Bzzlletin. Jaargang 8(1979-1980)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Ten troon J. Eijkelboom Ik ben geen god in 't diepst van mijn gedachten, die god begint bij mij al aan mijn vel. 't Is wel een god die ik niet hoger tel dan dieren thuis of in het veld, bloemen ook, bomen, struikgewas van 't meer verwarde soort, voorts wateren die uit de bodem komen of die van bergen over 't laagland stromen. Ik heb heel lang geleefd bij water dat bijna niet verliep, al stroomde het soms snel, met kolken om de peilers van de brug, al liep het op soms tot de lippen van mens en vee en in de buik van huizen op het Vlak. Maar zoals water loopt over de stenen, de rondgestreelde stenen en met het wuivend groen daartussen - mijn god, dat ken ik pas van later en nu pas stroomt het door mij heen en weet ik dat ik wisselend daar woon: in 't binnenst van je ziel ten troon. Vorige Volgende