James Brockway
Engelse kroniek
In de vorige kroniek schreef ik dat ik de nieuwe roman van Kingsley Amis aan het lezen was - een verhaal over de Russische bezetters van Engeland in het jaar 2035. Ik kan niet zeggen dat ik veel van dit voorbeeld van satirisch-bedoelde SF genoten heb. Amis is sterk anti-Russisch en hij laat bezetters zien die geen marxistische revolutionairen zijn, maar verwende en decadente kapitalisten van een nieuw en heel saai genre. De Engelsen schildert hij als slaafs en onderdanig. Noch de figuren, noch de intrige (een heel onduidelijke, over een complot onder jonge Russische officieren, om het Russische bewind omver te werpen en de oude en bijna vergeten kultuur van Engeland te herstellen) zijn interessant en de roman lijkt ook dáárdoor veel langer dan hij is.
Volgens mij een mislukkig, zo'n eksperiment, hoewel er inderdaad enkele vrij amusante vondsten zijn, dat wil zeggen, vooral amusant voor liefhebbers van de literatuur. Want jonge intellectuelen onder de Russen, die een belangstelling voor de Engelse literatuur en volkskunde ontwikkelen, laten telkens weer zien hoe gemakkelijk het is in ‘hineininterpretieren’ te vervallen, wat heel komische en lachwekkende resultaten oplevert. Bijvoorbeeld: een zeer populair ‘music-hall’-liedje uit het Edwardiaanse tijdperk (1901-1910) met een tekst vol ‘cockney’-taal, grapjes en bekende Londense straatnamen, wordt door een van deze enthousiaste jonge Russen volslagen fout geïnterpreteerd, zodat de lichthartige grapjes en argot doodernstig (en mis) worden uitgelegd.
Amis grijpt in dit boek ook de kans om met verschillende bolwerken van de Engelse literatuur (Shakespeare, de kerkdiensten van de Anglikaanse Kerk enz.) de draak te steken. Maar het blijft helaas bij zulke satirische grapjes, zodat het geheel een weinig smaakvolle, geslaagde - of volwassen - indruk achterlaat. Bovendien is het proza van Amis in dit boek allesbehalve lichtvoetig, maar zwaar en overladen met een satire die te vaak verzuurd lijkt. Totaal anders van aanpak, maar ook heel satirisch, is de tweede roman van de vrouw van uitgever Colin Haycraft, de directeur van Duckworth, de uitgeverij die sinds 1972 het werk van Beryl Bainbridge brengt. Het is Haycraft's vrouw, die onder de naam Alice Thomas Ellis schrijft, die de fictie-titels voor Duckworth kiest, wat al veel zegt, want die fictielijst staat thans zeer hoog geboekt.
De eerste roman van Alice Thomas Ellis, die in de winter van 1977/68 is verschenen, heb ik ooit als ‘een fusillade’ beschreven. Want in die briljante korte roman, The Sin Eater getiteld, ging deze nieuwe auteur als een scherpschutter te werk. Een scherpschutter, die door vele, vooral jongere lezers zeker als reaktionair in haar meningen zou worden bestempeld voorzover men de schrijfster met haar hoofdfiguur Rose, moeder en vrouw van middelbare leeftijd en van streng orthodoxe, katholieke overtuiging, zou kunnen identificeren.
Die eerste roman is gebouwd om een samenkomst van verschillende mensen in een landhuis in Wales, maar dit is maar een basis, om de gastvrouw, Rose Ellis, de kans te geven, door het hele boek een verpletterende fusillade van kritische opmerkingen en aanmerkingen te lanceren tegen vele moderne opvattingen en voorbeelden van ‘ketterij’. Alles is hier zo scherp, raak, geestig en met zoveel stijl geschreven dat zelfs de lezer die vindt dat sommige oordelen van deze Rose (bijv. Vraag: ‘Seriously, Rose, if you had a son and he turned out to be homosexual, what would you do?’ Antwoord: ‘Shoot him.’) buitensporig zijn, zoiets graag op de koop toe neemt, want er zijn vele andere meningen, die hoe anti-progressief ze ook mogen lijken, best mogen worden geuit. Bijvoorbeeld deze: ‘The (modern) Church was like a dignified old mother who has slapped on a mini-skirt... and started ogling strangers’. Er is ook dit over moderne katholieken: ‘They seem to regard Our Lord as a sort of beaten egg to bind us all together.’ En wat vindt u van dit: ‘An entirely estimable human being - an Englishman’?
Rose in The Sin Eater maakt zich door haar hoogmoed, de manier waarop zij àlles streng bekritiseerd - alsof zij God zelf is - toch aan een hoofdzonde schuldig en de orthodoxe auteur zorgt er voor dat zij hiervoor op de allerlaatste bladzijde zeer streng wordt gestraft: haar twee jonge en dierbare kinderen sterven in een auto-ongeluk.
In de nieuwe roman The Birds of the Air is de vorm praktisch dezelfde gebleven. De titel is van een oud, Engels kinderliedje afkomstig, met de regels:
All the birds of the air were a-sighing and a-sobbin
When they heard of the death of poor cock robin.
Zij slaan hier op een wrange wijze op de dood van de onechte zoon (Robin) van een van de hoofdfiguren, Mary. Dit is wrang, omdat het versje iets lichthartigs en grappigs heeft, terwijl dit sterfgeval daarentegen tragisch was. Mary, intellektualistisch, is de dochter van de centrale figuur, Mrs. Marsh. Zij is apatisch