celebrant and the choir loft, are the support and consistency on which the irregularity of particular presence depends.
Wat lijkt op ‘Duits met Engelse woorden geschreven’.
Het zou deze schrijfster echter geen recht doen, om zo'n onmogelijke alinea als kenmerkend voor haar werk voor te stellen. Die alinea is meer kenmerkend voor de zwakke kant van een boek, dat wel wat aardigs en gevoeligs te bieden heeft.
Er is ook humor in The dust collector, vooral aan het eind van de roman in enkele scenes, die tijdens een ‘Week van de kunst’ in het kleine stadje spelen. Dan komen veel pers-, radio- en televisie-mensen in het plaatsje samen en deze heden ontdekken Joseph Finn en zijn hobby en zien wat hij doet als iets heel belangrijks. Zij maken een televisie-opname van hem met zijn envelopjes en zijn flesjes, maar Joseph weet de zeer dikdoende programmaleider, een soort Willem Duys, klein te krijgen door in de flessen, die op het beeldscherm verschijnen, helemaal niéts te doen.
En om te eindigen, even het nieuwe werk van twee zeer succesvolle Britse schrijfsters vermelden. Dat wil zeggen: de romans Praxis en Territorial rights van respectievelijk Fay Weldon en Muriel Spark, beiden top-auteurs. De eerste is in Nieuw-Zeeland, de tweede in Schotland groot gebracht. De betrekkelijk onbekende Fay Weldon specialiseert zich in het presenteren van de moderne vrouw en haar problemen, wat zij echter met een dermate verve en ruime blik aanpakt, dat haar ‘boeken over vrouwen’ in ‘boeken ook voor mannen’ veranderen.
Praxis, modern en up-to-date, is het verhaal van een vrouw en haar verhoudingen (waaronder één echt huwelijk) met mannen. Wat het huwelijk en de man-vrouw-verhouding betreft, zegt Praxis, of Pat Duveen: ‘I assumed, along with everyone else, that a man's convenience rated more in the great scheme of things than a woman's pain’. Dit is een assumptie waarvan zij door vele, meestal teleurstellende, ervaringen met mannen op een wat pijnlijke manier wordt genezen. Als haar ervaringen dan pijnlijk zijn, is Praxis voldoende intelligent, om niet al de blaam bij de man (lees voor man: mannen) te zoeken. Als iemand tegen het eind van de roman tegen haar zegt: ‘But what have they done to you?’ luidt haar heldere antwoord: ‘Nothing. I did it all to myself’. Praxis is een aantrekkelijke vrouw en zij toont zich zeer volwassen. In deze situatie bijvoorbeeld:
Praxis considered suicide, but kindness of heart, not to mention the sheer habit of being alive and doing one's best to stay so, stood between her and the actuality of the deed. Someone would have to find the body and endure nastiness...
Met andere woorden: zij denkt aan anderen en niet uitsluitend aan zichzelf, wat hét teken van volwassenheid mag heten.
In een heel ander soort roman, de sterk satirische, cynische, heel amusante Territorial rights van de wereldberoemde Muriel Spark, vormt dit onderwerp, d.w.z. gebrek aan volwassenheid, een van de belangrijkste van de vele thema's.
Muriel Spark laat verschillende mensen in Venetië samenkomen en zij spot met ze, met allemaal, laat ons hun zwakke kanten zien, hun dwaasheid, en laat ons ook voortdurend lachen, al is de toon in deze roman wat koeler dan we gewend zijn. En het thema van het kwaad is ook helemaal geen ‘laughing matter’ maar bloedserieus, wat Muriel Spark ook donders goed beseft.
Als een jonge Engelse student, Robert, in Venetië in kriminele kringen terecht komt en zijn ex-vriend, een superrijke Amerikaanse kunstkenner, chanteert, luidt het commentaar van deze wereldwijze man, o.a. ‘infantility plus a little power equals evil’. Om te beseffen hoe juist, hoe waar, dit is, hoeft men maar iedere dag even in de krant te lezen om steeds berichten tegen te komen over het verrichten van kwaad op allerlei niveaus. Kwaad, dat verricht wordt door infantiele wezens, zij het gewone misdadigers of politici, die haast nooit aan het effekt op anderen denken, zoals Praxis in de roman van Fay Weldon dat wel doet.
Ik zou pagina's kunnen vullen met uitlatingen over actuele toestanden in de wereld die in deze twee romans te vinden zijn. In het geval van Muriel Spark moet men echter steeds op zijn qui vive zijn voor de dubbele bodems, voor de kritiek die achter de kritiek verborgen ligt, voor wat juist niet wordt gezegd. Bijvoorbeeld, als een vrouw van middelbare leeftijd, die zich voor haar reis naar Venetië als een jonge hippy kleedt, over de jongere generatie zegt: ‘They have this claptrap (larie) that if you polish your shoes you're a fascist bourgeois’. Er zit wat in, maar Spark levert elders ook veel kritiek op de houding van deze vrouw. Als zij bijvoorbeeld in het vliegtuig op weg naar Venetië zit, schrijft Spark over haar: Grace Gregory... looked out of the plane window at the Alps below and, having found no apparent fault with them, returned her attention to her companion’. En deze metgezel (minnaar?) is dan ook een jongeman in de twintig.
Muriel Spark spot met ons allen, maar wel op een elegante, duivelse, technische virtuoze manier.
Desmond Hogan: The Ikon Maker.
141 blz. Writers and Readers Publishing Cooperative, 1979.
Jennifer Lash: The Dust Collector.
185 blz. Harvester Press, 1979.
Fay Weldon: Praxis.
269 blz. Hodder & Stoughton, 1979.
Muriel Spark: Territorial Rights.
240 blz. Macmillan, 1979.