Bzzlletin. Jaargang 8(1979-1980)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Hans Tentije Schaduw der seringen 't Tegen die afstand af te leggen - schaduw van seringen (‘...lilacs out of the dead land...’) die op 't papier valt scherper te omlijnen, herinnering aan hun geur nog door de vorm omsloten daarbuiten 't gras misschien tot op de grond toe afgebrand; 't sneeuwen van de as over de met sneeuw bedekte vlakte, over 't wegdek, 't punt van verdwijnen bijna te horen - ontluistert 't vroegst van hun bloeien 't afzienbare later gras dat als hooi is, geen tijd of je houdt 't voor ogen, schuift de ene gebeurtenis zich toch weer voor de andere - druist niets hier tegenin in steeds vollere trossen de schaduw, groeiend met 't dalen van de zon naar een des te volmaakter zwart waarin komen is als gaan, gaan als nooit weg te zijn geweest - die afstand af te leggen Grijs op grijs Niets ruimt 't veld, niets te zien of 't is al verkeken - eindigt ergens achter de schermen van toevallige dille de mist die dit uitdunt verdicht tot haast lichtende schemer hoe grondig smaakt 't niet naar vochtige aarde, naar wat de wind anders aandraagt, brengt 't 't terug tot op meer dan ware grootte, hoogstens deze krap bemeten plek in zichzelf gekeerde verte, tijd buiten zichzelf - verzadigd spiegelbeeld, weer de achterhaalde opening daarin, je eigen adem die je de pas afsnijdt dichter, dichterbij Vorige Volgende