Bzzlletin. Jaargang 7
(1978-1979)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 100]
| |
De nasleep van scheurbuik
| |
[pagina 101]
| |
De gordel van jawel...Ik heb thuis een dorpsfetisj uit Zaïre op de kast staan. Als ik bezoek krijg van vrienden uit België, krijg ik steevast de vraag: wat is dat en waar komt het vandaan? Ik zeg dan nooit: uit dat enorme land waar jullie huis hebt gehouden sinds jullie om van de Hollanders af te zijn, een werkeloze Duitse prins uit Griekenland huurden om koninkje te spelen over jullie tweetaligheid! Want zoiets zou ik die vrienden enkel mogen verwijten, als ik nog geloofde in de erfzonde. Maar gek is het wel: dat gebrek aan kennis van een kultuur die men meer dan een eeuw heeft geprobeerd te onderdrukken. Met Nederland is het niet anders, terwijl dat een koloniaal verleden heeft dat nota bene heel wat ouder is. Dat de Nederlandse scholen niet toekomen aan het Rama-verhaal of aan de traditie van het wayangspel, is nog te begrijpen; tenslotte moeten Marieken uit Nijmegen en Joseph uit Dothan ook behandeld worden. Maar dat men buiten het onderwijs en zelfs in kringen van politiek kritische mensen bijna nooit iets heeft ondernomen om de nakomelingen van de kolonialen in kontakt te brengen met de Indonesiche literatuur is eigenlijk schandalig en zoals ik al zei, hoogstens verklaarbaar uit een kollektief schuldgevoel. Of is het gevolg van het feit dat kultuur, uitwisseling en overdracht van kultuur, niet zo rendabel is? De Indonesische dichter Sitor Situmorang zei in oktober 1977 op een bijeenkomst van schrijvers in Amsterdam: Op dit moment is samenwerking en uitwisseling (enkel) gebaseerd op een diplomatiek akkoord tussen twee souvereine naties, met accent op wetenschap en technologische overdracht, als complement van ekonomische samenwerking en ontwikkelingshulpverlening. Het is duidelijk dat zoiets als literatuur niets van doen heeft met technologische overdracht, en daarom moet iemand die modern Indonesisch werk wil lezen, terecht bij Engelstalige en Franstalige edities. Maar hij zal dan wel merken dat dat prachtige land ‘dat zich daar slingert om de evenaar als een gordel van’... jawel, sinds zijn onafhankelijkheid beschikt over een indrukwekkende eigen letterkunde, waarvoor - ironisch genoeg - pas belangstelling kwam toen gaandeweg duidelijk werd, dat sinds de coup van Suharto in 1965, tientallen Indonesische kunstenaars vanwege vermeende of echte kommunistische aktiviteiten en sympathieën gevangen genomen waren en sedertdien niet vrij gekomen. Het bekendste voorbeeld is de beroemde romanschrijver Pramudya Ananta Tur, die al tien jaar op het Molukkeneiland Buru wordt gevangen gehouden. Ook Bandar Harahap, schrijver van de prachtige cyclus, Sarinah en Ik, wordt nog steeds op een onbekende plaats vastgehouden. De essayist Buyung Saleh zit sinds 1967 gevangen in de beruchte Salembagevangenis in JakartanGa naar voetnoot*, en de schrijfster Sudjinah zit sinds 1966 in de even beruchte vrouwengevangenis Bukit Duru. Bijna al deze schrijvers waren lid van of werkten mee aan het tijdens de Sukarno-periode bloeiende verbond van linkse kultureel werkers, LEKRA waarvan de schrijver Dharta die ook al jaren ‘ergens’ gevangen zit, een van de oprichters was. Het tijdschrift dat zij uitgaven, Zaman Baru (De Nieuwe Tijd) was vóór 1965 een van de belangrijke podia van de nieuwe Indonesische literatuur, die door de coup van Suharto tot de illegaliteit veroordeeld werd. De generatie die omstreeks 1966 het roer overnam, bestond vooral uit mensen die tijdens de val van Sukarno in het buitenland studeerden en het nadeel hadden van de ‘objektieve’ buitenstaander dat ze slechts globaal en abstrakt konden oordelen. W.S. Rendra die deze nieuwe generatie zou gaan ‘leiden’, zat toentertijd in de Verenigde Staten waar hij theater studeerde en hij schreef nog gedichten over de zelfkant van het zwarte Amerika. Sastrowardojo die nu in Australië woont, studeerde toen aan de Yale-university en degenen die in het land zelf woonden, waren te jong of nog te kort aktief om al tot de gevestigde schrijvers te behoren; zij ontsprongen dus Suharto's dans. Het is niet helemaal duidelijk uit de weinige publikaties die hier bekend zijn, in hoeverre deze tweede generatie wel of niet solidair is of geweest is met hun gevangen collega's. Taufiq Ismail, naar mijn idee een van de belangrijkste Indonesische dichters, heeft weliswaar in 1966 anti-Sukarno-poëzie geschreven, maar de intense belangstelling voor zijn volk en voor de massale onderdrukking van dat volk heeft hij met zijn ‘kommunistische’ collega's gemeen; daarbij doet zijn ‘hard-boiled’ poëzie bijna westers aan. De beroemde toneelschrijver W.S. Rendra wordt in het aktualiseren van het traditionele wayangtheater steeds brutaler, iets wat hem enerzijds proclameerde tot ‘de man achter de recente studentenonlusten’ en wat hem anderzijds huisarrest, een speelverbod in Jakarta opleverde, en zelfs een gelukkig kort durende gevangenschap; hij is nu op borgtocht vrij. Het is natuurlijk moeilijk oordelen vanuit een warme stoel in Nederland. Openlijke solidariteit met de gevangen schrijvers kan van de nieuwe generatie moeilijk verwacht worden binnen het bestaande rechtse regime, maar zeker is dat de meeste dichters die (nog) publiceren, in hun werk wel degelijk systeemkritisch bezig zijn. De sociale romans van Ramadan draaien echt niet om de feiten heen, en zelfs de gedichten van een individualist als Ajip Rosidi suggereren opstandigheid. Misschien heeft Ismail in zijn gedicht: De Republiek is van ons, wel ongewild de taktiek aangewezen die de schrijvers nu in Indonesië noodgedwongen volgen, waar hij schrijft: | |
[pagina 102]
| |
Er is geen andere keus, we moeten verder
want stilhouden of terugtrekken, zou vernietiging betekenen
Of we moeten onze zekerheden verkopen voor een zinlose slavernij
of de tafel delen met de moordenaars die elke zin
besluiten met: zoals uwe hoogheid wenst.
Er is geen andere keus, wij zijn het volk met droeve
ogen aan de kant van de weg.
Het is niet te hopen dat deze nieuwe generatie straks de politieke tol moet betalen voor haar autenticiteit, maar wél dat hun werk zal bijdragen tot een politieke ontspanning die de ‘bevrijding’ van hun gevangen oudere collega's tot gevolg zal hebben. Daarvoor alleen al verdient hun werk meer aandacht dan men het tot nu toe in Nederland schenkt. Het is een volwassen literatuur welke meer dan perscommuniqués en verslagen van handelsmissies, vertelt wat er in dat verre, prachtige land aan de hand is. Een citaat van dezelfde Taufic Ismail tot slot: De toekomst van Indonesië is het eiland Java verdrinkend
onder het gewicht van zijn bevolking van 100 miljoen.
De toekomst van Indonesië zijn twee honderd miljoen open monden.
Geef mij Indonesië terug!
| |
Wie gaan nou die plaas erf?De hongerigen en vertrapten staan niet op tegen hun overheersers op bevel van het Kommunistisch Manifest; ze komen in opstand omdat ze honger hebben en uitgebuit worden en zich aan die uitbuiting niet langer willen onderwerpen. Alleen de Zuidafrikaanse regering en haar handlangers geloven dat een regime omver kan worden geworpen door een paar rijmende versregels. Met deze woorden geeft de bekende Zuidafrikaanse schrijver in ballingschap, Lewis Nkosi, treffend aan wat de kracht en tevens de onmacht is van alle verzetsliteratuur. Niets van wat Nkosi zegt of schrijft, mag in Zuid-Afrika geciteerd of gepubliceerd worden; niets van wat Alex la Guma zegt of schrijft, mag in Zuid-Afrika openbaar gemaakt worden; niets van wat Dennis Brutus zegt, mag enz. In Zuid-Afrika mag niets, als je zwart bent of gekleurd. In 1950 leek emigreren naar het land van diamanten en struisvogels nog een redelijk eerzaam avontuur. In 1960 deed Sharpeville onze zelfgenoegzaamheid lichtelijk rimpelen. In 1970 komen zakenlieden en parlementariërs vertellen dat het allemaal best meevalt en dat je enkel kan oordelen als je er zelf geweest bent. In 1976 zijn de gebeurtenissen in Soweto pas aanleiding tot een vergrote skepsis ten aanzien van dat land. ‘Living in our land is a political action’, schrijft de bekende, vaak gedetineerde Zuidafrikaanse dichter James Matthews. En zijn generatiegenoot Hugh Lewin schrijft na zeven jaar gevangenis: ‘I want to leam again how life feels’. Tussen deze twee versregels ligt naar mijn idee het werkterrein van ieder die vanuit een dergelijke ‘apartheidssituatie’ zichzelf tot schrijven dwingt in dat nare land vol witte struisvogels! En elke regel die je schrijft kan het bewind een reden zijn je op te sluiten en te folteren. Desondanks is er in Zuid-Afrika een groot aantal bekende en naamloze schrijvers die het telkens weer klaarspelen hun hopeloos lijkende idealen literaire vorm te geven; vaak in een taal die zich de trucjes van de literatuur in de welvaartslanden niet kan permitteren, zo interpreteer ik althans het grotendeels ontbreken van estetica en stijlraffinement in deze poëzie. Het tijdschrift BLAC (Black Literature and Arts Congress) dat enige jaren geleden na vier afleveringen verboden werd, gaf mensen als Koza en Adams het zwarte woord. In de Saso Newsletter van voorjaar 1976 (nog vóór de gebeurtenissen in Soweto) staat een hard en ironisch gedicht van Mandlenkosi N. Langa, dat een welkome aanvulling kan zijn op de informatie over- dat stamverwante land beneden de evenaar, welke de school amper geeft. Op het ogenblik verschijnt min of meer regelmatig het tijdschrift Staffrider waarin talloze jonge dichters het woord krijgen, onder wie Mike Nicol uit Johannesburg en Moyale Segale uit Soweto. En ondertussen blijven Sath Cooper, Gibson Kente, James Matthews, David Rabkin, Breiten Breitenbach, Strini Moodley en al die onbekende andere schrijvers steeds weer opnieuw slachtoffer van de ‘aparte’ rechtspleging in Zuid-Afrika, omdat ze bij voorbeeld schreven: ‘Living and Dying is a political act if you're black’ (James Matthews) of: ‘I don't want to feel without response’ (Willie Adams). Mijn zoon van 13 heeft de tien potloden die hij op de schoolkermis won met blikken gooien en pijltjes werpen, ruiterlijk afgestaan aan de aktie: Potloden voor Zuid-Afrika. Misschien kan Willie Adams met één van die potloden nog één keertje stiekem schrijven: ‘Did you know my son...?’ Of anders kan zijn achterneefje in Soweto of Mpumalanga of Mamelodi er toch mee leren schrijven, want in sommige landen is het belangrijker dat zoveel mogelijk mensen leren schrijven dan dat er schrijvers zijn. | |
[pagina 103]
| |
Band ar Harahap
Sarinah en ikGa naar voetnoot* Ze hebben mij gevraagd
op welke plaats ik was geboren
en ik heb hun geantwoord:
Ik ben geboren in een land vol
legenden waar de dageraad
is aangebroken maar waar
de nacht nog heer en meester is.
En ik heb op míj́n beurt gevraagd:
hoe ziet de plaats van mijn geboorte er dan uit?
En zij hebben mij geantwoord:
De plaats van jouw geboorte is
in legenden verzonken en
ook al licht de dageraad reeds op,
het is er nog duister.
A.S. Dharta Nji marsih
En elke avond moet Nji Marsih dansen
met een hol hart, een lege ziel.
Nji Marsih komt uit een dorp
haar huis is alleen nog as
waar haar man is weet zij niet
Nji Marsih gaat naar de grote stad
en elke avond dansen
Nji Marsih weet niet wat revolutie is
maar ze houdt van de vrijheid
en vrijheid betekent: een stukje land
Dus is Nji Marsih bedroefd
ze heeft geen huis en geen man
Nji Marsih weet niet wat een morele crisis is
ze glimlacht gewoon en danst
maar vrij is Nji Marsih niet
want haar maag is leeg en rammelt
En elke avond moet Nji Marsih dansen
en haar hart wacht de vrijheid
en weet niet wanneer.
Subagio Sastrowardojo
Het woord In het begin is het woord
De wereld is gemaakt van woorden
en achter die woorden is leegte
en een ochtendbries
Omdat er woorden zijn, zijn we bang voor geesten
Omdat er woorden zijn, houden wij van de aarde
Omdat er woorden zijn, geloven wij in God
Ons lot is in woorden verstrikt
Daarom verschuil ik me achter woorden
en zak weg zonder spoor
na te laten
| |
[pagina 104]
| |
W.S. Rendra
Het gedicht van een oude man onder een boom Dit is een gedicht van mij,
een oude man, onder een verdorde boom.
Met mijn beide handen ondersteun ik mijn rug
de kreteksigaret in mijn mond is uitgegaan.
Ik bekijk de tijd.
Ik zie het beeld van de ekonomie weerspiegeld in
de winkeletalages vol buitenlandse goederen,
en in de verwaarloosde wegen tussen de dorpen
die verkeer onmogelijk maken.
Ik zie plundering en verderf
en ik spug op de aarde: Bah!
Ik sta voor het politie-bureau
ik zie het bebloede gezicht van een demonstrant
ik zie geweld zonder wetten
en een lange, lange weg
vol stof, vol wilde katten
vol schurftige kinderen,
vol angstaanjagende soldaten.
Ik ben op weg naar de zon
langs de weg van de opbouw,
smerig en vol bedrog.
Ik hoor mensen zeggen:
de Rechten van de Mens zijn niet overal hetzelfde
Hier moeten de politieke vrijheden worden ingeperkt
ten behoeve van een goed klimaat voor onze opbouw.
De rechten moeten enigszins worden opgeofferd,
om de armoede te kunnen bestrijden.
Verdomme! Verdomme!
Wat voor koeiestront is dat nou?
Denken ze soms dat rechtvaardigheid door een scheet kan worden vervangen?
In dit land worden de Rechten van de Mens alleen maar ingeperkt om de rijken en welgestelden te verdedigen,
Arbeiders, boeren, vissers, journalisten en studenten
worden machteloos gemaakt
Oh, bewierrookte valsheid
Hoe lang zal jij nog de realiteit van dit leven kunnen weerstaan?
Ik hoor het lawaai van het verkeer,
ik hoor de schijnvertoning van een rechtszitting
ik hoor het nieuws -
stadsguerilla terroriseert Europa
een koopman, een vroegere handlanger van het fascisme,
een man die verbeten de arbeidersbeweging bestreden heeft,
is ontvoerd, en vermoord.
Door een groep boze mensen.
Ik, kijk naar de avondschemer in de haven,
mijn voeten doen pijn, en de sigaret in mijn mond is al weer uit.
Ik zie bloed aan de hemel.
| |
[pagina 105]
| |
Ja, ja, ja.
Het geweld begint de mensen te betoveren
de machtigen onderdrukken alles
en de bozen halen hun wapens tevoorschijn.
Schurken worden op schurkachtige wijze bestreden.
Dit is de gelegenheid die iedereen aanspreekt:
Als de rechtbank niet optreedt tegen officiële schurken
dan zullen de schurken van de straat hen wel vonnissen.
En wat zegt het gevoel van menselijkheid?
Wie heeft deze noodtoestand geschapen?
Moeten de mensen soms een voorbeeld nemen aan het gedrag van deze officiële schurken?
Waarom wordt er tegen hen niet opgetreden?
Wat zegt het gevoel van menselijkheid?
De brandende avondschemer
is kort, maar huiveringwekkend.
Nog even, en dan zullen de mensen op zoek gaan
naar de maan en de sterren.
Het zijn beelden van vergankelijkheid,
de hemel is immers verboden gebied geworden
en is nu bovendien besmeurd met de verdovende schemer.
Het oog en het hart zijn verdoofd door list en bedrog.
Ja, ik ben een oude man, vermoeid,
maar ik heb me nog niet overgegeven aan de dood.
Ik sta hier op een kruising van wegen
Ik voel dat mijn lichaam al een hond is,
maar mijn geest probeert nog een gedicht te schrijven, als mens.
| |
[pagina 106]
| |
Taufiq Ismail
Wat zou er gebeuren als... Wat zou er gebeurd zijn als Adam geen appel had gegeten maar een avocado
Wat zou er gebeurd zijn als de aarde driehoekig was in plaats van rond
Wat zou er gebeuren als we het volkslied wegdeden en de Beatles opdracht gaven om een nieuw te componeren
Wat zou er gebeuren als de hoofdstad van Amerika Hanoi was en die van Indonesië Monaco
Wat zou er gebeuren als het om 11 uur vanavond precies zou beginnen te sneeuwen in de Saharastraat in Jakarta
Wat zou er gebeuren als onomstotelijk zou komen vast te staan dat de technocraten de schrijvers zijn van alle popteksten
Wat zou er gebeuren als de nationale schuld kon worden afbetaald met de opbrengst van Rendra's toneelstukken
Wat zou er gebeuren als alles gebeurde wat wij tevoren planden en als wàt gebeurde, door ons was gepland
Wat zou er gebeuren als de aktoestiek van de aarde zo goed was dat je thuis in de slaapkamer de bommen in Vietnam kon horen vallen en dat je de stappen kon horen van al die vluchtelingen en het geraas van vloedgolven en aardbevingen; als je de zachte stemmen kon horen van verliefde jongens en meisjes maar ook het lawaai van fabrieken en van de dieren in Afrika.
Wat zou er gebeuren als de regering mocht protesteren en de bevolking dan recht zou mogen spreken over háár geval
Wat zou er gebeuren als de kunst het maar hierbij zou laten en wij in plaats daarvan weer dieren gingen houden
Wat zou er gebeuren als de tijd aanbrak waarop we niet langer altijd opnieuw hoefden vragen wat of er zou...
Moyale Segale
Hoe kan ik Hoe kan ik zingen van liefde als mijn liefde niet aanvaard wordt?
Hoe kan ik zingen van schoonheid als er geen schoonheid meer is?
Hoe kan ik mezelf wijsmaken dat wat ik drink, gezuiverd is?
Hoe kan ik doen alsof leven verboden is?
Hoe kan ik vroom mijn knieën buigen vol hoop
dat de gebraden duiven uit het niets mijn mond binnen vliegen?
Wat moet dat ontspannen gepraat over en weer
terwijl ze me links laten liggen terwijl ik gesneuveld ben?
Hoe kan ik mijn slokdarm volproppen met ik beschouw als resten?
Hoe kan iemand hongerig rondlopen tussen zo veel overvloed?
Hoe kan ik me vermaken terwijl ik niet weet waar mijn familie is?
Hoe kan ik snoeven van een demokratie die me tot underdog maakt?
Hoe waag ik het een crisis te bedwingen als die crisis in me zit?
Wat moet dat gedoe aan die conferentietafel,
terwijl Rome in brand staat?
| |
[pagina 107]
| |
Mike Nicol
Bij het raam Wanneer ik zie hoe diep je slaapt
in het holst van de nacht
glip ik mijn bed uit en sta
vóór het raam. Je ligt er
zo jong en zo mooi:
je zachte borsten rijzen, je arm
tast naar de lege plek naast je
in bed. Toch is er geen
tederheid in deze kamer.
Verbittering en boosheid
verdringen mijn liefde terwijl
ik jou zo zorgeloos zie slapen.
De pijn die ons te wachten staat
drukt zwaar op deze nacht.
En buiten glanst in zwoele lucht
een halve maan en plotseling
breekt door de wolken licht.
De straten zijn verlaten
en toch zal, wat daarbuiten
plaats vindt aan geweld in
een of andere steeg, van invloed
op ons leven zijn.
Is er nog plaats voor liefde
en wat betekent ze, wat bergt ze
aan beloften in een verdachte tijd
wanneer bij het grimmige licht der dageraad
onschuldige mannen bij hun vrouwen
worden weggerukt
wanneer mensen zonder reden
in gevangenissen sterven.
Toch slaap je nog steeds en
nog steeds klemmen de vingers van dit land
zich vast, krampachtig, aan het hart;
eens kenden wij in verre steden
wandelend onder oude bomen
een liefde zonder angst.
Zullen die dagen terugkomen
opdoemend uit de mist als een eiland
waar ballingen wonen en koud
zich vastklampen aan elkaar
terwijl de wind de rotsen geselt?
Willie Adams
Geschiedenisles Wist je mijn jongen van die man
die levenslang gevangen
zit op het eiland?
Nee meneer dat staat niet
in mijn leerboek.
Wist je mijn jongen van die man
die de dood vond door een val
van de trap in de gevangenis?
Nee meneer dat staat niet
in mijn leerboek.
Wist je mijn jongen van die man
die van zijn vrouw werd gescheiden
enkel omdat een korrupt systeem
hem nodig had als goedkope arbeidskracht?
Nee meneer dat staat niet
in mijn leerboek.
Wist je mijn jongen van die
negenenzestig mensen die wreed
maar onnodig de dood vonden
op de dag van Sharpeville?
Nee meneer dat staat niet
in mijn leerboek.
Dan zùl je van nu af onthouden
dat zíj́ de helden zijn van onze geschiedenis
voor eens en voor al.
Ja meneer, ik ben gek op geschiedenis.
| |
[pagina 108]
| |
Mandlenkosi N. Langa
We vragen je vergeving Zuid-AfrikaGa naar voetnoot* We vragen je vergeving Zuid-Afrika
voor de leugens waarmee je vijanden
en waarmee de pers je heeft overladen
door je aan te klagen als rascist
terwijl je toch het meest demokratische
en meest vrije land bent dat de wereld
nochtans te zien geeft.
Daarvoor vragen we om vergeving.
We vragen je vergeving Zuid-Afrika
voor de vele vele jonge kommunisten
terroristen en anarchisten in je gevangenissen
want zij verdienen waarlijk dat ze daar zitten
ze vormen immers een bedreiging van de vrede
en de veiligheid van onze blonde kinderen
met de dauw van een blos op de wangen.
Lasteraars beweren dat je een onderdrukker bent
maar dat is weer zo'n leugen waarvoor
we om vergeving vragen Zuid-Afrika.
We vragen je vergeving Zuid-Afrika
voor de laster die wordt rondgestrooid
over je vreedzame en onschuldige politiemannen
van wie beweerd wordt dat ze gevangenen martelen
terwijl wij toch allemaal weten dat die lui
zich die wonden zelf hebben toegebracht
en zelf hun sigaretten doven op hun huid.
Daarom vragen we je nederig degenen te vergeven
die worden verondersteld te zijn vermoord
terwijl ze in feite enkel zelfmoord pleegden.
En ook de man die in een vlaag van zelf-terrorisme
zijn geslacht op de vloer vastspijkerde en de
man die zo'n tumult veroorzaakte door uit
een venster te vliegen van een huis aan het
John Vorster Plein
omdat hij dacht dat hij een zeemeeuw was,
we vragen je ook hen te vergeven Zuid-Afrika.
We vragen je vergeving Zuid-Afrika
voor hen die een hekel hebben aan pasjes
omdat de Afrikanen die nu eenmaal nodig hebben
speciaal op w.c.'s waar geen closetpapier is.
Vergeef ook de mijnwerkers die goud en diamanten
delven om onze vrouwen te laten schitteren
en om de rijkdom in stand te houden die
van ons land zo'n machtig land heeft gemaakt.
En als ze in die mijnen sterven
als gevolg van hun eigen onachtzaamheid
- nou en! - dan zorgen we voor nieuwe,
en vragen je hen te vergeven Zuid-Afrika.
| |
[pagina 109]
| |
We vragen je vergeving Zuid-Afrika
voor degenen die beweren dat je wetten hardvochtig zijn;
voor de wet op de zedeloosheid die ons in staat stelt
ons erfdeel en ons kultuureigen zuiver te houden;
voor de wet op de groepsgebieden die ons komfortabel gescheiden houdt;
voor de wet die het grondbezit regelt om ons te
beschermen tegen de dieven die ons land willen stelen;
voor paragraaf 6 van de wet op het terrorisme
die de dood betekent voor al die terroristen
die niet geterrorizeerd willen worden;
voor de wet op de douane en accijnzen
die pornografie en kommunistische idealen buiten houdt.
We vragen je vergeving Zuid-Afrika
voor allen die beweren dat wij een wet
nodig zouden hebben die onszelf tegen jou
moet beschermen,
daarvoor vragen we je vergeving.
We vragen je vergeving Zuid-Afrika
voor de Verenigde Naties,
voor de Organisatie van Afrikaanse Eenheid,
voor het Afrikaanse Nationale Congres,
voor het Pan Afrikaanse Congres,
voor de Kommunistische Partij.
We vragen je vergeving Zuid-Afrika
voor al degenen die beweren dat je tijd voorbij is
en dat de tijd gekomen is waarop
je tegen iedereen zult moeten zeggen:
Ik vraag je om vergeving.
Leonard Koza
Die grens Die hele blou lug is besoedel deur die geklap
en gekraak van outomatiese masjiengeweer wat nou
die geluid geword het van Afrika se oerwoud.
Die vrugbare aarde is nou besaai met rankende
ondergrondse pampoene wat lewe en voertuig op blaas
soos stof.
Langs die koel Zambezi oewers word net
menslike bondeltjies van bene aangetref van
gewese onverskrokke soldate, soldate van een stelsel van
selfsigtigheid wat jongelinge se sentimentele harte laat
verlang het om die swart gevaar te demp - en nou -
Met Jannie en Pieter verskeur deur rooi vuur
wie gaan nou die plaas erf?
|