Bzzlletin. Jaargang 8
(1979-1980)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Brieven uit Afrika (1916-1917)
| |
[pagina 13]
| |
Hij doet dierproeven om het effect van alcohol te bestuderen en voert zelfs eenvoudige operaties uit. Wat zijn belangstelling voor literatuur betreft leren we uit de brieven dat hij in Afrika bijzonder veel las. Bovendien zette hij er zijn eerste literaire vingeroefeningen op papier: twee gedichten, een stukje vertaling van Kipling en de korte novelle Des vagues. Hoe onhandig en pretentieloos die pogingen ook zijn, toch zien we, met name in de brieven aan Simone, dat hij al bewust bezig is met de taal en naar een persoonlijke manier van schrijven zoekt. De Afrikaanse periode kunnen we in het leven van Destouches beschouwen als een scharnier: ze betekent het einde van zijn jeugd maar opent tegelijk de wegen naar zijn uiteindelijke volwassenheid.
Jan Versteeg oktober 1979 Kaartje van Afrika en het gebied waar Destouches verbleef.
De brieven werden gekozen uit: Cahiers Céline 4 - Lettres et premiers écrits d'Afrique 1916-1917, Gallimard 1978, en vertaald door Elly Vlaar (brieven 30, 32, 34, 37, 43, 52) en Jan Versteeg (brieven 2, 5, 7, 9, 11, 20, 27, 29, 35, 39, 63, 80, 84).
N.B. Onjuistheden in spelling, interpunctie enz. zijn in de vertaling zo getrouw mogelijk weergegeven. | |
2. Aan Simone SaintuGrand Café Guillaume Tell Lieve Vriendin.
Mijn overhaaste en niet erg correcte vertrek heeft je ongetwijfeld verbaasd, als ik je tenminste nog verbazen kan. Alles, mijn besluiten en mijn daden zijn grillig. Toch heeft, in dit bijzondere geval, mijn ‘wil’ geen schuld. en komt het door een gebeurtenis buiten mijn wil dat ik niet in de gelegenheid ben geweest afscheid te nemen van jou en je familie- ‘Nog enkele minuten en ik zal Frankrijk verlaten hebben’ misschien wel voor altijd - een dergelijk voorval is al eeuwenlang uitvoerig gebruikt, veel beter dan ik het zou kunnen, door schrijvers van liefdesromans - voorzichtigheidshalve onthoud ik me er dan ook van - Zonder beven zal ik ‘het Franse land zien samensmelten met de horizon’ en bij dit schouwspel zullen mijn ogen droog blijven als de Sahara, ik heb al sinds lang de gewoonte mijn gevoelens wijselijk in bedwang te houden. en bij zoveel moois wil ik maar één zwakheid bekennen namelijk die welke veroorzaakt wordt door de afstand die ons scheidt, en die ongelukkigerwijs nog groter zal worden Van nature weinig geneigd tot communicatie was ik met jou verbonden door een vriendschap die ik met je goedvinden graag wil aanhouden. Ik heb bij jou in korte tijd eigenschappen leren waarderen die, zeldzaam bij mannen, vrijwel onbe- | |
[pagina 14]
| |
kend zijn bij vrouwen, en die voor degene die ze bezit een zekere belofte voor geluk moeten inhouden, dat wens ik je toe met heel mijn hart - lieve Simone, ik hoop met deze brief een vriendschap tot uitdrukking te brengen die tegen alles bestand is, Zou je aan je ouders mijn verontschuldigingen willen overbrengen alsmede mijn beleefde groeten- Ik ga verder, niet waar de wind me heen voert, zoals bij een blad, maar de weg die mijn fantasie voor me heeft uitgestippeld, als we het liedje moeten geloven, is dat een heerlijk bedrog. Hartelijke groeten Louis- | |
5. Aan Simone SaintuLiverpool - Maandag-avond (8 mei 1916) Lieve Simone-
Na alle bezienswaardigheden van Liverpool afgewerkt te hebben voelde ik me vanmiddag op het toppunt van ellende. Bij die gelegenheden blijft er voor de arme reiziger slechts een uitweg over, naar de rivier gaan- Dat deed ik dan ook - en gerieflijk met de ellebogen op de leuning van een draaibrug leunend gaf ik me over aan mijn lievelingsbezigheid die eruit bestaat in het water te spuwen en zodoende steeds groter wordende kringen te krijgen- Ik had al enkele interessante resultaten geboekt met deze sport waarbij ik prat ga op een zekere bedrevenheid, toen een hand op mijn schouder sloeg en ik niet zonder verbazing mijn oude vriend - monseigneur Bernadotte - herkendeGa naar voetnoot1) Het zou kinderachtig zijn te denken dat Monseigneur Bernadotte zijn mijter weer op had, maar toch is het zijn geestelijke stand die hem deze bijnaam bezorgt- Hij genoot zelfs een zekere reputatie als prediker in het Bisdom Lyon - hij was in die tijd particulier secretaris van Zijne Eminentie in deze stad - toen hij om redenen die mij nog steeds niet bekend zijn, een carrière die beloofde briljant te worden in de steek liet, en door de wereld ging reizen- Zijn vroegere werkzaamheden die hem slechts met de handel in heilige geesten vertrouwd hadden gemaakt, maakten hem niet zo geschikt voor winstgevender zaken. en die arme Bernadotte probeerde achtereenvolgens alle beroepen op alle breedtegraden. Ik informeerde naar zijn huidige toestand en hij vertelde me dat hij dezelfde avond zou inschepen aan boord van een stoomschip naar Zuid-Amerika in de hoedanigheid van Boekhandelaar aan boord - naar hij mij bekende leek het hem een nogal wisselvallig baantje- Monseigneur Bernadotte is een geestig prater en ondanks de warrelingen van zijn bewogen bestaan heeft hij nooit helemaal de gewoonte afgeleerd in zijn woorden de preekstoel te laten doorklinken- Hij vertelde me onder andere een verhaaltje - dat me wel aardig leek. Toen hij in zijn jonge jaren kapelaan was in Tours, was hij belast met het godsdienstonderwijs en hij vertelde zijn kudde jonge toehoorders uitgebreid over de genoegens van het paradijs, tot een jonge gelovige van vier jaar hem bij het uitgaan van een van die lessen de volgende vertrouwelijke vraag stelde: ‘Als ik nu de hele ochtend met de Engelen heb gespeeld, vindt God het dan niet goed als ik 's middags met een Duiveltje speel?’- Ik vertrouwde mijn vriend Bernadotte toe dat ik me verveelde, waarop hij me meedeelde dat de Bibliotheek van Liverpool vertrouwelijke papieren bevatte van de Verschillende Duitse hoven, van het grootste Belang- Ik bedankte hem snel, en we namen geen afscheid maar zeiden tot ziens - Ons beider rusteloosheid hield in onze ogen de belofte in dat we elkaar op langere of kortere termijn zeker weer zouden ontmoeten. Daarna verwijderde hij zich in het donker en ik hoorde nog heel lang het geluid van zijn voetstappen op de kade - eentonig en in een afgepast ritme door zijn ervaring met processies- Je zeer toegenegen Louis | |
7. Aan Simone Saintu(Liverpool, 9 mei 1916) Lieve Simone-
Vanaf morgen drie uur zal ik deze steeds melancholieker wordende stad verlaten hebben het zal niet eens in vrolijk gezelschap zijn want we zijn maar met z'n tweeën aan boord aangezien de Equator slechts een gering aantal vurige bewonderaars bijeen schijnt te brengen- Ik was vandaag in de Bibliotheek om die fameuze papieren door te nemen, over het algemeen zijn ze grof schandalig of treurig laag bij de grond. behalve een heel verfrissende liefdesroman tussen een Hertogin Louise de Brunswick en een zekere Chevalier d'Aubant die het verdient heel speciaal genoemd te worden en die ik je beloof te zullen vertellenGa naar voetnoot1) als ik tegen die tijd mijn ongelovige ziel tenminste niet aan Onze Lieve Heer heb teruggegeven. die er waarschijnlijk behoorlijk mee in zijn maag zal zitten- Het stormt vandaag verschrikkelijk. en ik bedenk niet zonder droefhied dat die arme Monseigneur Bernadotte - in zijn drijvende boekenwinkel die hem naar het land van de Tango brengt - wel heel erg door elkaar geschud moet worden- Een laatste woord, Schrijf me dikwijls, zo dikwijls mogelik je weet dat je brieven dubbel welkom zijn - in de eerste plaats omdat ze van jou komen en vervolgens omdat ik zeker geen andere zal krijgen... Je zeer toegenegen Louis des Touches
Co Forestière Shanga Oubang Duala- | |
[pagina 15]
| |
De markt van Jabassi, Cameroun.
| |
9. Aan zijn vaderGa naar voetnoot1)Sierra-Leone (FreetownGa naar voetnoot2), 25 mei 1916) Beste Pa
Ik heb de laatste drie dagen last van hevige koorts- Niets meer op de Spaarbank stuur me 1000 FGa naar voetnoot3). Ik zal in Parijs het geeft niet wat voor werk doen - om u terug te betalen - maar ik kan hier niet blijven - Ik ga verder naar Duala Schrijf me daarheen. Hartelijke groeten. Louis
C.F.S.O.Ga naar voetnoot4) Duala- | |
11. Aan zijn vaderGa naar voetnoot1)(Freetown, 27 mei 1916) Niets tegen Moeder zeggen stuur andere kaart naar huis Zo'n hevige koorts - Stuur Geld Duala op mijn rekening Banque Afrique Equatoriale. Zal er niet aankomen als ik het uithoud. Vergeef me kan er niets aan doen 2 doden aan boord
Louis Het ziekenhuis van Douala dat ook in Voyage / Reis een rol speelt.
| |
27. Aan Simone SaintuOnder mijn tak! - ? - Lieve Simone.
Waar ben ik, vandaag 14 juli? Ik weet het zelf niet precies, ik weet dat ik twee jaar geleden op LongchampsGa naar voetnoot1) was, temidden van zoveel anderen die er nu niet meer zijn. er zijn vele, vele droeve dingen gebeurd. Ik ben, bedroefd vandaag, waarom is het de koorts, is 't het verleden, misschien alletwee Al bijna acht dagen loop ik voor me uit, door het bos, ik ben nog niemand tegengekomen, en, als de kaarten juist zijn zal dat de eerste veertien dagen niet gebeuren ook Er zijn, lieve Simone, zo van die grauwe ogenblikken, waarop om de een of andere reden, heel je wezen verslapt, een innerlijk gevoel van walging grijpt je naar de keel, de geur van vochtige mest die uit de grond opstijgt wordt onverdraaglijk, de negers worden nog zwarter, de bewegingen vermoeid, duizend ontmoedigende gedachten verdringen zich in je geest, als je niet oppast tenminste, algehele lamlendigheid en natuurlijk koorts- 's Avonds vooral, als ik onder het takkengewelf mijn | |
[pagina 16]
| |
kamp heb opgeslagen als mijn dragers slapen, als mijn dagelijkse stuk aap staat te koken, op een weerbarstig vuurtje van vochtig hout, als ik om de een of andere reden verdrietig ben, overvalt me een soort bange schaamte., ik ben bang in dat grote door bomen gevormde hol, tevergeefs zoek ik naar de sterren, duizend diergeluiden die door de echo nog versterkt worden lijken te protesteren tegen mijn aanwezigheidGa naar voetnoot2). Céline en zijn honden.
En ik beken je dat ik op die ogenblikken oppas om niet met mijn enige lepel tegen de wand van mijn enige pan te stoten, uit angst om lawaai te maken. Dan geef ik me heel zachtjes over aan droefgeestige overpeinzingen betreffende mijn zwerversbestaan... maar meteen zie ik het alledaagse beeld van het Europese confort voor me, van het gekunstelde, geregelde, afgepaste, afgewongen, afgemeten, van het nodige commentaar voorziene leven van de mensen daarginds, eng, bemoeiziek, verwaand, beriepen, en mijn verveling verdwijnt, ik voel me bevrijd van mijn angst, tegen al die dingen beschermd door mijn grote afzondering- En als iemand me kon gadeslaan zou hij mijn aandacht zien verdubbelen, voor het vochtige en weerbarstige vuurtje waarop, in mijn enige pan, met veel moeite een stuk taaie aap staat te koken Je oude vriend- Louis- | |
29. Aan zijn oudersDepikarGa naar voetnoot1), 29 juli (1916) - Beste Ouders-
Alles gaat goed, vooral de zaken - Ik heb al meer dan het geld van mijn reis- Het werk is erg zwaar, maar dankbaar wat de resultaten betreft, De tweede postzending heb ik nog niet ontvangen, waarschijnlijk zit er het geld bij dat ik gevraagd had ik zal het dadelijk terugsturen- Hier, regentijd, in Frankrijk geen enkel idee hoe dat is - Heel gemene koorts in deze periode - gelukkig nog niet getroffen- Ik Reis aldoor bijna dag en nacht, als ik genoeg heb zal ik Afrika verlaten en in New-York mijn geluk gaan beproeven Op dit moment is er in Parijs voor mij steeds minder te doen Ik zal erg blij zijn als alles loopt zoals ik het voorzie - Dat wil zeggen nog ongeveer 3 maanden Morgen duurt de oorlog al bijna 2 jaar - Het is afschuwelijk- | |
[pagina 17]
| |
Pasfoto van Céline uit 1915.
Tot spoedig In goede gezondheid maar blijf oppassen- Louis | |
30. Aan Simone SaintuCompal, 31 juli (1916) Lieve Simone,
Ik ben zojuist in dit plaatsje aangekomen, maar er was geen post voor me, jammer, ik kan niet geloven dat je je vriend vergeet. De posterijen zullen dus wel de schuldigen zijn. Vandaag is het nu twee jaar geleden, dat ik uit Rambouillet vertrok, op zoek naar het grote avontuur. Sindsdien is er heel wat gedood en wordt er nog steeds gedood, onvermoeibaar en tot vervelens toe. De oorlog begint op een walgelijke tragedie te lijken, waarbij het doek steeds zakt en weer opgaat, voor een publiek dat het zat is, maar dat geen fut meer heeft om op te staan en te vertrekken. Céline rond 1933.
Bijna alle mannen waarmee ik op expeditie ben gegaan, zijn omgekomen. De enkelen die zijn blijven leven, zijn invalide wrakken geworden. Weer anderen, zoals ik, zwerven zo'n beetje overal rond, in de hoop wat rust te vinden en te vergeten, maar ook dat kunnen zij niet meer vinden. Dat lot is ook vele anderen beschoren, lieve Simone, en de oorlog zal veel van zulke ‘dolenden’ op zijn geweten hebben. Vooroordelen die in het sociale verkeer gewoonlijk opgeld doen, blijken het niet te houden. Zij bieden immers niet voldoende houvast aan hen, die van dichtbij de wanhopige gezichten, de gebroken houding, de stuiptrekkingen van de gewonde lichamen hebben gezien van die talrijke mannen vlak voor hun dood. En dan te weten, dat deze slachtoffers in het normale burgerleven een ‘gevestigde reputatie’ genoten, of een ‘aanzienlijke positie’ bekleedden, en nog meer van die vanzelfsprekendheden, die hen jarenlang hebben geholpen de massa's bezitlozen, die zich eerbiedig aan hen onderwierpen, de wet voor te schrijven. Wat was dit een zielige vertoning, beste vriendin, die de meeste mensen opvoerden voor de dood, die geen genade schenkt aan povere acteurs. Hoeveel windbuilen heb ik niet als ballonnen zien leeglopen, terwijl zij enige dagen tevoren nog respect afdwongen van hele volksstammen ondergeschikten. Ik kan dan ook, zoals vele anderen, nog slechts een armzalige scepsis opbrengen voor die horde opscheppers, voor het merendeel imbecielen. Hun enig talent bestond hierin, | |
[pagina 18]
| |
dat zij tussen henzelf en hun publiek een scherm ophielden, dat ondoorzichtig was of liever van een flatteuze kleur. Daardoorheen bekeek de kudde zijn onderdrukker, kwam er soms tegen in opstand, maar bevestigde daarmee juist het doeltreffende van deze bedrieglijke schijnvertoning. De dood, die men niet kan misleiden, heeft die verderfelijke betovering verbroken, en de mensen, wie ze ook zijn, komen mij allemaal nu zo verschrikkelijk hetzelfde voor. Zij proberen zich slechts op twee manieren, en dan nog zelden, boven de massa te verheffen, door slechtheid of door sluwheid. Zij zijn allemaal evenzeer aan het leven gehecht, en willen dit slechts om drie redenen prijsgeven - het huidige vuur, dat veel wegheeft van een of andere phobie; door gebrek aan fantasieGa naar voetnoot1), dat aan geestelijke armoede grenst; en tenslotte vanwege een derde en laatste reden, een flinke dosis eigenliefde. Noem dit alles zoals je wilt, verdraai of verander de woorden, probeer een excuus te vinden, je zult geen andere motieven vinden voor dit grootste offer. Geef het de meest fraaie en hoogdravende benamingen, verhef het tot bezielde momenten, je kunt er niet onderuit. Het schaarse groepje lafaards, dat overblijft, lijkt dan heel klein, maar er is slechts een klein zetje nodig om hen in een van de drie categorieën onder te brengen, waarvan velen zich er domweg in laten stoppen. Dan blijft er tenslotte nog een heel klein groepje van schijtlaarzen over, waarop de drie genoemde redenen niet van toepassing zijn. Of zij, die slechts een van de drie eigenschappen in een overdosis bezitten, zodat de andere twee niet aan bod komen. Deze grote beproeving heb ik nodig gehad om mijn gelijken, over wie ik al twijfels had, tot op de bodem te leren kennen. En ik ken ze nu. Ik heb de mensen ingedeeld, zonder mezelf daarbij te sparen. En ik ben, zoals ook vele anderen, tot de slotsom gekomen, dat wij nooit meer afhankelijk kunnen zijn van andere mensen, die haast allemaal zo verschrikkelijk hetzelfde, zoniet minder, zijn. Denk nu niet, mijn beste Simone, dat ik een ingebeelde dwaas ben, en dat ik tot een club van jonge estheten behoor, die met een misprijzende neerbuigendheid de rest van de mensheid behandelen, die aan hun mensonwaardig en allesvernietigend oordeel is overgeleverd. Het centrum van de wereld heb ik heus niet in mijn navel verlegd. Ik weet best, dat er mensen op de wereld zijn, voor wie ik zou willen buigen, maar ik zou niet graag met hen aan één tafel willen zitten. Deze mensen zijn in het algemeen nog veel arroganter. Zij eisen van hen, die van hen afhankelijk zijn, een eerbiedige onderwerping, die bij mij voorgoed verdwenen is en ook niet meer mogelijk is, omdat ik het absurde ervan heb ingezien. Daarom trek ik de wereld rond, en zal die altijd blijven rondtrekken, terwijl ik me met de meest gekke dingen bezighoud. Daarom ook zullen vele anderen, die het door hebben, zich bij ons aansluiten. En daarom zal het regiment van ‘ontspoorden’ en ‘dolenden’ zich met talloze eenheden versterken. Dat is de fatale terugslag van de desillusie, de boei waaraan de eigenliefde zich vastklampt, het bolwerk tegen de slaafsheid, die onteert en verlaagt, maar waartegen niemand zich verzet, omdat slechts wij de hersens hebben om die te doorzien. Denk nu ook niet, dat ik een of andere mensenhater ben geworden. Integendeel, ik zie graag mensen, hoor hen graag, maar ik pas er wel voor op me door hen te laten inpakken. Als je het klokgelui wilt horen, kun je er beter zover mogelijk vandaan staan, van dichtbij is het een oorverdovend lawaai. Céline en zijn vader te paard
Ik heb een zwaarbeproefd man gekend, die een veelbewogen leven achter de rug had. Hij meed hatelijke mensen en placht te zeggen: Het enige dat ik van de omgang met mensen heb overgehouden, is een grote mate van scepsis en een grote toegeeflijkheid, tegenover hen en tegenover mijzelf. Dat is geloof ik alles wat het leven kan opbrengen, niet genoeg om het te betreuren, teveel om het te willen verlaten. Victor Hugo, die tijdens zijn leven nu niet bepaald een groot asceet is geweest, heeft gezegd: Alleen voor het genie moet men buigen, en voor de goedheid moet men knielen.
Wil je de laatste horen. Bij het aanwerven van Senegaleze arbeiders voor ons leger, is er ongelukkig genoeg een opstand uitgebroken. De opstandelingen, die trouwens werden aangevoerd door Duitse officieren en Turken, die uit Egypte kwamen, hebben zich meester gemaakt van TombouctouGa naar voetnoot2) - en hebben heel wat Europeanen vermoord - Ik geloof, dat de opstand nu bedwongen is. Het werven van deze inboorlingen gebeurde trouwens bij parlementair besluit. De zwarte bevolking wil daar echter niets van weten, en erkent Frankrijk niet als bezitter van de koloniën. Het zijn trouwens primitieve wilden, en bij de inscheping van een contingent in Conakry, werd een klein meisje zowat levend opgegeten door een paar van die ‘dappere Senegalezen’. Omdat er toevallig een stukje schouder op de kade | |
[pagina 19]
| |
werd teruggevonden, kregen de plaatselijke autoriteiten er lucht van, en dit had een enorm schandaal ten gevolge. Het militaire apparaat, dat zelfs de vage schaduw van een burgerlijk ambtenaar niet kan luchten of zien, werd rijkelijk door het slijk gehaald door deze burgers, voor wie sabels onverteerbaar zijn. - Maar daar de koloniën boven alles heilig zijn, en omdat er meer dan genoeg zwarte meisjes overblijven, min of meer goed voor consumptie, komt het altijd weer in orde. In het Rigshospital van Kopenhagen, winter 1947. Bébert en Céline.
Vertel deze geruchten maar niet verder. We moeten alles rosekleurig zien, zelfs de negers. Het is nooit goed de waarheid te zeggen, vooral nu niet, en zelfs niet in gedichten: En het minste wat ik erover zou kunnen zeggen
Zelfs al probeerde ik het in lyrische verzen
Zou haar breken als een rietstengelGa naar voetnoot3)
Men zou je dan een gladde pessimist vinden, en je zou veracht worden door die duizenden stommerikken, die gek op rose zijn. Omdat ik hier nog enige tijd blijf, hebben de inboorlingen uit deze streek me iets laten zien wat me erg verbaasde en een diepe indruk op me maakte. Je vlecht een cirkel van lianen, met een doorsnee van ongeveer 50 centimer. Je legt die cirkel op de grond, zet er middenin een schorpioen - en je steekt de lianen in brand, de schorpioen is dus omgeven door het vuur, hij probeert meteen uit de cirkel te komen, maar tevergeefs - hij draait zich om en om, kruipt naar links en naar rechts, maar kan er niet uit - dan blijft hij onbeweeglijk binnen de cirkel liggen, prikt zichzelf langdurig boven het borstgedeelte, vergiftigt zich en is bijna tegelijkertijd dood. Deze zelfmoord bij een dier is geloof ik nauwelijks bekend, en zou wel eens een bijdrage kunnen leveren aan de strijdvraag wat sterker is, het verstand of het instinct. Ik zal E. Perrier hiervan op de hoogte brengen. Hij verzamelt al deze feiten voor een boek dat hij van plan is te schrijven. Hiervoor heeft hij gegevens nodig over de fauna van Equatoriaal Afrika. Ik schrijf je vanuit een afgelegen hut, waarvan het dak nogal wat gaten vertoont. En ik denk aan een zin van J. Renard ‘De zon reeg de gaten van het dak aaneen en doopte haar stralen in de koele schaduw’. Vóór mij schiet uit de grond op een grote dot rode bloemen, zonder enig groen, net als een kolossaal boeket zonder enige bladeren, niet erg mooi. Een hele kleine kolibrie schommelt heen en weer in de bloemkroon van een reusachtige winde. Doe iedereen mijn groeten, en voor jou, lieve Simone, mijn allerhartelijkste groeten,
Louis. | |
32. Aan zijn oudersCampo - 20 augustus 1916 Beste Ouders,
Ik ontvang zojuist Uw brieven, ik vind het ellendig te horen dat U beiden ziek bent - ik zal de 500 F terugzenden zodra ik die ontvangen heb. Mijn gezondheid laat niets te wensen over, ik werk hard - Ik heb al flink wat geld opzij kunnen leggen, dat me goed van pas zal komen als ik naar Amerika ga om daar mijn geluk te beproeven. Ik kan wel hier blijven, maar ik weet tevoren dat me dat mijn gezondheid gaat kosten, en de materiële voordelen, hoe groot ook, wegen daar niet tegenop. Zoek vooral geen verband tussen de 1000 F en het telegram. - 1o. Toen ik op doorreis in Liverpool was, werd ik gewaarschuwd door vrienden van me, dat Geoffrey een gemene lastercampagne tegen me op touw had gezet, die me bijna ernstig heeft benadeeld. Toen het me gelukt was zijn plannen te verijdelen, ben ik onmiddellijk een tegenactie begonnen, en vóór mijn vertrek uit Engeland heb ik hem toch een loer gedraaid, die hem zal heugen, maar niet zonder dat ik hem eerst gewaarschuwd had.- Vandaar dat telegram. - 2o. 1000 F.- Toen ik in Siera-Leone aankwam, of het nu kwam door de overtocht of door iets anders, kreeg ik opeens hevige koorts. Daarbij nog de praatjes van de passagiers, en ik had al gauw besloten naar een ander land te vertrekken - Vandaar die 1000 F. Wat er ook over Equatoriaal Afrika gezegd wordt, het is nu niet bepaald een streek waar je voor je gezondheid naar toe gaat, zelfs al leef je matig en neem je de regels op het gebied van de hygiëne strikt in acht - Moet ik dan maar weer | |
[pagina 20]
| |
naar Frankrijk terug? Waarom zou ik ?-?- Het schijnt op het ogenblik heel moeilijk te zijn daar aan een baan te komen - Aan de andere kant zal het leven in Frankrijk, zoals ik dat kan inrichten overeenkomstig mijn middelen, me slecht bevallen. Daarbij zal ik natuurlijk thuis kunnen slapen en eten, en ik weet van mezelf dat ik te wispelturig ben om geregeld te werken. Ik besef heel goed, dat ik pas onder druk van de omstandigheden werk van langere adem onderneem, anders loop ik groot gevaar eindeloos te blijven klungelen, en dat kan maar al te vaak maanden duren- Het lijkt me nog zeer de vraag of de handel zich na de Oorlog weer zal herstellen. Er zal kapitaal van buitenaf moeten worden aangetrokken, want ik heb niet de indruk dat Frankrijk over zo enorm grote hoeveelheden liquide middelen beschikt. En dan, wie weet wat ons nog allemaal boven het hoofd hangt, zelfs als we werkelijk de oorlog winnen ?-??- De vredesonderhandelingen zullen zich maanden en maanden voortslepen, tijdens welkeGa naar voetnoot1). Daarna zullen de binnenlandse twisten weer oplaaien, heviger dan ooit. Tegen die tijd zal het besef van eerbied voor het menselijk leven helaas helemaal verdwenen zijn. Het is goed mogelijk dat door dit gemis die twisten, die toch al bitter en pijnlijk waren, niet nog tragischer en bloediger zullen zijn dan ooit het geval is geweest. Dat men op de weg naar vooruitgang zo'n algehele terugval heeft geboekt, moet wel zijn weerslag hebben - en van een aard die wellicht nog onbekend is. Juist de volken die bij de oorlog betrokken zijn, zullen daardoor in het hart worden getroffen. De enige kans ligt nog in een gelukkig huwelijk. Daar denk ik nog maar niet aan. Ik geef de voorkeur aan mijn onafhankelijkheid boven een of andere band, zelfs die van een huwelijk, ook al leid ik een zwerversbestaan en bezorg me daarmee een onzekere toekomst. De toekomst ziet er niet zo somber uit, als moeder voorspelt. Een jongeman tot 24 of 25 jaar kan nog altijd zijn weg vinden. U moet bedenken dat ik de dienst niet was uitgekomen, als ik de normale weg zou hebben gevolgd. Ik zou misschien wat meer gezien hebben, als ik verstandig was geweest - is dat niet de enige ambitie die men op de wereld kan hebben. En wie weet, wellicht slaag ik nog op zekere dag in het leven. Ik drink water, dat is al heel wat, hoeveel mensen kunnen me dat nazeggen, en na zo'n leven zoals ik dat geleid heb ?-?-- Breng mijn groeten over aan allen die naar me vragen. Zeg hun maar dat ik mijn leven niet als publiek misdadiger zal eindigen en ook niet bij de armenzorg terecht zal komen, dat mijn ongeregelde leven me nog niet van een gezondheid heeft beroofd, die menigeen me benijdt, dat ik maar twee afwijkingen heb, een verlamming van het spaakbeenGa naar voetnoot2), die me een militaire onderscheidingGa naar voetnoot3) heeft opgeleverd, en zo nu en dan een lichte phobie, die me nog niets heeft opgeleverd. Zorg allebei goed voor Uzelf. U wilt weer in Parijs gaan wonen? Ik vind dat ik niet de geschikte persoon ben om in Uw plannen betrokken te worden of er iets tegenin te brengen. Tot nu toe heb ik me immers altijd koppig verzet tegen belemmeringen die mijn eigen plannen in de weg stonden. Maar als vader het niet goed maakt, geloof ik dat het beter is om aan zee te gaan wonen, niet te ver weg. U kunt dan een pied-à-terre in Parijs aanhouden, waar U af en toe naar toe kunt gaan. Wanneer U deze brief ontvangt, zit ik niet meer voor lange tijd in Kameroen. Ik hoop tegen october hier weg te gaan.- Houdt mij nauwkeurig op de hoogte van Uw beider gezondheid, en als er iets bijzonders is, telegrafeer mij dan, want dan kan ik - zondig - onmiddellijk komen.- Milon is een laffe spelbreker.- Ingesloten een brief aan hem. Wij zitten op het ogenblik volop in de regentijd. Het is de ene zondvloed na de andere. Een onherbergzaam land, dat kan ik U verzekeren. Je moet er niet langer blijven dan nodig is. Even hard werken, flink veel verdienen, en dan snel wegwezen. Hartelijke groeten, L- Des T | |
34. Aan Simone SaintuCampo, 22 augustus 1916. Lieve Simone,
Ik ontvang zojuist je brief - 4 nietszeggende kantjes. Waaraan heb ik die te danken, aan het offensief waar je over schrijft? Ben je daar zo vol van, dat de relatie met je oude vrienden eronder lijdt? Of heeft het leven je meegezogen in zijn verlokkende maalstroom, en heb je me daarom zo weinig meer te zeggen? Nee, kom op, Simone, doe er eens wat aan - en vergeet me niet, dat is heel erg. Zelfs in de meest woelige perioden van mijn veelbewogen leven ben ik de echte vrienden nooit vergeten. In de tijd van Socrates waren zij zeldzaam, nu behoren zij tot een bijna uitgestorven ras. Echte vriendschap is het enige dat de mens behoedt voor wanhoop. Je zult er later over kunnen oordelen, wanneer je, zelfs tot je tevredenheid, kennis gemaakt zult hebben met andere dingen, die ogenschijnlijk meer beloften inhouden. Deze dingen vragen onveranderlijk en onontkoombaar om steeds meer, willen ze niet in gevaar komen en met je illusies sterven. Alleen de vriendschap houdt het uit, zonder moeite, want vriendschap is een van die zeldzame gevoelens, die geheel en al op intelligentie berusten en op dat beetje goedheid, dat in ieder van ons aanwezig is. Al het andere komt, min of meer verfraaid of vervormd, voort uit natuurlijke behoeften, en ondergaat het onontkoombare lot dat het beschoren is. De dingen nemen af, zodra ze niet meer groeien. Ik ontvang met dezelfde post belangrijk nieuws uit Europa. Het is mogelijk dat ik me in nieuwe avonturen ga storten, waarschijnlijk in Amerika. Ik houd je ervan op de hoogte, als het je tenminste interesseert. Pas op voor teveel enthousiasme, lieve Simone. Hecht je niet teveel aan de dingen van het leven. Pascal, die het leven schijnt te kennen, beweerde: | |
[pagina 21]
| |
Te Klarskovgaard, winter 1950. Van links naar rechts: de hond Bessy, de kat Tête-de-Chou, Lucette, Bébert, Céline.
te weten dat het genot van het moment geen vervulling geeft, en niet te weten dat het genot dat men niet heeft, een illusie is, maakt een mens wispelturig. Ik geloof er wel wat van, maar ik maak me er niet druk om, behalve voor wat mijn vrienden betreft. Hoewel ik niet zo'n oude zeur als FaguetGa naar voetnoot1) wil zijn, wil ik hier toch een gezegde van Prins de LingeGa naar voetnoot2) aanhalen. - Nee, ik doe het niet - ik ben niet de geschikte vent om een zedepreek tegen je te houden. Er zijn immers geen stommiteiten, die jij begaat of nog zult begaan, die ik niet al vóór jou heb uitgehaald. Je hebt het over een schitterend offensief, des te beter - Maar iedere keer als er over een offensief wordt gesproken .... ik stel me dan voor hoe een soldaat er aan toe zal zijn, dood, vermoord, bloedend, rochelend, in de rode modder. Mijn enthousiasme is dan meteen verdwenen. Probeer het beeld eens voor je te zien, en als je dan nog een greintje gezond verstand hebt, denk ik niet, dat je voortaan nog enthousiast kunt raken over een prachtig uitgevoerd offensief. Ik zeg je ronduit, dat ik walg van de oorlog. Het is een terugval op de weg naar vooruitgang. Ik behoor niet tot diegenen die beweren, dat de mens helemaal niet is veranderd, hij is duidelijk beter dan hij was. En iedere keer dat er een verbetering valt te constateren, hoe gering ook, ben ik daar verheugd over, al betekent dit maar een heel kleine overwinning op onze onwetendheid, waarin we nog zijn ondergedompeld, en op de middelmatigheid, die nog steeds de wereld regeert. In het Rigshospital van Kopenhagen, winter 1947. Lucette, Céline, Bébert.
Hoe bloedig de slachtingen van tegenwoordig ook zijn, zeg mij eens of er in deze tijd nog christelijke martelaren voorkomen, of het leven van een gewond en weerloos mens nog afhangt van een opgestoken of een naar beneden gerichte duim - van 10.000 door geestdrift opgezweepte toeschouwers - nee - ... Verbetering dus.- Laten we er dan niet over door blijven zagen, en ons als dwazen aan een pessimisme overgeven, waar niemand wakker van ligt.- Er is niets nieuws onder de zon. Ik verveel je met mijn geklets, zul je zeggen. Ik stop er dan ook maar mee. Zoek gevolgen en oorzaken
Zeggen zwaarmoedige dromers
Woorden! Niets dan woorden! Laten we rozen plukken!Ga naar voetnoot3)
Excuses voor mijn gekrabbel. Ik heb een pijnlijke hand. Als je het niet kunt lezen, heb je er nog niets aan verloren.
Je- LdT
Bovendien betaal ik geen postzegels | |
[pagina 22]
| |
39. Aan zijn oudersCampo, 14 sept(ember) 1916 Beste Ouders-
Zoëven kreeg ik een brief van moeder, ik maak me zorgen over uw gezondheid, ik zou ook graag een brief van vader ontvangen- Ik keer terug uit de rimboe en er wachtte een goed bericht op me, ik ben benoemd tot beheerder van een Cacao Plantage, wat interessant en minder vermoeiend wordtGa naar voetnoot1). Ik heb besloten aan de kust te blijven en geld te verdienen. Ik heb al 5000 F aan de kant en ik zal nog meer verdienen- Ik stuur u 200 FGa naar voetnoot2) per postwissel en sluit hierbij een lijst in van boeke die ik graag toegestuurd zou krijgen- Ik heb de 500 F nog niet van de Bank ontvangen Wees gerust, ik ben erg tevreden, ik zal geld verdienen, op een andere manier dan via de gebruikelijke wegen en dat is alles Mijn gezondheid is heel goed, ik zal me wat meer confort kunnen veroorloven, ik heb 2 paarden- Wil je me zenden Ik heb erg veel haast want het bootjeGa naar voetnoot3), kan niet langer wachten maar in de volgende brief zal ik u interessante details geven over mijn leven hier - Ik ontvang een schrikbarend aantal brieven uit Europa - Ik had nooit gedacht dat ik zo sympathiek was Een groep vrienden en vriendinnen uit LondenGa naar voetnoot4) sturen me zojuist een schitterende platenspeler met 100 grammofoonplaten ter waarde van minstens 1500 F- Als mijn vrienden in Parijs Foto's willen hoeven ze maar hetzelfde te doen Als er op mijn brieven geen postzegel zit komt het omdat ik me op militair grondgebied bevind en profiteer van vrijdom van port een zeldzaam geval - Bewaar de Enveloppen- Ik ben nog nooit zo braaf geweest, ik verafschuw zwarte vrouwenGa naar voetnoot5) Ik heb teveel van blanke gehouden Tot Spoed(ig) LdT Beheerder van de Plantage van Dipikar via Campo. | |
37. Aan zijn vaderBiko(bimbo), 30 augustus 1916 Beste Vadez,
Ik heb in één dag alle kranten doorgenomen, die er in een maand in Frankrijk zijn verschenen. Niets is zo leerzaam en tegelijk zo bedroevend. Onveranderlijk lees je, hoe men met trots en veel tamtam hoog opgeeft van hervormingen, die noodzakelijk zijn, van | |
[pagina 23]
| |
het soort taktiek dat gevoerd moet worden, een nieuw parlementair systeem dat het land zo nodig moet hebben. En dat alles verpakt in belachelijke, zogenaamd grappige, gezwollen zinnen vol franje. Men is er hierbij alleen maar op uit de lezer er vooral niet aan te herinneren, dat in diezelfde kranten met sarcasme en misprijzen werd gereageerd op diezelfde vernieuwingen, toen die enige weken tevoren bij de vijand werden ingevoerd. Céline en de erfgenamen van Bébert: van links naar rechts: de kat Flûte, de honden Frieda, Agar en Balou.
Zo las ik een artikel van een bekend militair commentator. Hij zette in geleerde termen uiteen, hoe veel doeltreffender het is een offensief door de artillerie in te zetten, in plaats van door de infanterie. En hij bewijst zwart op wit, dat een dergelijke taktiek wel veel tijd vergt, maar niet te houden is. Hij verzuimt hierbij echter het ongelukkige voorbeeld van het fort de VauxGa naar eind1) te vermelden. Weer een andere krant bericht, dat de mensen erover klagen dat het leven zo duur is geworden. En om deze toestand te verbeteren, weten onze vroede vaderen natuurlijk niets beters te verzinnen dan dezelfde maatregelen toe te passen, die de Duitsers destijds met succes toepasten, maar waarover wij toen zo geringschattend spraken. ‘Der Kaiser’ van Duitsland, die eindelijk de ernst van het moment inziet, heeft een beslissing genomen, die zelfs door Saint-BriceGa naar eind2) geniaal wordt gevonden. Hij is van plan de gehele samenstelling van de top te wijzigen, en stelt een onbeperkt gezaghebberGa naar eind2) aan het hoofd. Dit schijnt een zeer kundig man te zijn, hoewel hij nog geen 43 jaar oud is. Zoiets komt bij ons niet voor. Wel willen wij op het gebied van parlementaire vernieuwingen niet achter blijven, maar wij zijn zo verzot op talenten met veel ervaring. Daarom ook halen we vroegere grootheden van stal, oude ministers van vroeger, die niets beters te doen hebben, of kunnen hebben, dan met hun officiële aanwezigheid hun dunbezaaide publiek in de verschillende badplaatsen onder de kin te strijken. Sommige gedeputeerden, die nog niet in de schaduw kunnen staan van de roem van Saint-Just en Carnot, dromen ervan de opperste legerleiding in de war te sturen. Of ze willen een extra toelage in de wacht slepen door zich titels, die daar gewoonlijk recht op geven, aan te meten. Bij al die wanklanken, die voort schijnen te komen uit een luidruchtige en nerveuze verontrusting, komen nog de eindeloze en dreinigerige beschuldigingen, waarmee we onze neutrale pers overstelpen en ons daarmee totaal belachelijk maken. Ik geloof daarin hetzelfde te herkennen, wat ik altijd al heb menen te zien in de rassenstrijd: het afzetten van het verleden tegen de toekomst. Alle beschavingen, die door de eeuwen heen een tijdlang de fakkel van de vooruitgang hebben omhooggehouden, hebben de cyclus van vooruitgang en terugval vaak via een weg vol hindernissen moeten doorlopen. Bijkomstigheden hebben soms deze gang bemoeilijkt, de opwaartse gang naar het hoogtepunt, of de weg bergafwaarts, versneld of vertraagd. Maar onontkoombaar kwam een beschaving steeds aan zijn einde. Door het sluiten van gunstige bondgenootschappen, zijn we nu verbonden met de Engelsen, die een wat uitzonderlijke positie innemen, en met de Russen, die nog maar net aan de beschaving deel kunnen nemen. Dankzij deze gelukkige combinatie hebben wij tot nog toe weerstand kunnen bieden aan de krachtige stoten van de vijand. Op hun beurt zullen ook zij de verzwakkende invloed ondergaan van het verval, en overwoekerd worden door een ander ras. Zo zal het altijd en eeuwig toegaan bij beschavingen die op weg zijn naar beter. Een bepaalde groep mensen zal altijd gedurende een zeker aantal jaren de fakkel van de vooruitgang omhooghouden. Dan zullen zij, uitgeput, die fakkel aan een ander door moeten geven. Tot op de Dag | |
[pagina 24]
| |
waarop de wetenschap genoeg heeft aan zichzelf, waarop zij het Leven zal voortbrengen. Céline in 1956. Slechts een passie: schrijven.
In de eerste oorlogsdagen, toen de eerste schok nog voelbaar was, heb ik de zekerheid gekregen, dat die mensen het nu vertegenwoordigen, en wij het verleden. Sindsdien voeren wij een oorlog die ons opgedrongen wordt, tegen onze wil. Wij dragen nog steeds, zonder het te willen, het stempel van onze gloriedagen van vroeger. Wij bezitten de moed van twee eeuwen geleden, en zij voeren de oorlog van nu. Daar zit het 'm in. Men verbaast zich in Frankrijk met bitterheid erover, dat uit deze kritieke omstandigheden geen genie voortkomt. Geen enkel genie wordt geboren in tijden van verval. Men verwondert zich erover, dat wij ons niet behoorlijk hebben voorbereid. Dit gebrek is het gevolg van onze mate van verval. Speciaal voor ons land geldt, dat het er voor Frankrijk na de oorlog slechter uit zal zien dan ooit. Wat moeten we in hemelsnaam met nieuwe veroveringen. Voor de oorlog was ons eigen gebied al te groot voor onze eigen activiteiten. We moesten grotendeels een beroep doen op buitenlandse arbeidskrachten. En wat dan? In vredestijd is het bijna niet mogelijk principes van gelijkheid door te voeren. In oorlogstijd is dit gemakkelijker, maar het heeft dan ook rampzalige gevolgen. Wie blijven er over om de Franse gedachte te vertegenwoordigen in dit land, waar de aderlating zover is doorgevoerd op voet van gelijkheid, dat zomin de geleerde als de grootste analphabeet werden gespaard. Wat zal er straks gebeuren, als die miljoenen mannen uit het leger terugkomen en weer in de burgermaatschappij moeten meedraaien. Van deze mannen zal het land het moeten hebben. Zij hebben geleerd het leven te minachten, en dit moet wel een kwalijke terugslag hebben op de maatschappij. Ik denk dan nog niet eens aan alle gewoonten van luiheid en onmatigheid, die de lange tijd dat zij onder de wapenen waren en de dood afwachtten, bij hen aangekweekt zal hebben. Wie zal paal en perk durven te stellen aan de eisen van al die mensen, die een beroep kunnen doen op kostbare instel- | |
[pagina 25]
| |
lingen, en recht hebben op uitkeringen, toelagen, schadeloosstellingen van allerlei aard, pensioenen - sociale uitkeringen, die de dag van morgen lichter maken en ongelukkig genoeg het kwaad in de hand werken. Mannen zullen dan in de minderheid zijn, en vanzelfsprekend zijn zij dan in de markt. Zullen ze zich de moeite geven om hun plaatsen in de maatschappij te heroveren, die in de oorlog door vrouwen werden ingenomen? Ik geloof van niet. En zo zullen langzamerhand de neigingen, de Latijnse aspiraties van voor de oorlog weer insluipen, en er weer een nieuw werkterrein vinden. Men zal zich met hetzelfde gemak weer door Frankrijk laten onderhouden, en desnoods, vrees ik, door de Françaises. In 1843 zei Alfred de Musset al: Want Frankrijk, gisteren nog heerseres van de wereld
Is in haar diepste wezen getroffen
En, zoals Julia, in de donkerte van de gewelven -
Half dromend, half zieletogend
Struikelend over de plooien van haar in flarden gescheurde gewaad -
Begeeft zij zich op de tast vooruit, dolend tussen de graftomben.
Wat gisteren nog een voorspelling was, wordt morgen bewaarheid. Een hoogleraar in de chemie van de Universiteit van Harvard zei me op een keer in Londen, toen we over Frankrijk spraken: ‘Heerlijk oud land, dierbaar oud volk’ Ik geloof, dat hij hiermee de algemene opinie weergaf, en ongelukkig genoeg ook de waarheid. De geschiedenis heeft bewezen, dat die ‘dierbare oude volken’ die in die ‘mooie oude landen’ wonen, moeten verdwijnen. Als Frankrijk moet sterven, moet zij ook helemaal verdwijnen. Dat lot heeft men die ‘dierbare oude volken’ vaak willen onthouden. Je kunt niet altijd de hele waarheid zeggen. Frankrijk, dat voor de oorlog ruim van geest was, hetgeen de charme uitmaakt van oude en intelligente mensen, is sindsdien zo kleinzielig geworden als een zure oude vrijster. Het is Gallilei in de XVe eeuw duur komen te staan, toen hij volhield dat de aarde draaide. Het is bijna even gevaarlijk in onze tijd te beweren dat het rad van het noodlot draait. En toch draait het - en neemt mijn arme land erin mee, waar ik toch van hou en van U ook - L Des Touches | |
43. Aan Simone Saintu27 sept(ember 1916) Lieve Simone,
Ik lees je brief nog eens aandachtig over. Je verwijt me, dat ik de mensen ervan beticht dat zij te weinig verbeeldingskracht hebben; ze zouden zich niet kunnen voorstellen dat een definitief einde hen wacht. Ik bedoel iets heel anders. Mijn bewering houdt in, dat de meeste ongelukkigen die zich in feite moedig gedragen, zich ook maar niet in het minst een voorstelling kunnen maken van wat doodgaan eigenlijk betekent. Zeg eens eerlijk, of je bij alle mensen die hun leven nu offeren, al eerder sporen kon vinden van zelfopoffering. En was die zelfopoffering dan zo verheven, dat ze wilden sterven voor een vaderland, dat je automatisch verliest bij je dood? Je zult me zeggen, dat het al één van de mooiste verschijnselen is van het ‘nationale ontwaken’, als men zich verheft boven het middelmatige en het gewone. Duizendmaal nee, zeg ik je, nee, nee en nog eens nee - Ik heb gezien, bestudeerd en diep in mij opgenomen het gezicht van de mens die de dood tegemoet gaat, zonder bezieling, zonder vastberadenheid - hij berust, hij begrijpt niet meer. Alle verhalen die je er nog over zult horen, weerleg ik al bij voorbaat. Die ooggetuigen hebben per se iets willen zien, waar niets te zien was. Slechts wanhoop en gelatenheid, ik blijf er bij, valt te lezen van het gezicht van de gemiddelde mens vlak voor zijn dood. En zij, die koelbloedig hun leveren offeren, zich blijkbaar bewust van de omvang en de betekenis van die daad - hebben alleen maar het besluit willen nemen de rol, die zij toebedeeld kregen, goed of slecht te spelen. Maar zij beseffen absoluut niet, en begrijpen ook niet, dat zij hiermee hun instinct tot zelfbehoud totaal verloochenen. Als je hiertegen iets in te brengen hebt, laat het me dan weten, doe het gerust.
Je L d T | |
52. Aan Simone SaintuBicombo, 12 october 1916 Lieve Simone,
Vanmorgen, toen ik naar mijn bloemen keek, dacht ik aan jou. Hadden we nog in de Grote Eeuw geleefd, dan zou ik hieraan ongetwijfeld hebben toegevoegd, dat ik iedere keer bij het zien van bloemen aan jou moet denken. Jammer genoeg behoort de Grote Eeuw tot het verleden, evenals ‘Les Neiges d'Antan’ - en op gevaar af dat je me niet erg galant zult vinden, moet ik je bekennen dat mijn gedachte, om van bloemen op jou te komen, een kleine omweg hebben gemaakt, of liever gezegd een psycho-psychische kronkel hebben gevolgd. Eerst dacht ik eraan dat bloemen er gewoonlijk niet mooier op worden, als zij afgebeeld worden. Alle stillevens, die ik in mijn leven heb kunnen bekijken, zijn over het | |
[pagina 26]
| |
Een van de laatste foto's van Céline.
| |
[pagina 27]
| |
algemeen nogal flauwe aftreksels van de werkelijkheid. Toen richtte mijn gedachte, die vanmorgen zeker in een wat lichtzinnige bui was, zich op de boulevards, tippelde even, schoot dan verschrikt een passage in. Vervolgens stapte zij kordaat, als een keurig dametje dat weet waar ze naar toe wil, de Académie JulianGa naar eind1) binnen. Maar plotseling stond ze stil, ontdaan en in verwarring gebracht. Zij bloosde licht, bloosde nogmaals, zo schrok zij van haar eigen blozen, omdat ze dit niet meer gewend was en sinds lang niet had gedaan. Omdat haar vreemde en zo ongebruikelijke gedrag mij enigszins verontrustte, vroeg ik haar dringend wat haar zo in verlegenheid had gebracht. Ik was eerst bang dat zij iets vreemds en onwennigs had gezien en daardoor van haar stuk was gebracht. Maar zij antwoordde mij op een beledigd toontje, dat zij met stomheid geslagen was, omdat ik uit het oog had verloren, dat jij en ik niet meer op de hoogte waren van elkaars doen en laten. Ze deed zelfs een beetje pinnig tegen me, en zei tenslotte dat ze niet wist of ze jou nu wel of niet zag- Céline, Jean Ajalbert en Elizabeth Craig te Beauvais, begin 1933.
Schrijf me vlug hoever je met je artistieke werkzaamheden bent gevorderd. Een dergelijke scene als vanochtend vind ik altijd hoogstpijnlijk. Ik haat geruzie en wil liever niet gekwetst worden, en mijn gedachte heeft me vanmorgen erg gekrenkt. Wat zal ik je verder nog voor nieuws vertellen over het leven hier. De dagen volgen elkaar snel op. Af en toe denk ik, hoe volgens de statistieken de gemiddelde leeftijd waarop men sterft, 42 jaar is, dat dit nu wel geheel anders zal liggen na de grote aderlating van deze oorlog, dat men tegenwoordig op vroegere leeftijd doodgaat en dat zeker in de koloniën, en dat het in alle opzichten bespottelijk, kinderachtig, overdreven, onbeschaafd, tegenstrijdig, raar, gek, woest, wild, waanzinnig, stompzinnig, idioot, kinderlijk, amoreel, immoreel en uit de tijd is zich hier ook maar enigszins druk over te maken. Ik verbouw cacao, zoals je weet. De oogst bedraagt tonnen en tonnen per maand. Ik heb meermalen geprobeerd er eetbare chocolade van te maken, maar ik heb er nog geen stukje uit kunnen krijgen. Ik moet Potin eens vragen hoe die dat voor mekaar krijgt. Afgezien daarvan, probeer ik wat goed werk te doen. Ik sta aan het hoofd van een apotheek. Ik behandel er zoveel mogelijk negers, alhoewel het me niet erg duidelijk is waartoe zij dienen. Ik spuit grote hoeveelheden atoxyl-injecties in tegen de slaapziekte, die in deze streek verschrikkelijk woedt, evenals zekere andere ziekten, die bij de zwartjes veel vaker en in heviger mate voorkomen, maar waarvan meisjes het bestaan niet mogen weten, en waarvan de naam alleen al hun verontwaardiging wekt, doordat hun schaamtegevoel danig in het nauw wordt gebracht. De rest van mijn tijd besteed ik aan microscopisch onderzoek. Ik heb altijd al een grote verering voor de echte waarheid gehad. Ik doe wat onderzoekjes over plantaardige en dierlijke giffen. Om me met eigen ogen te overtuigen van de schadelijke invloed van alcohol, doe ik wat experimenten op apen. Uit 6 liter alcohol van de beste kwaliteit, is het me gelukt om furfurol te verkrijgen, genoeg om een gorilla bijna op slag te doden. Je zult me zeggen, dat mensen geen gorilla's zijn. Daar ben ik het wel mee eens, hoewel ik hierbij enige, ja zelfs vele reserves heb. De oude MetchnikoffGa naar eind2) is dood (heeft niets te maken met de gorilla). Hij had zich op wetenschappelijke wijze aan een boomtak verhangen. Hij had een boekwerk geproduceerd over de waarheid, dat heel goed was. Ik geloof dat hij de laatste tijd genegeerd werd, zijn microscoop was niet vaderlandslievend genoeg volgens velen. De laatste tijd is er flink wat gespoten met ‘driekleurine’Ga naar eind3)-injecties. Af en toe stijgt het je naar het hoofd - Trouwens zoveel dingen stijgen je naar het hoofd, je gaat er van allerlei kleuren in zien, en soms zie je alles slechts zwart. Niet geheel de oude! L. Ds Touches | |
80. Aan zijn ouders4 februari 1917. Beste Ouders -
Toevallig herinner ik me dat ik niet het voorrecht heb gehad antwoord te krijgen op een brief. een heel beleefde, door mij gezonden naar mijn oom Georges DestouchesGa naar eind1), waarschijnlijk levenslang Secretaris van de Faculteit - Ik weet niet wat de beweegredenen van deze stilte zijn, en het zal me een zorg zijn - Of ze een gevolg zijn van drukte die hem op abnormale wijze in beslag neemt of dat hij het eenvoudig vergeten is. het blijft niettemin zeer onbeleefd Aangezien ik, zover ik weet, niet gezondigd heb tegen de regels van de meest elementaire beleefdheid noch mijn positie in opspraak heb gebracht, onze naam door het slijk | |
[pagina 28]
| |
heb gehaald, noch enige bedorven eetwaren aan mijn familie heb geheeld; zou ik u erkentelijk zijn als u hun duidelijk zou willen maken, dat mijn welwillendheid dienaangaande zeer beperkte grenzen heeft, en in geen enkel geval het zonder meer vergeten van grofheden inhoudt - Overigens zou het me meer algemeen gesproken aangenaam zijn als iedereen wist dat ik verzoeningsgezind en volstrekt vriendschappelijk sta tegenover allen die mijn handel een goed hart toedragen en er plezier in hebben me te zien en te nemen zoals ik ben- Maar zij daarentegen, familie of vrienden, die denken dat ik van het rechte pad af ben of die niet welwillend mochten instemmen met mijn levenswandel, kunnen er vanuit gaan en er definitief en duidelijk van overtuigd zijn dat ze me de p.. op kunnen -, en dat er hierover in hun geest geen enkele twijfel blijve bestaan Daar moet ieder voor zich, net als bij de beslissingen van de Kolonel, maar het zijne uit afleiden-
Ik vertrek met de eerstvolgende boot naar Duala -Ga naar eind2) Op weg, naar nieuwe hemelen, niets is mooier dan de vrijheid, en de verandering die erbij hoort Hartelijke groeten van jullie
L. des Touches | |
63. Aan Simone Saintu5 nov(ember 1916) Het gebeurde in NiceGa naar eind1), al heel wat jaren geleden Ik had 's middags gegeten en liep over de promenade des Anglais terug naar de firma Lacloche waar ik in die tijd werkte. Toen mijn aandacht werd getrokken door een door enkele personen gevormde onregelmatige kring. Naderbij komend zag ik dat de aandacht van de wandelaars was gericht op een bank waarop, alleen, een oude man met bakkebaarden zat In die oude man herkende ik dadelijk Frans JozefGa naar eind2), omdat ik zijn beeltenis al zo vaak in Duitsland had gezienGa naar eind3). In die tijd was ik brutaler aan het worden en beijverde ik me om een van thuis meegekregen tact af te leren door een zeer gedurfd en zeer ongepast zakelijk optreden ten toon te spreiden. Als bij beginnende misdadigers leek elke gelegenheid me geschikt mijn neiging te versterken. Ik ging naar die oude meneer met bakkebaarden toe en terwijl ik hem een kaartje van mijn handelsfirma overhandigde verzocht ik hem met mijn allervriendelijkste en meest commerciële glimlach of hij er zijn handtekening op wilde zetten. De oude Meneer, bekeek het kaartje van alle kanten, en gaf het me opeens terug. ‘U hebt helemaal geen andere zei hij tegen me’ Op dat moment begreep ik dat ik een enorme blunder had begaan Om het voor mezelf en voor hem weer goed te maken, stamelde ik in het Duits enige woorden ter verontschuldiging maar hij had al een visitekaartje uit zijn zak gehaald en zei terwijl hij het me aanreikte. ‘Ook ik, Jonge Man, ben hier voor zaken’ Terwijl hij zijn hoofd naar me toekeerde, zag ik dat hij afschuwelijk oud leek en innerlijk verheugde me dat. Ik probeerde in mijn herinnering na te gaan of dat oude gerimpelde hoofd met witte bakkebaarden geen overeenkomsten vertoonde met de kelners of obers die ik kende, maar hij leek op geen enkele. Mijn verwarring werd nog groter en van rood werd ik vuurrood Hij pakte mijn hand die hij waanzinnig hard drukte en genoot een ogenblik van mijn slapte. Niet zo veel, maar net genoeg om dat fanatieke juweliertje van toen weer op zijn plaats te zetten. Het kaartje heb ik lang bewaard
F.J. van Habsburg Keizer van Oostenrijk.
en daarna ben ik het kwijtgeraakt, zoals ik zoveel andere dingen ben kwijtgeraakt. Maar vanaf die dag steeg het aanzien van oude monarchen in mijn ogen aanzienlijk ten koste van de handel in juwelen waarvan het aanzien steeds meer daalde Pas veel later beroemde ik me op mijn avontuur, ik was veel jonger dan nu, maar ik houd het nauwelijks voor mogelijk dat die oude meneer veel ouder is geworden Vriendelijke Groeten L d T | |
84. Aan zijn oudersR.M.S. Tarquah. Beste Ouders-
Op weg naar EuropaGa naar voetnoot1)- Bewaar de postzegel!- Hartelijke groeten L. des Touches |
|