Brieven & Commentaren
AW ging inderdaad terug naar AF
In BZZLLETIN 62, p. 32-39 (jan. 1979) schreef ik een stukje over het gedicht 'K BEN BRAHMAN. MAAR WE ZITTEN ZONDER MEID van J.A. dèr Mouw, met de bedoeling te laten zien hoe dom leraren kunnen zijn als ze een gedicht gaan interpreteren, nog dommer soms dan studenten.
Als voorbeeld van zo'n domme leraar - ter leringhe ende vermaeck - nam ik mezelf, en liet op tientallen manieren zien hoe ontzéttend dom ik wel was (en bén), dommer dan ieder die zich met Dèr Mouw en met Brahman en met meiden bezig had gehouden.
Op mijn artikeltje kreeg ik verschillende reacties van geleerde mensen die het best leuk vonden dat ze een dom iemand nog wat konden bijleren en ik heb ze daarvoor beleefd bedankt, dankbaar omdat zij niet zo dom waren om mijn domheid nog eens te onderstrepen. Zij waren blijkbaar slim genoeg om in te zien dat mijn domheid door mezelf al voldoende onderstreept was.
Maar nú die Marcel F. Fresco, in BZZLLETIN 67, p. 80-84 (juni 1979)... Is dát even een slimme snuiter!
Als ik nóg een keertje al die voetnoten bij zijn artikel doorneem, kom ik zo ongeveer tot de conclusie dat hij min of meer het monopolie(spel) in handen heeft, álle huizen en álle hotels. En wie zo dom is zich te vergooien en op zijn territorium belandt (al was het maar de Dorpsstraat van Ons Dorp) krijgt niet alleen de rekening gepresenteerd, maar wordt ook nog terugverwezen naar AF.
Maar is dit nog wel SPEL, vraag ik me af. Is dit eigenlijk nog LEUK? Als iemand laat zien dat hij arm is en dom, moet je hem die domheid en armoede dan nog eens extra onder de neus gaan wrijven door in vijf bladzijden (met voetnoten en al) te bewijzen dat die iemand dom is? Dat is toch met een kanon op een mug schieten? Of van een scheet een donderslag maken? Dat is toch - gewoon - dom?
En daarmee zijn we dan opnieuw bij AF beland. Hopelijk ontvangt óók MFF zijn tweehonderd gulden...
Aldert Walrecht