Ulbricht; communistisch gespuis dus.
Dank zij een studiebeurs verliet Heym op tijd Europa. In de USA verging het hem aanvankelijk beter. Heym publiceerde zijn eerste roman en maakte als Amerikaans officier de bevrijding van Europa mee. Waarna hij voor de tweede keer lastig werd. Heym wenste niet mee te doen met de koude oorlog-propaganda die onmiddellijk na de Duitse nederlaag tegen de Sowjet Unie werd gevoerd. Hij keerde terug naar de Verenigde Staten, leerde het McCarthyisme kennen en de Amerikaanse manier van het verdedigen van de vrijheid in Korea. En toen keerde hij echt een staat de rug toe. Hij stuurde zijn militaire rang en onderscheiding terug naar (president) Eisenhower en vroeg asiel in de DDR; dat was in 1953.
Stefan Heym was zeer welkom in de DDR. De jonge republiek had behoefte aan internationaal bekende namen, met name Duitse, die zich voor het socialistische Duitsland uitspraken en dat door zich daar te vestigen ook in de praktijk bevestigden. Heym werd dan ook groots onthaald. Nog hetzelfde jaar ontving hij de belangrijkste literaire onderscheiding van de DDR, de Heinrich Mann-prijs. Dat was overigens heel gerechtvaardigd in dit geval. Heym was immers een auteur die in zijn (onmiddellijk wereldberoemde) romandebuut, Hostages, de strijd van het Tsjechoslowaakse broedervolk tegen de nazi's had beschreven, en in een volgende roman, The eyes of Reason, het aan de macht komen van de communisten in Praag. Zulke anti-fascistische thema's waren (en zijn) zeer geliefd in de DDR. En met die laatstgenoemde roman had de schrijver in het kapitalistische Amerika een hoop herrie op zijn hals gehaald. Alle reden dus voor een socialistische onderscheiding.
Maar toch kwam Heym niet bepaald op een gelukkig moment. 1953 is óók het jaar van de Berlijnse ‘oproer’, het jaar van het openlijk protest van de Berlijnse arbeiders tegen de maatregels van hun leiders. En Heym, de altijd zo kritische Heym, bleef ook in de DDR kritisch. De socialistische voormannen hadden het daar wel moeilijk mee, maar Heym was door hen zelf inmiddels op een te hoog voetstuk geplaatst om daar de consequenties uit te trekken. En anderzijds was Heym verstandig genoeg zijn kritiek niet te ver te drijven. In dit laatste ligt de verwijdering tussen Heym en anders kritische geesten in de DDR, als prof. Havemann en Wolf Biermann. Heym was zich teveel bewust van de problemen waarmee de staat te kampen had, had daardoor teveel begrip, was wellicht ook minder dapper. Desondanks telkens wrijving tussen de staat en de lastige Heym. Moeilijk werd de verhouding in 1974. In dat jaar verscheen in de Bondsrepubliek Heyms roman Fünf Tage im Juni. Het lag weliswaar in de bedoeling dat de roman tegelijkertijd in beide Duitslanden zou verschijnen, maar de socialistische autoriteiten pasten op het laatste moment.
In de DDR kan dat. Zoals alle socialistische landen kent de DDR een dwingende cultuurpolitiek, d.w.z. dat cultuur pas cultuur is als is voldaan aan door de overheid gestelde voorwaarden en regels. De grondwet beschermt dan wel het recht op vrije meningsuiting, dezelfde grondwet rekent ook af met meningen die met de grondwet in strijd zijn; zoiets als de onmogelijkheid hier je grondwettelijke vrijheid te gebruiken om een van de algemene norm afwijkende mening over een bevriend staatshoofd of leden van het koninklijk huis te verkondigen. Wat de literatuur aangaat, kent de DDR een Buro für Urheberrechte, de officiële instantie voor auteursrecht, die waakt over de ideologische juistheid van te publiceren werk. Deze instantie was het met Heym oneens over zijn roman en na een periode van touwtrekken vond Heym het wel best en verscheen Fünf Tage im Juni alleen in de Bondsrepubliek.
Dat kon, in het begin van de jaren zeventig, nog wel. Nu is de situatie in de DDR heel anders. Twee jaar geleden was er het geval Biermann, vervolgens kwam de ideologisch-economische kritiek van Bahro (die daarvoor in de gevangenis zit) etc. De machthebbers zagen zich gedwongen steeds meer hun macht te gebruiken, omdat ze niet weten hoe ze met de toenemende kritiek op hun beleid moeten omgaan. Het socialisme, waarin al die critici nog altijd geloven, is veranderd in burocratie en macht.
Over dit laatste gaat Heyms roman Collin. Heym, die heel goed wist wat hij had geschreven, nam niet meer de moeite de gebruikelijke burocratische weg te bewandelen. Hij publiceerde zijn roman zonder toestemming in de Bondsrepubliek. Dat was begin dit jaar en sindsdien escaleert de rel n.a.v. deze roman steeds verder.
Het is ook niet niks wat Heym heeft gedaan. Hij heeft met deze roman een einde gemaakt aan zijn grote ‘zwijgen’ van de laatste jaren. Hij heeft met deze roman een einde gemaakt aan de dans om de hete brij. Het zijn zijn eigen uitspraken. En toen het regime met zijn tegenacties was begonnen, leende Heym van een Westduitse tv-journalist de apparatuur om zichzelf op beeldband vast te leggen: Heym beklaagde zich erover dat de overheid probeerde hem het land uit te krijgen; een televisie-optreden in de West-Duitse actualiteitenrubriek ‘heute’, die ook in de DDR wordt bekeken.
De acties tegen Heym zijn ten dele formeel van aard. Door zonder toestemming een roman in de Bondsrepubliek te publiceren, waarvoor Heym honorarium ontvangt, ontvangt Heym zonder toestemming buitenlandse valuta; dat is dus een overtreding van de valutawet, waarvoor Heym door de rechtbank werd bestraft met een hoge geldboete. Tegelijkertijd werd over Heym geen goed woord meer geschreven. Hoewel de literatuurgeschiedenissen in de DDR en de schoolboeken zijn uitstekende literaire naam en houding verkondigen, werd hij van het ene moment op het andere afgekraakt en weggewoven als een voormalig Amerikaans staatsburger(!). Vervolgens werd een bijeenkomst van de offiële schrijversbond bijeen geroepen en werd Heym, met een aantal sympatisanten, als lid geroyeerd. Met deze maatregels hoopt men in de DDR Heym voorgoed de mond te hebben gesnoerd. Zonder het lidmaatschap van de schrijversbond en de toestemming van het Buro für Urheberrechte is het vrijwel onmogelijk in de DDR te publiceren of überhaupt als schrijver aan het woord te komen. Heym in het IKON-programma: dit zwijgen zal zeer welsprekend zijn.
Natuurlijk is deze rel niet ontstaan omdat Stefan Heym een boek in de Bondsrepubliek heeft gepubliceerd zonder de daarvoor noodzakelijke toestemming. Het gaat om de inhoud van de roman. En die liegt er inderdaad niet om. Collin is een roman over een machtsstrijd. Een machtsstrijd tussen ‘geest’ en ‘macht’. De ‘geest’ wordt vertegenwoordigd door een schrijver die wegens hartklachten in het ziekenhuis is beland. Daar ontmoet hij zijn tegenstander, de vertegenwoordiger van de ‘macht’, een minister van onmiskenbaar stalinistisch allooi. De schrijver Collin en de minister Urack geloven beiden dat zij slechts ten koste van de ander van hun kwaal kunnen genezen, kunnen overleven. En dat betekent oorlog tussen de twee. Een oorlog die op verschillende manieren wordt gevoerd. Beiden hebben schuld aan iets. Collin, bekend geworden door anti-fascistische werken, heeft allang niet meer gepubliceerd en probeert in het ziekenhuis, op aanraden van