waarmee ze een stuk geschiedenis wist te beschrijven door middel van de mensen die daarin betrokken raakten. In een laatste interview in het kwartaalblaadje van de New Fiction Society, had Olivia geklaagd dat men haar bij het toekennen van de CBE-onderscheiding (een lintje) als een ‘romantic novelist’ bestempeld had. Dat was natuurlijk onzin. Olivia Manning schreef geen ‘romances’ maar intelligente, volwassen romans met veel kritisch inzicht en ironie. Voor een deel zijn haar trilogieën kronieken van een tijdperk in de geschiedenis van het Britse volk, maar het blijven romans, ‘works of imaginative fiction’.
Om een uitstekend beeld te krijgen van een uithoek van het Britse Imperium in staat van ontbinding, raad ik het lezen van haar roman The Rain Forest (1973) sterk aan. Intussen is de laatste maanden de populaire en succesvolle feministische Engelse schrijfster Fay Weldon bezig een televisie-versie van de Balkan Trilogy van Manning te maken. Olivia gaf dikwijls haar eigen mening over verschillende bekende Britse auteurs van nu in haar brieven aan mij - zij was sterk kritisch van aard - maar deze uitlatingen waren alleen voor privé-consumptie bedoeld en ik zal er dus over moeten zwijgen.
In de laatste twee kronieken had ik het over de jongste roman, Russian Hide & Seek, van Kingsley Amis en moest ik mijn teleurstelling daarover registreren. Nu zit ik al weer met hetzelfde probleem, deze keer in verband met de nieuwste roman, Setting the World on Fire, van de bekende, hooggewaardeerde, stevig gevestigde, vaak in Amerika als professor optredende Sir Angus Wilson.
Wilson's werk was mij nooit volkomen sympathiek, maar ik vond het wel boeiend, kritisch en satirisch, onderhoudend en heel intelligent. Met uitzondering van As If By Magic, zijn voorlaatste roman van 1973, heb ik al zijn fiktie gelezen vanaf het begin, toen zijn verhalen kort na de oorlog in het maandblad Horizon verschenen. Hij is vrij laat als schrijver begonnen en hij heeft nu al iets van de ‘grand old man of letters’ over zich.
Ik genoot in het bijzonder van zijn venijnig-kritische kijk op de Britse middle-class Way of life en op het verschillende soort mensen waaruit onze samenleving is gevormd. (Voor zijn kijk op ‘dear old English ladies’ leze men zijn allereerste en griezelige verhaal Strawberry Jam!) Maar er was één roman van Wilson - The Old Men at the Zoo - waar ik niet door kon komen. Op bladzijde 70 aangekomen ging het mij opvallen, dat hij iedere figuur in zijn roman met de een of andere vinnige of gemene opmerking had afgebroken.
Deze agressieve, bijna ziekelijke vernielzucht vond ik in een romanschrijver verdacht. Ik zag het als een tekortkoming in iemand die de wereld en de mensen van vele kanten moet kunnen zien en die best een beetje mededogen met zijn lang niet perfekte medemens mag hebben. Uit esthetisch en technisch oogpunt heeft bovendien zoveel venijn een negatieve uitwerking - het wordt eentonig, èn men begint ook zijn vertrouwen in de onpartijdige visie van de auteur op de wereld te verliezen.
Nu, jaren later, kan ik ook niet door Setting the World on Fire komen al ben ik vandaag wel tot bladzijde 150 d.w.z. halverwege het boek doorgedrongen. Het zijn langdradige, hyper-enthousiaste beschrijvingen van het barokke interieur van een denkbeeldig huis uit de 17e eeuw, vlak naast de Westminster Abbey in Londen, een huis dat door de architecten Vanbrugh en Pratt moet zijn gebouwd, en met zijn eindeloos lijkende en zelfgenoegzame relaas over de voorbereidingen van een opvoering (door amateurs van voorname scholen!) van de 17e eeuwse opera Phaethon door de Franse componist Lully, kan Wilson mij niet onderhouden, alleen maar vervelen - terwijl ik vrij veel van de barokke architectuur weet en veel voorbeelden van