Bzzlletin. Jaargang 7
(1978-1979)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
De Jongensjaren van Paul van OstaijenGa naar eind*
| |
[pagina 11]
| |
partij. Er was nooit een echte overwinnaar, maar in de ogen van de supporters waren er altijd twee. Ik geloof dat Pol in vrije lutte won en Frank in grieks-romeins. Het tweede sport dat ons interesseerde was wielrennen. Dikwijls klommen wij de vestingen op om gratis te kunnen kijken naar de koersen op de velodroom van Zurenborg. Gewoonlijk werden wij er verjaagd door de wacht. Ontvangen ‘eerekaart’ tijdens het eerste schooljaar.
In die tijd had Polleken een zwart hondje, dat naar zijn zeggen hem gehoorzaamde dat het 'n wonder was. Op een Zondag kwam hij me halen om wandelen te gaan met het hondje. Hij was zeer chic, gans in 't nieuw gestoken en een grote roos in 't knoopsgat. Wij gingen wandelen naar 't Zuid. Op de hoogte waar nu de pompierskazerne staat, maakte het hondje rechts-omkeer en liep heen. Polleken riep gebiedend, maar 't hondje luisterde niet en Polleken zei me: ‘Wacht, ik kom seffens weder’ en liep er achter. Ik wachtte, dacht reeds Polleken niet weer weder te zien... maar daar kwam hij aan zonder hondje. Ik vroeg: ‘Hebt ge 't verloren?’. ‘Neen, hij zat reeds voor de deur en vroeg open te doen. Hij is zo verstandig’. ‘Maar hij luistert niet’. ‘Jà wel, ge moest het maar eens zien...’ en wat diskussie hieruit gevolgd zijn!.
Hij moest altijd gelijk hebben. Dat bekende hij zelf. 't Was niet om echt gelijk te hebben, maar om gelijk te halen. Zo wanneer ik de Vogelemarkt-lutteurs, van uiterlijk maar zus-en-zoo vond, in vergelijking met Paul Pons en Raoul le Boucher, waarvan de portretten meer dan levensgroot geafficheerd waren, beweerde Polleken dat zijn Vogele-markt favori, de Pons en de beenhouwer en nog zo'n dozijntje op een 5-tal sekonden zou vloeren. Een der illustraties van Jos Léonard bij Music hall, die Van Ostaijen alle verwierp, al had hij nog de waardering voor deze tekening bij het gedicht Herinnering.
Na die sport-bevliegingen kwam er ernst. We spraken meteen over kunst. Ik leerde Polleken de verzen van Willem Kloos en hij als tegenzet openbaarde me Streuvels. En dan begon er wederom een strijd - bij Paul van Ostaijen is het altijd om meesterschap te doen geweest - ik Kloos, hij Streuvels. Over de werkelike waarde van de letterkundigen ging het natuurlijk niet, enkel over de meerderheid: wie van ons bei had de grootste kunstenaar ontdekt... jong-jongen-diskussies. Er was eigenlik geen ontdekking, want beide hadden wij die schrijvers leren kennen via een ouder broeder. In die zelfde periode schreven we teaterstukken. Polleken een klucht. Onder de uren van klas werkte hij er duchtig aan. Het manuskript - een blauw schrijfboek - verliet hem niet. Een ding trof mij in dit stuk; de tietel was ‘De Muizejacht’ en een knecht moest muizen vangen van zijn baas. Wanneer de baas aan de knecht vroeg ‘Jan hoeveel heb g'er al gepakt’ antwoordde Jan ‘Als ik die heb waar ik achter zit en nog een, heb ik er twee’. Dat vond ik kolossaal en 'k bewonderde zijn vondst. Maar of mijn bewondering hem wroeging gaf, bekende hij mij een paar dagen later ‘Dat heeft mijn vader me gezegd... maar al de rest is van mij’. Eens waren wij het roerend eens, n.m. toen wij op een landkaart de naam ‘Ienikaleh’ ontdekten. Die klanken troffen ons zo dat wij het woord gebruikten te pas en te onpas. De liefde voor die klanken was een eerste aangeving van zijn later dichter-programma. Tijdens de Russies-Japanse oorlog was hij heftig partijganger van Japan, toen ik hem vroeg waarom, was zijn antwoord ‘De Japanezen zijn maar kleine mannekens zo als ik’. Als boven-aangehaalde feitjes zijn er nog zoveel. Er is veel vergeten geraakt, ander dingen herinner ik me nog maar vaagjes...
Ik zou nog kunnen schrijven van latere perioden, o.a. van het driemanschap dat in 1913 en 1914 eeuwig vogelpik-matchen betwistte en Paul die, onder invloed van een glas bier, Jehan Rictus en Francis Jammes deklameerde... of ‘Gaspard Hauser chante’. Dat is misschien voor later, als Vlaamsche Arbeid zijn gouden jubelfeest viert. |
|