Engelse kroniek
James Brockway
Ik werd niet door recensies in de Britse pers en tijdschriften, door discussies over de Engelse radio, of door horen zeggen, op de hoogte gebracht van het debuut - de verhalenbundel Night in Tunisia - van de jonge Ierse schrijver Neil Jordan, maar door een van de brochures die Jordan's uitgever, de Writers & Readers Publishing Cooperative, aan mij opstuurde. Met Writers & Readers was ik in contact gekomen, via de uitgaven van het werk van Desmond Hogan, eveneens een nieuwe Ierse auteur, waarover ik in de Kronieken van juni en oktober jl. heb geschreven d.w.z. over de roman The Ikon Maker en over de verhalenbundel The Diamonds at the Bottom of the Sea, waarvan de laatste titel echter door Hamish Hamilton is uitgegeven - een uitgave die, de hemel weet waarom, tot een proces wegens smaadschrift leidde. Uit zijn schrijven leek Hogan mij een zachtmoedig mens, die niemand met zijn boeken kwaad zou willen doen.
In de brochure over Neil Jordan's eersteling kon men een aanbeveling van zijn werk aantreffen door Sean O'Faolain, die onder andere schreef: ‘Night in Tunisia is one of the most remarkable stories that I have read in Irish storytelling since, or indeed before, Joyce’.
Nu, niet alleen staat Sean O'Faolain bekend als een van de allerbeste Ierse auteurs van korte verhalen, maar daarnaast staan alle Ieren bekend als uitmuntende raconteurs. Ze zijn er zelfs wereldberoemd om. Dus de verwachtingen waren hoog gespannen, waar het de verhalen van deze nieuwe auteur Neil Jordan betreft. Sean O'Faolain schreef zelfs een korte inleiding voor de bundel, waarin hij het boek als ‘highly original, personal, distinctive and interesting’ bestempelt en onder andere schrijft dat Jordan een ‘outstanding writer’ zal worden, als hij zijn gaven maar intakt houdt en tot verdere ontplooiing weet te brengen.
Na de verhalen uit Night in Tunisia te hebben gelezen, begrijp ik zeer goed waarom O'Faolain de woorden ‘original’, ‘personal’ en ‘distinctive’ koos om dit werk te omschrijven, want wat en hoe Jordan schrijft beantwoordt precies aan deze definities. ‘Sterk’ noemde O'Faolain het echter niet, en dat zijn deze eerste stalen van Jordan's schrijven over het algemeen ook niet.
De meeste verhalen gaan over persoonlijke en intieme ervaringen van jonge Ieren, waarbij nagenoeg alles de vaagheid, onzekerheid en het gebrek aan een duidelijke omlijning heeft, die ook de emoties van de puber, of de jonge, onervaren, verliefde jongeling, eigen zijn. Daarin liggen zowel de kracht als de zwakheid van deze verhalen.
Het titelverhaal Night in Tunisia, dat niets met Tunesië te maken heeft, daarentegen over de seksuele ontwaking van een jongen tijdens een vakantie aan zee, die hij in het gezelschap van zijn vader en een jonge zuster doorbrengt. Met zijn 26 pagina's is het het langste verhaal in deze verzameling en de struktuur is weliswaar nogal origineel, maar ook heel episodisch, doordat het ‘verhaal’ uit veel korte impressies en reakties van de jongen is opgebouwd.
Onder het lezen moest ik telkens weer denken aan die oude film van Jacques Tati, Monsieur Hulot va en vacances, en niet slechts omdat het over ervaringen gaat die tijdens een vakantie aan zee worden opgedaan, maar ook wegens de bouw van het verhaal, d.w.z. het aan elkaar rijgen van indrukken, en