Bzzlletin. Jaargang 7
(1978-1979)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Herinnering aan Paul van OstaijenGa naar eind*
| |
[pagina 22]
| |
een inspanning te doen’. En later, in een brief van 6 December: ‘Over het algemeen voel ik me heel wat beter, natuurlik het blijft een lange weg waarop men maar langzaam voorwaarts komt. Maar toch nu zijn we, geloof ik beslist, op deze goede weg’.
En verder: Wandelen doe ik niet: van 9 tot 12, van 2 tot 4 en van 5 tot 7 lig ik nog altijd op een chaise-longue en op een overdekte terras, waar het nu wel koud is, maar ook lekker hier op je aangezicht, terwijl de rest goed onder de dekens steekt. Dit doet me zeer goed, dat voel ik wel. Ik blijf hier tot 20 Januari. Dan heb ik 4 1/2 maanden kuur achter de rug... Op 7 Maart 1928 schrijft hij me nog een hartelike brief; maar 'k zie wel dat het slecht met hem gaat, zijn geschrift is onregelmatig en koortsig: ‘Ik tracht er toch naar u eens te zien en te horen... Allez, genoeg patiente-gejammer! Tot binnenkort, hoop ik’. Dat klonk in mijn oren als het sienjaal van het einde... Ik ook had hem heel graag weergezien, maar ik kon volstrekt niet weg uit Antwerpen; ik schreef hem nog een brief dien hij niet meer zal gelezen hebben. Want tezelvertijd ontving ik van zijn behandelend geneesheer uit Miavoye 't bericht dat alle hoop op genezing was opgegeven; daarop 's anderdaags 's morgends reeds een telegram: ‘Ostaijen décédé’ gevolgd door een brief waarin de goede dokter nog schrijft hoe de zieke Paul zonder doodstrijd in de vroege morgend overleden was, tot op 't laatst zijn hoop bewarend en zeggend dat hij zich beter voelde. Gelukkige illuzie als altijd! Dan is er weer, voor de zóveelste maal dat ik gestorven wist een mens dien ik had gaan liefhebben, - dan is er weer iets stil aan 't wenen gegaan in me, als om het breken van een mooie zeldzame bloem. Graf van Van Ostaijen in Anthee bij Miavoye. De tekst is op aanwijzing van Gaston Burssens aangebracht.
|
|