Vrijlating is mijn recht
Een interview met Pramudya Ananta Tur
Het volgende interview werd afgegeven aan Salim Said op de dag waarop 1500 ‘burgers’ van het kamp van het eiland werden vrijgelaten. In tegenstelling tot een in 1971 genomen foto, ziet Pram er nu fors en helder van kleur uit. Het interview vond plaats in de kamer die hij gebruikt om te werken en te slapen. Deze is twee meter lang en anderhalf meter breed. Pram is de enige gevangene die het voorrecht heeft een kamer als deze te hebben. ‘Dit werd gebouwd door mijn vrienden’, zegt hij.
Men zegt dat u romans geschreven hebt tijdens deze periode van gevangenschap. Hoeveel heeft u er geschreven?
Ik heb er al zeven af. Ik ben nu met de achtste bezig.
Hoe lang schrijft u al?
Sinds eind 1973.
Hoe komt u aan de typemachine die u gebruikt? Het was een machine die niet meer bruikbaar was. We repareerden hem en daarna ging ik hem gebruiken.
Er werd gezegd dat de president u een typemachine zou sturen. Is dat gebeurd?
Nee.
Heeft u de vrijheid om te schrijven zoals u wilt? In het schrijven moet ik die vrijheid zelf scheppen.
Krijgt u de tijd om te schrijven?
Jazeker.
Terwijl uw vrienden zwaar werk doen mag u doorgaan met schrijven?
Ja. Er is een soort arbeidsverdeling. Ik wijd me aan het schrijven. Mijn vrienden zorgen voor wat ik nodig heb.
Als een manuscript voltooid is, aan wie overhandigt u het dan?
Het wordt door een ambtenaar naar Jakarta gebracht.
Waar gaan deze boeken over?
Een serie romans gaat over de periode van de nationale bewustwording sinds 1898, de opkomst in Manila, de oorlog tussen Rusland en Japan. Dat beslaat 4 delen. Dit is trouwens een oud idee van mij, het dateert uit de tijd dat ik historisch materiaal verzamelde over deze periode.
Wat zijn uw grootste problemen bij het schrijven van deze boeken?
Mijn moeilijkheid is dat ik geen archieven en documenten kan raadplegen in de Nationale Archieven. Dit kan betekenen dat deze werken historisch niet zo stevig gefundeerd zijn. De fundamenten zijn zwak en ik zou ervan beschuldigd kunnen worden dat ik geschiedenis verdraai, zelfs al schrijf ik romans en geen geschiedkundige werken.
Hoe worden uw werken door de autoriteiten bekeken? Is het waar dat een van uw boeken bij Ajip Rosidi (Uitgeverij Pustaka Java) uit zal komen?
Voor zover ik weet is er nog geen enkel commentaar gekomen van de autoriteiten. Mijn manuscripten die naar Jakarta worden gezonden gaan alleen naar Bapreru (Uitvoerend Bureau voor het Interneringskamp van het Eiland Boeroe) en niet één is er naar Ajip gezonden.
Wanneer kunt u deze romans voltooien, zodat ze uiteindelijk uitgegeven kunnen worden?
Na mijn vrijlating zal ik ze snel voltooien.
Wanneer wordt u vrij gelaten, denkt u?
Ik weet het niet. Maar vrijlating is mijn recht, niet iets dat ik zomaar wil.
Wat heeft deze periode van detentie voor u betekend?
Dit is een periode geweest van concentratie om betere boeken te schrijven.
Heeft deze periode een verandering teweeg gebracht in de gedachten of ideeën die u tot uitdrukking bracht in uw vroegere werk?
Mijn geloof in de mensheid is toegenomen. Vroeger had ik daar mijn twijfels over, maar nu heb ik een dieper geloof in de toekomst van de mensheid. Dat komt omdat ik weet dat de dingen waar ik nu onder lijd niet ervaren hoeven te worden door anderen na mij.
Heeft u wel eens het gevoel gehad dat er iets veranderde in uw geloof, of in uw opvattingen na het ondergaan van ‘gedachtenbegeleiding’ in deze plaats van detentie?
Ik werd volgens traditionele regels opgevoed, zoals de meeste Indonesiërs, om goed te doen en in God te geloven. Ik denk dat ik nog hetzelfde ben als vroeger. Ik ben niet veranderd. Als jongen leerde ik mediteren, hoewel ik uit een Moslim familie kom. En ik mediteer nog steeds, vooral in moeilijke tijden.
Wat vindt u van de behandeling gedurende de tijd dat u hier gevangen zit?
Ik bekijk dit als een nationaal proces waarin ik in de positie van gevangene geplaatst ben.
Wat vindt u van de beschuldiging dat u het de communisten gemakkelijker gemaakt heeft?
Mijn aanklagers mogen denken wat zij willen. Tot nu toe is er gerechtelijk nog niets bewezen.
Was u bij geen enkele organisatie aangesloten?
Ik was tot bestuurslid van de LEKRA benoemd, maar ik weet werkelijk niets van organisatie af.
Wanneer benaderde de LEKRA u voor het eerst? In 1956. In 1958 werd ik uitgenodigd voor het congres van de LEKRA in Solo. Er werd mij gevraagd een referaat te schrijven en uiteindelijk werd ik aan het eind van het congres in het bestuur benoemd. Dat gebeurde niet alleen bij